Vandaag kiest Amerika, voor wantrouwen en eigenbelang óf samenwerking en solidariteit

Rob Wijnberg
Oprichter
In het artikel staan diverse campagnebeelden uit 2024. Bovenstaande foto is gemaakt in Franklin, North Carolina (Yasuyoshi Chiba/AFP).

Vandaag maken de Verenigde Staten een verstrekkende keuze. Of ze kiezen voor een wereldbeeld waarin winnen ten koste van anderen centraal staat. Of ze kiezen voor een wereldbeeld waarin verschillen, hoe groot ook, nog altijd te overbruggen zijn. Voor het land zelf, maar ook de rest van de wereld, is het te hopen dat laatstgenoemde zegeviert.

Vandaag, op 5 november 2024, staan twee fundamenteel tegengestelde wereldbeelden op het Amerikaanse stembiljet.

Ten grondslag aan het ene wereldbeeld, laten we dat voor het gemak het ‘rechter’ wereldbeeld noemen, ligt de notie dat de wereld ten diepste een onveilig, oneerlijk en permanent strijdtoneel is – met een strijd die niet op te lossen maar alleen te winnen is.

De aanname achter dit wereldbeeld is dat de mens ten diepste een wezen is dat gemotiveerd wordt door eigenbelang en dus zijn macht uiteindelijk altijd zal aanwenden ten koste van jou. In de strijd om overleving – en dus om macht, middelen en positie in de maatschappelijke hiërarchie – is het daarom zaak sterker te zijn dan ‘de Ander’. De wereld is namelijk een zero sum game: de winst van de een is onherroepelijk het verlies van een ander. 

Dit wereldbeeld

Ten grondslag aan het andere wereldbeeld, laten we dat voor het gemak het ‘linker’ wereldbeeld noemen, ligt óók de notie dat de wereld een onveilig en oneerlijk strijdtoneel is, maar met een strijd die niet permanent hoeft te zijn. Die strijd zal namelijk verminderen of zelfs verdwijnen, is de gedachte, als de meest basale oorzaken ervoorsociale en economische ongelijkheid – weggenomen worden.

De aanname achter dit wereldbeeld is dat de mens, ten diepste, een sociaal wezen is dat boven zijn eigenbelang kan uitstijgen, mits hij daartoe door de omstandigheden in staat wordt gesteld. 

De strijd is hier dus, anders dan op rechts, niet een onvermijdelijk gevolg van de egoïstische menselijke natuur of van onoplosbare schaarste, maar de consequentie van door mensen gecreëerde en te veranderen omstandigheden. Dat maakt van de wereld geen zero sum game, maar een optelsom: hoe beter het met de groep gaat, hoe beter het ook de individuen in de groep vergaat. De sleutel tot succes is de herverdeling van macht en middelen, die zal leiden tot het begraven van de strijdbijl.  

Dit wereldbeeld wordt in de politieke filosofie ook wel ‘idealisme’ genoemd.

Een drijvend billboard, voorafgaand aan een concert van Taylor Swift in Miami. Foto: John Parra/Getty Images voor DNC
Billboard in Milwaukee, Wisconsin. Foto: Scott Olson/Getty

Donald Trump, de belichaming van zero sum

Van het eerste wereldbeeld is de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump de welhaast perfecte personificatie. Zijn hele doen en laten valt rationeel te verklaren uit de filosofische premisse dat de wereld een machtsstrijd is waarin winnen het enige is dat je behoedt voor de overheersing van de ander – en daarmee voor het onvermijdelijke mes in je rug dat je van die door eigenbelang gedreven ander kunt verwachten.

Perfect logisch volgt uit dit wereldbeeld dat immigranten mensen zijn die iets komen afpakken, dat de overheid een construct is dat het gemunt heeft op jouw vrijheid en ‘de Ander’ een gevaar vormt voor jouw positie in de hiërarchie. Zoals het ook volstrekt te verwachten is dat een verkiezing ‘verliezen’ niet tot de acceptabele opties behoort: alleen de winnaar overleeft. 

Om die reden is het ook geen verrassing dat de boodschap van de Democraten dat met een tweede presidentschap van Trump ‘de democratie’ op het spel wordt gezet, nauwelijks effect op Trumps achterban heeft. Waarom zou je de macht met anderen willen delen (de essentie van een democratie) als het slimmer is om die van jezelf te vergroten? 

De beste bescherming tegen een onveilige en oneerlijke wereld is juist minder verdeling van de macht en meer toe-eigening ervan, in de vorm van een sterke man die de machtsstrijd in jouw voordeel beslecht. De hiërarchie waarin je gevangenzit, is immers een gegeven: je kunt er dus maar beter zo hoog mogelijk in proberen te eindigen dan krankzinnige pogingen te doen haar weg te nemen. 

Die ‘krankzinnige’ pogingen (in dit rechter wereldbeeld vaak aangeduid als ‘socialisme’ of, nog erger, ‘communisme’) zijn niets meer dan een glijbaan naar tirannie – gevaarlijke pogingen van de bovenkant van de piramide om af te pakken wat van jou is en dat weg te geven aan een ander, uit naam van zogenaamde rechtvaardigheid. 

Polariseren wordt op rechts dan ook lang niet zo’n probleem gevonden als op links: de machtsstrijd is er toch – dus dan kun je het maar beter voor jouw kamp opnemen. Pas als je, zoals op links vaak het geval is, denkt dat de stríjd het probleem is – en gelijkheid de manier om die te temperen – wordt polariseren onderdeel van het probleem: het maakt de zelfgecreëerde ‘tegenstellingen’ alleen maar onoverkomelijker.  

Billboard in Perry, Georgia. Foto: Yasuyoshi Chiba/AFP
Billboard in New Mexico. Foto: Alexandra Buxbaum/SIPA USA

Kamala Harris, de minder eenduidige Democraat

Van dat tweede wereldbeeld is de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris de vertegenwoordiger, zij het een nadrukkelijk minder sterke dan Donald Trump dat is van het eerste. 

Harris is een sociaaldemocraat, in de zin dat ze ten diepste gelooft dat de mens, mits in de juiste omstandigheden, meer geneigd is tot samenwerken dan tot een ander pootje lichten. Daaruit volgt ook haar overtuiging dat de herverdeling van macht en middelen de beste manier is om die sociale aard van de mens te doen floreren. Ze ziet immigranten eerder als mensen op zoek naar betere kansen dan als profiteurs, zoals ze de overheid ook meer als een voorwaarde voor vrijheid ziet dan als een bedreiging ervan.

De democratie is de beste organisatievorm om dat alles te bewerkstelligen, want alleen dan is de politieke macht in theorie het eerlijkst verdeeld. Polarisatie is geen onvermijdelijke consequentie van een strijd om macht, maar hetgeen je moet overwinnen om tot rechtvaardigheid te komen.

Tegelijkertijd is Harris duidelijk minder een filosofisch idealist dan bijvoorbeeld oud-president Barack Obama. Waarschijnlijk omdat ze jarenlang openbaar aanklager van criminelen was – een beroep dat eerder geworteld is in filosofisch realisme dan in idealisme. Zo is ze tougher on crime dan tough on poverty en spreekt ze positiever over het recht op wapenbeziteen indicatie dat ze meer een aanhanger van realpolitik is dan de linksere vleugel van haar partij. 

Obama bouwde zijn hele campagne op de filosofische boodschap dat de politieke strijdbijl begraven kon worden (‘Yes we can’) en dat de ‘arc of history will bend towards justice’ als het Amerikaanse volk zijn gemeenschappelijke belang voorrang zou geven op het individuele belang. (‘There is not a liberal America and a conservative America – there is the United States of America.’) Die boodschap hoor je nauwelijks bij Harris: bij haar gaat het meer om individuele vrijheid en economische voorspoed dan om nationale eenheid en collectieve rechtvaardigheid.

Die boodschap heeft als voordeel dat je er kiezers met een gematigd realisme mee wint. Prosecutor Harris is meer een ‘strijder’ dan community organizer Obama (letterlijk: gemeenschapsorganiseerder), en daarmee aantrekkelijker voor mensen die ten diepste meer hechten aan winnen dan aan verbinden. Tegelijkertijd vervreemd je daarmee de filosofisch idealisten van je, die ten diepste meer geloven in het overbruggen van verschillen dan in het winnen ten koste van een ander.  

Harris is dan ook, hoe gek dat ook klinkt, minder een verbinder binnen haar eigen achterban dan Trump dat is voor die van hem. Wie zero-sum-game denkt, heeft in Trump een volstrekt eenduidige vertegenwoordiger. Wie in the-total-is-more-than-the-sum-of-its-parts gelooft, heeft in Harris een minder duidelijke kandidaat. Vandaar, vermoed ik, de haast religieuze steun in het ene kamp voor Trump en de meer ingetogen steun voor Harris in het andere.

Dit billboard werd geplaatst door het Democratisch Nationaal Comité op tien locaties in Milwaukee. Je ziet Donald Trump die kritiek uit op de stad – de plek waar de Republikeinen niet veel later hun congres hielden.
Billboard in Milwaukee, Wisconsin. Foto’s: Scott Olson/Getty

De grote vraag: welk wereldbeeld trekt aan het langste eind?

De grote vraag, waar de wereld vanavond of de komende dagen een antwoord op krijgt, is welk wereldbeeld uiteindelijk aan het langste eind zal trekken. 

Wint Trump, dan is dat een uitgesproken keuze voor een machtspolitiek die drijft op wantrouwen en eigenbelang. Voor een wereldbeeld waarin winnen ten koste van anderen loont, en kiezen voor jezelf (‘America first’) consequent de voorkeur krijgt boven een vermeend collectief belang. Het zou bovendien een keuze zijn voor een uitgesproken autoritaire leidersfiguur, die zich noch door de wet, noch door de feiten, noch door een basaal moreel kompas laat beperken in zijn banaalste en kwaadaardigste impulsen. Die aan de lopende band liegt, bedriegt en vernedert uit persoonlijk gewin, zelfbehoud en een compleet gebrek aan zelfbeheersing. 

Wint Harris, dan is dat in de eerste plaats opnieuw een afwijzing van haar tegenstrever, en daarmee bovenal een overwinning voor een politiek die nog gelooft in samenwerking en gedeelde belangen. Het zou een overwinning zijn van een wereldbeeld waarin tegenstellingen, hoe groot ook, nog altijd overbrugbaar zijn en solidariteit de kans op overleven het grootst maakt. Het zou bovendien een keuze zijn voor een leider met een basale achting voor de democratische rechtsorde, en voor de feiten waar die orde op gestoeld is, ook als ze haar dwarszitten of tegenspreken. 

Van Harris kun je van alles vinden, maar een bedreiging voor de komende verkiezingen is ze in ieder geval niet. Van haar tegenstrever is dat niet te zeggen. Het is zelfs maar zeer de vraag of hij zich bij een uitslag die Harris tot winnaar kroont zal neerleggen.

Het enorme verschil tussen de twee laat zien hoe fundamenteel de keuze is waar deze verkiezingen in de Verenigde Staten om draaien – en hoeveel er op het spel staat. Welk van de twee wereldbeelden je ‘realistisch’ in de oren klinkt en welk niet, welk je aantrekkelijk lijkt en welk afschuwelijk, hangt helemaal af van de wereld waarin je denkt te leven. 

Ik hoop in ieder geval met heel mijn hart dat het laatste wereldbeeld zal zegevieren.