Van taboe tot trending topic: hoe migratie een volksmanie werd

Maite Vermeulen
Correspondent Globalisering
Pim Fortuyn en Geert Wilders. Foto's door Phil Nijhuis en Bart Maat / ANP (beeldbewerking door De Correspondent).

Geen thema dat zo door rechts-populisten gegijzeld is als migratie. Wat kun je daar als journalist nog tegenoverstellen? Dat wil ik onderzoeken − met jullie hulp.

Ik schrijf al jaren over een olifant. Een olifant die voortdurend van gedaante verwisselt.

En ik verkondig al jaren van alles over deze olifant. Soms iets als: luister mensen, iedereen negeert ’m, maar kijk nou, hier staat gewoon een olifant voor onze neus!

Soms ook: we proberen die olifant achter een hek te stoppen, maar we kunnen ’m beter vrijlaten. En de laatste tijd heel erg vaak: waarom hebben we het over die olifant, terwijl de giraffen, nijlpaarden en zebra’s het echte probleem zijn?

Misschien voer ik de savannevergelijking hier wat ver door, maar mijn olifant is dus migratie. Of eigenlijk een klein deel van migratie:

Het is het thema waar ik al Een thema dat in die tijd een regelrechte volksmanie is geworden, die in de westerse wereld de politiek volledig beheerst. Je kunt geen krant meer openslaan, geen tv meer aanzetten, geen verkiezing meer volgen of het gaat over asielzoekers. En wát er dan wordt gezegd over asielzoekers, is steeds radicaler.

Soms weet ik het als journalist dan ook even niet meer. Moet ik echt het zoveelste stuk schrijven over feit en fictie in het asieldebat? Heeft dat zin? En voor wie? Kan ik niet beter over iets anders gaan schrijven?

Of… is er misschien een ander verhaal over migratie denkbaar?

De olifant in de kamer

In den beginne – en dan bedoel ik zo rond de millenniumwisseling – was migratie nog een gigantische olifant in de kamer. Eentje die genegeerd werd door de meeste politici, terwijl-ie toch wel veel ruimte begon in te nemen.

Wie zich er wel over uitliet, bleef een gecanceld buitenbeentje: Hans Janmaat, de voorman van de radicaal-rechtse Centrumdemocraten, kwam bijvoorbeeld niet verder dan drie zetels en werd door de rechter veroordeeld voor het gebruiken van verkiezingsleuzen als

Pim Fortuyn doorbrak dit ‘linkse taboe’, zoals hij het zelf noemde. Hij maakte de integratie van immigranten met een moslimachtergrond tot hét thema van zijn campagne. Zoals hij het zelf verwoordde: ‘Marokkaanse jongens, Turkse jongens, die [...] oude vrouwtjes [beroven]. En de politie, wat doen ze? Godverdomme niks. Die zeggen: “Als u dat zegt, discrimineert u.” En dát verwoord ik van het Nederlandse

Ook Fortuyn werd eerst natuurlijk weggehoond door andere politici. Maar zijn razendsnelle opkomst – die islamofobie en xenofobie ineens een stuk salonfähiger maakte – liet zien dat hij wel degelijk een wezenlijk probleem te pakken had: doordat links nooit over de problemen met migratie wilde spreken, en alleen in termen van solidariteit en de multiculturele samenleving sprak, werden de reële problemen die migratie óók met zich meebracht ontkend.

De opkomst van het rechts-populisme in het decennium dat volgde, was dan ook niet zo vreemd. En het maakte van het migratiedebat, opgestuwd door de moord op filmmaker Theo van Gogh in 2004 door Mohammed B., steeds meer een debat van uitersten: rechts blies het migratieprobleem steeds verder op, terwijl links steeds hardnekkiger probeerde te ontkennen dat dit probleem bestond. In 2014 stuurde Geert Wilders zelfs een open brief aan Mark Rutte, waarin hij het beestje bij de naam noemde: ‘Er is een olifant in de kamer’, schreef hij, ‘maar u weigert hem

Toen kwam de grote instroom van vluchtelingen in 2015 – een periode waarin de foto van het aangespoelde lijkje van de 2-jarige Alan Kurdi wereldnieuws werd, en de Duitse bondskanselier Angela Merkel opzien baarde met Even leek iedereen, van links tot rechts, de olifant in de kamer écht op te merken. Rechts zag het menselijk leed van ‘echte’ vluchtelingen (al is die term een probleem en links zag dat de verzorgingsstaat piepte en kraakte in zijn voegen.

Maar vlak na die vlaag van begrip begon het échte wegkijken pas. In deze periode zag je hoe polarisatie en ‘bubbels’ ontstaan: links en rechts keken elk precies in de tegenovergestelde richting.

Rechts keek richting ‘onze mensen eerst’, en weg van de problemen die ontstonden door het steeds restrictievere beleid aan de Europese buitengrenzen – de de door de EU gefinancierde detentiecentra in Libië waar verkrachting

Links keek juist richting ‘mensenrechten’, en weg van de problemen met veiligheid, druk op sociale voorzieningen en culturele verschillen in de Nederlandse samenleving.

Had je het over de Middellandse Zee, dan zag rechts alleen nog een strijdtoneel, links alleen nog een menselijke tragedie.

Midden daartussen zat ik. Ik had de grootst mogelijke moeite om mijn stukken over de complexiteit van migratie in het publieke debat te krijgen.

Ik schreef over opgejaagde migranten in de over overstromend sanitair in over de eenzaamheid van Italiaanse eilandbewoners die probeerden Later verhuisde ik naar Nigeria, om de effecten van het Europese beleid in de landen waar migranten vandaan kwamen De gemene deler was het menselijk leed, maar ook het uitblijven van een politieke oplossing om de problemen met het asielsysteem aan te pakken.

De olifant die ons het zicht ontneemt

Zo rond de verkiezing van de Amerikaanse president Donald Trump in 2016, begon de olifant in de kamer van gedaante te veranderen. Dat raakte in Europa in een stroomversnelling vanaf 2022, toen rechts-radicale partijen in bijna alle Europese landen en niet veel later in het ene na het andere land aan de

Door die opkomst kónden andere politici eigenlijk niet anders dan toch ook eens over hun schouder kijken. En daar kwam de buitenproportionele olifant van extreemrechts in beeld. Een olifant die zó groot was geworden dat-ie het zicht op alle andere problemen in de samenleving ontnam.

Het progressieve verhaal over migratie is inmiddels verschrompeld tot een reactie op rechts

Want het verhaal werd: migratie is de oorzaak van alles wat er misgaat in de maatschappij. Het is een eenvoudig en o zo effectief verhaal in een veranderende wereld waarin veel mensen zich onzeker voelen. Van woningnood tot wachtlijsten in de zorg, van tot lerarentekorten – extreemrechts verbindt ze aan migratie.

Na al die jaren weet ik als geen ander: er zíjn allerlei problemen in de asielketen. Van tot de tot de onmogelijkheid om afgewezen asielzoekers uit te zetten En dat maakt de karikatuur die extreemrechts van migratie heeft gemaakt ook zo moeilijk te bestrijden: een goede karikatuur bevat altijd een kern van waarheid.

Maar het probleem dat daar nu bij is gekomen, is dat extreemrechts zo veel problemen toedicht aan migratie – zeg maar gerust: bijna alle – dat het praktisch onmogelijk is geworden om nog normaal te praten over die problemen. Zo twitterde Geert Wilders in september over het tekort aan blijf-van-mijn-lijfhuizen: ‘Geen plek voor onze eigen vrouwen die gevaar lopen, maar wel tienduizenden opvangplekken voor asielzoekers.

Wat vrouwen op de vlucht voor hun gewelddadige partner dan wel moeten? Daar had Wilders het dus niet over.

Dat mag niet, dat kan niet – dat werkt dus niet

Wat rest voor iedereen links van extreemrechts, is vooral reageren op de overdrijvingen of regelrechte leugens: dat klopt niet, dat kan niet, dat mag niet, dat lost niks op, dat werkt niet.

Het progressieve verhaal over migratie is inmiddels

Maar daarmee beland je als vanzelf in een perverse dynamiek. Want hoe meer je zegt ‘dat klopt niet’, ‘dat kan niet’ of ‘dat mag niet’, hoe meer je beschuldigd wordt van het ontkennen van problemen die mensen echt ervaren.

Een alleenstaande moeder die nog bij haar ouders woont omdat ze geen woning kan vinden, heeft geen boodschap aan een links verhaal over internationaal recht of morele plicht. Want hoewel migratie níét de oorzaak van haar problemen is, is dat rechts-populistische narratief wél een eenvoudig en aantrekkelijk verhaal: als migratie stopt, zal alles beter worden. Wie dat ontkent, ontkent dus de problemen in de maatschappij, werd het dominante verhaal.

‘De premier zegt: het gevoel van de mensen’, riep Frans Timmermans met overslaande stem in het Kamerdebat over de asielnoodwet afgelopen september. ‘Wij moeten hier besluiten op basis

Foto door Sem van der Wal /ANP (beeldbewerking door De Correspondent).

Die overslaande stem is voor mij tekenend voor het linkse onvermogen om om te gaan met het populistische narratief. Natuurlijk zijn feiten belangrijk, maar de alleenstaande moeder uit de alinea hierboven zal zich vooral onbegrepen voelen door dit gefactcheck van Timmermans.

Zolang mensen een asielcrisis ‘ervaren’, kun je niet volledig voorbijgaan aan die ervaring.

En zo is het migratiedebat een soort feedbackloop geworden. Kritiek op het rechts-radicale idee dat immigratie gestopt moet worden, leidt onder het deel van de bevolking dat die immigratie juist als dé oorzaak van al zijn problemen ziet, tot een gevoel van miskenning. En dus tot méér stemmen voor radicaal-rechts.

Een van de retorische trucs van populistische partijen als de PVV is de pretentie te spreken namens ‘het volk’. Wie kritisch is op de PVV, is kritisch op Deze dynamiek zuigt het politieke en maatschappelijke debat steeds verder naar rechts, uit angst om dat ‘volk’ te vervreemden.

Ook media worden erin meegezogen – wie kritisch schrijft behoort tot de ‘linkse elite’ (en dus niet tot ‘het volk’). Het Sociaal en Cultureel Planbureau waarschuwde hier begin dit jaar nog voor: ‘Controlerende machten worden dan niet gezien als beschermers van burgers tegen een te sterke uitvoerende macht, maar eerder als krachten die de uitvoering van de wil van het volk

Zo sta je als journalist dus buitenspel – en is de gijzeling van het migratiedebat door extreemrechts compleet.

Dat dit een winnende strategie is, hebben we de afgelopen verkiezingen gezien.

De roze olifant

Anno nu hoef ik nauwelijks meer moeite te doen om mijn artikelen aan de man te brengen, of uit te leggen hoe ze aansluiten bij het publieke debat – migratie ís het publieke debat.

Neem de vergadering die wij op de redactie van De Correspondent hadden over het regeerprogramma. We zitten daar met allerlei collega’s die ontzettend veel weten van allerlei belangrijke thema’s – stikstof, AI, de energietransitie, klimaat, onderwijs – maar zo’n beetje alle vragen waren gericht aan mij. Asielmigratie wordt namelijk door dit kabinet openlijk gebruikt als zondebok voor alle echte problemen.

Denk aan de wooncrisis. Eén maatregel uit het regeerprogramma kreeg zo’n beetje alle aandacht: het afschaffen van de voorrangsregeling voor statushouders op een Statushouders krijgen inderdaad een deel van de vrijkomende sociale huurwoningen Maar zij zijn niet de oorzaak van de woningnood. In feite leidt de focus op asielzoekers dus af van het echte probleem: er worden

Ziehier uw zichtbelemmerende olifant.

Of, dacht ik na de vergadering, is de olifant inmiddels niet wéér van gedaante veranderd? Het gevoel dat zich steeds meer aan mij opdringt, is dat er mínder focus op mijn thema zou moeten liggen. De huidige aandacht voor asielmigratie is niet alleen overdreven, ze is ook gevaarlijk.

Maar dat zeggen is meedoen aan het probleem. Want wat gebeurt er als je zegt: ‘Denk niet aan een roze olifant’? Juist, dan denk je dus aan een roze olifant.

Zeggen dat het minder over migratie moet gaan, is het gesprek weer over migratie laten gaan.

Minder oplossingen, meer stemmen

Het meest zorgelijke is misschien wel dat dit kabinet deze feedbackloop verplaatst: van debatteren en stemming maken naar beleid. De ervaring van een asielcrisis in Nederland vormt nu de basis voor vergaande maatregelen om

Alle maatregelen zullen het systeem verder ontwrichten. En wie wint er stemmen als de asielopvang een probleem blijft? Juist

Dat zal niet leiden tot minder problemen met migratie, wél tot meer stemmen voor extreemrechts. Ga maar na.

Dan zullen meer ongedocumenteerden op straat leven, wat meer overlast zal geven.

De spreidingswet terugdraaien? Dan zullen de noodopvanglocaties blijven overstromen, wat meer overlast zal geven.

Geen minister die gemeentes actief probeert te overtuigen om asielzoekers op te vangen? Dan slapen er weer mensen buiten in Ter Apel, wat meer overlast zal geven.

De voorrang voor statushouders op sociale huurwoningen afschaffen? Dan blijven de huidige asielzoekerscentra overvol, wat meer overlast zal geven.

Al deze maatregelen zullen het systeem verder ontwrichten, omdat ze het tegenovergestelde van oplossingen zijn: ze verergeren bestaande problemen.

En wie wint er stemmen als de asielopvang een probleem blijft? Juist.

Hoe klinkt een ánder verhaal over migratie?

Nu praat ik al jaren vrolijk mee in de echokamer van het migratiedebat.

Of nu ja, vrolijk. Ik begin er behoorlijk moedeloos van te worden. Want hoe langer ik erover schrijf, hoe zinlozer dat lijkt. Alles belandt in die gekke feedbackloop van politiek, media en publiek. Het klassieke speelveld waarop de journalist de machthebber controleert en de machthebber zijn verantwoordelijkheid neemt als de journalist onwaarheden of misstanden aankaart, is onherkenbaar veranderd als het om migratie gaat.

Ik wil uit deze feedbackloop, maar de vraag is: hoe?

Onze hoofdredacteur Rob Wijnberg schreef onlangs: mensen Of zo’n verhaal strookt met de werkelijkheid, doet er weinig toe: verhalen máken namelijk die werkelijkheid. En momenteel wint rechts de migratieverhalenwedstrijd met vlag en wimpel.

Op rechts gaat het migratieverhaal immers over willen. We willen meer grip op onze grenzen, we willen geen overlast van asielzoekers, we willen woningen en gezondheidszorg zonder wachtlijsten, we willen buren die op ons lijken, we willen kunnen doen en zeggen wat we willen.

Het linkse verhaal, daarentegen, gaat vooral over We moeten internationale verdragen naleven, we moeten dealen met onze koloniale erfenis, we moeten tolerant zijn, we moeten mensenrechten verdedigen, we moeten onze morele plicht vervullen, we moeten onze woorden zorgvuldig kiezen.

Het is tijd voor een nieuw verhaal over migratie. Een verhaal dat niet alleen reactief is of over plichten gaat, maar over een betere toekomst waar we met elkaar naartoe willen werken. En een verhaal dat de reële uitdagingen van het asielsysteem niet wegstopt. Dat problemen als te weinig opvangplekken, of het uitzetten van afgewezen asielzoekers bij de hoorns vat.

Hoe moet zo’n nieuw verhaal klinken? Wie moeten een plek hebben in zo’n verhaal? Hoe vertel je een verhaal dat ook mensen bereikt die er niet al in geloven? Hoe maak je een verhaal dat zo complex is ook nog een beetje begrijpelijk?

En, om de roze olifant er nog even bij te halen: moet zo’n verhaal wel over migratie gaan?

Op die vragen wil ik antwoorden gaan zoeken, samen met jullie. Wie moet ik volgens jullie spreken? In welke vakgebieden moet ik op zoek naar antwoorden? Welke boeken, onderzoeken of ideeën zouden kunnen helpen? Ik hoor heel graag van jullie.