Hoe school 24/7 werd
Tegenwoordig kunnen leerlingen ook ’s avonds, in het weekend of tijdens een vakantie een nieuw cijfer krijgen. Prestatiedruk, altijd en overal.
Als Aya (16) op vrijdagmiddag uit school komt, weet ze: het refreshen en scrollen op Magister kan beginnen.
Magister, dat is de app waar leerlingen (en hun ouders) onder andere in kunnen zien of er nog nieuwe cijfers online staan. Aya’s docent Engels heeft eerder die week tegen de klas gezegd dat ze de cijfers dit weekend in Magister zal zetten. Tot 12 uur ‘s avonds, ze ligt al in bed, refresht Aya daarom de cijfer-app. Middernacht is voor haar de grens om te kunnen accepteren dat de cijfers die avond niet meer online zullen komen.
Als Aya op zaterdagochtend opstaat, is een van de eerste dingen die ze doet haar telefoon pakken en weer Magister checken. Misschien is haar docent wel vroeg wakker geworden om na te kijken.
Geen nieuwe cijfers.
Aya loopt naar de bakkerij waar ze in het weekend werkt. Achter de taartjes begint het toch weer te knagen. Zou het cijfer al online staan? Zo nu en dan kijkt ze stiekem op haar telefoon of piept ze ertussenuit om het op de wc te checken.
Geen nieuwe cijfers.
Om 12 uur ‘s middags heeft Aya pauze. Ze loopt naar de Dirk om een broodje te halen, wanneer ze de berichten ziet binnenstromen in de appgroep die ze met vriendinnen heeft.
De cijfers staan erop!
Aya opent haar Magister-app. ‘En ik zie een dikke, rode 3 staan. Mijn hele pauze verpest, de rest van mijn shift verpest’, vertelt ze me in de aula van haar school.
Aya: ‘Als een docent ‘dit weekend’ tegen mij zegt, dan ga ik dat hele weekend Magister checken. Als ik wakker word, voordat ik ga slapen, als ik random in de nacht wakker word. Dan refresh ik ook gewoon Magister, want ik heb weleens gehad dat een docent de cijfers om 3 uur ‘s nachts online zette.’
Sinds het begin van het decennium zijn in de hele samenleving de grenzen tussen thuis en werk onder invloed van digitale technologie sluipenderwijs vervaagd. Collega’s begonnen ‘s avonds te appen, shoppen kon opeens ook onder werktijd, en partners gingen elkaar overdag voortdurend op de hoogte houden van hun besognes. Digitale technologieën braken met de vanzelfsprekende barrières van tijd en plaats die onze levens al die jaren daarvoor gestructureerd hadden.
Ook de grens tussen school en thuis vervaagde. Tot een paar jaar geleden was het duidelijk dat een leerling een cijfer alleen kon krijgen als hij op school was. In de les, of met een briefje op het prikbord. Tegenwoordig kunnen leerlingen – én hun ouders – dat cijfer ieder moment van de week verwachten. ‘Altijd en overal’, adverteert Magister – een van de twee grote leerlingvolgsystemen in het voortgezet onderwijs (de ander is Somtoday). Op de eigen site beschrijft Magister de filosofie achter haar systeem: ‘AAN is het sleutelwoord. Iedere dag zetten wij samen de onderwijswereld AAN. Dat doen wij met nieuwe, flexibele manieren om informatie te verwerken en met enthousiaste medewerkers. Zo kunnen docenten al hun energie blijven geven om leerlingen maximaal AAN te zetten.’
En AAN-staan gingen ze, die leerlingen. School is in rap tempo 24/7 geworden. School, altijd en overal.
Wat 24/7 school met leerlingen doet
Aya is een van de pakweg twintig leerlingen die ik afgelopen maanden sprak over de digitale leerlingvolgsystemen Magister en Somtoday.
Vrijwel al die leerlingen vertellen me in verschillende varianten hetzelfde verhaal. Ze vertellen over het feestje op zaterdagavond dat geen feestje meer was toen de cijfers voor aardrijkskunde online kwamen. Over vlak voor het slapengaan een slecht cijfer krijgen en niet meer in slaap kunnen komen. Over ‘Magister unpacken’. Ze vertellen over refreshen, nog eens refreshen, nog eens refreshen – ah, biologie staat online! Over ouders die vragen of ze nog cijfers hebben gehaald, maar stiekem al weten van wel. Over de ouder die haar zoon tijdens zijn les appt: ‘Je cijfer voor Frans staat erop!’
Uit een steekproef onder 172 vmbo-brugklasleerlingen, uitgevoerd door onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, blijkt dat meer dan de helft van de leerlingen ‘s avonds nog berichten krijgt van school (niet alleen over cijfers). Bijna twee op de drie zegt vaker op zijn telefoon te kijken wanneer er een cijfer online kan komen. Ruim een op de drie leerlingen geeft aan later te gaan slapen of langer wakker te liggen vanwege berichten van school in de avond. Net geen driekwart van de leerlingen geeft aan dat hun ouders ‘vaak’ of ‘altijd’ meekijken met hun rooster, huiswerk en cijfers.* Een andere steekproef onder 209 vmbo-scholieren geeft een soortgelijk beeld.
Zowel aan de Vrije Universiteit als bij de GGD in Amsterdam zien ze een van de gevolgen: slechte slaap.*
Leerlingen die vaker op hun telefoon kijken als ze een cijfer verwachten, blijkt uit een analyse van de data, piekeren meer en voelen zich vaker gestrest wanneer ze gaan slapen. Ook leerlingen die later gaan slapen of langer wakker liggen door berichten van school in de avond piekeren meer, ervaren meer stress en slapen daardoor slechter. ‘s Avonds begint het lichaam melatonine en andere hormonen aan te maken die het lichaam een seintje geven: tijd om te gaan slapen. Stress maakt juist hormonen aan die het lichaam alert houden, zoals cortisol – en die houden mensen wakker.
In de woorden van Aya: ‘Als je weet dat er een cijfer op komt, maar je weet niet concreet wanneer, dan heb je wel zo’n vies gevoel. Daar kan je echt niet lekker door slapen.’
Slaap heeft directe invloed op de schoolprestaties van leerlingen, op of ze zich de volgende dag op school kunnen concentreren en of ze informatie goed kunnen onthouden.* Wie slecht slaapt, kan bovendien zijn emoties minder goed reguleren en gaat slechter om met stress.* Op de lange termijn is dat een voorspeller voor angst* en depressie.*
24/7 prestatiedruk
Wat te doen? ‘Leerlingen zijn niet verplicht te kijken als de cijfers online komen. Ouders ook niet’, schrijft een docent economie op LinkedIn. ‘Misschien is het een idee om het begrip “curlingdocent” in te voeren’ (26 likes).
Ik leg het Aya voor, en die denkt daar toch echt anders over. ‘Ja, dat is alsof daar een snoeppot staat en je dan tegen een kind zegt: “Die mag je niet aanraken!” Aan het eind van de dag bepalen die cijfers wel of ik overga of niet, of ik mijn examens haal of niet. Dus je kunt niet zeggen dat het niet belangrijk is, want het is wél belangrijk.’
In een samenleving waarin niet je afkomst maar je opleiding je maatschappelijke positie bepaalt, is de druk om de hoogste diploma’s te halen groot. De concurrentie om felbegeerde banen is bovendien groter geworden, omdat er steeds meer universitair opgeleiden zijn. Ook de druk van ouders is toegenomen. Zij zijn zelf steeds vaker naar de universiteit geweest en verwachten van hun kinderen minstens eenzelfde diploma. Er staat voor leerlingen dus veel op het spel.
Het is een vorm van verslaving waar je als school aan meewerkt
En dat die cijfers – anders dan vroeger – ieder moment online kunnen komen, maakt ook een groot verschil. Onvoorspelbaarheid, weten wetenschappers al heel lang, is een van de twee belangrijke factoren voor stress. Niet weten wanneer je een cijfer krijgt, leidt tot meer stress dan weten dat je volgende week tijdens de les je cijfer krijgt. Onderzoek naar gedragsverslaving laat bovendien zien dat mensen repetitief gedrag gaan vertonen (zoals voortdurend refreshen) wanneer ze er vaak niet, maar soms wel voor beloond worden. Bijvoorbeeld wanneer ze vaak niet, maar soms wel een nieuw cijfer zullen zien. Juist dat refreshen leidt tot nog meer stress, omdat leerlingen daardoor voortdurend bezig zijn met de mogelijkheid dat er een cijfer online kan komen.
Het cijfer van Damocles.
Prestatiedruk en smartphones werden de afgelopen jaren aangewezen als de twee grote boosdoeners voor de groeiende psychische problemen onder jongeren. Onderzoekers vochten elkaar het lab uit om dan wel prestatiedruk, dan wel de smartphone aan te wijzen als schuldige voor het feit dat jongeren hun leven een steeds lager cijfer geven. Het leerlingvolgsysteem laat zien dat de twee verklaringen ook prima samen kunnen gaan.
Altijd en overal prestatiedruk. Nogal wiedes dat leerlingen graag zo snel mogelijk hun cijfer willen weten en de verleiding om voortdurend Magister te checken niet kunnen weerstaan.
Wat moet er dan wel gebeuren?
Aya heeft wel een advies aan leraren: ‘Als je een cijfer gaat plaatsen, zeg dan op welke dag en welk tijdstip. Als je heel breed zegt ‘het komt in het weekend’, dan verpest je eigenlijk dat hele weekend. Want dan kan het er ook op zondagavond op komen, en dan was ik mijn hele weekend gaan piekeren en scrollen.’
Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam en de GGD Amsterdam adviseren met het ‘Charge Your Brainzzz’-programma scholen om iets te doen aan onderwijs dat altijd en overal is. Een paar van die adviezen: geef cijfers binnen ‘volwassen werkuren’, bijvoorbeeld tussen 8:00 en 18:00 uur, voer huiswerk meteen na de les in en communiceer aan leerlingen dat docenten na 18:00 uur niet meer bereikbaar zijn.
Het lijkt allemaal zo voor de hand te liggen. Na mijn gesprekken met leerlingen en wetenschappers vraag ik me dan ook af: waarom is dat nog niet op alle scholen beleid? Ik kom in contact met Magister en Somtoday en op LinkedIn doe ik twee oproepen: een aan leraren en een aan schoolleiders. Op die eerste oproep komen 202 comments en op de tweede reageren negen schoolleiders.
Waarom leraren cijfers 's avonds online zetten
‘Het is een vorm van verslaving waar je als school aan meewerkt’, zegt schoolleider Hiske Kromdijk. ‘Magister zit in hun standaard-riedeltje. Ze openen hun Snap, ze openen hun WhatsApp en ze openen ook Magister – zonder erbij na te denken.’ Leerlingen ervaren dat zelf niet eens altijd als een probleem, weet Kromdijk, maar eerder als een gegeven.
Tot vorig jaar zetten ook docenten op Kromdijks school, de vmbo-havo-vwo-locatie van de Thorbecke Scholengemeenschap, cijfers regelmatig buiten schooltijd online.
Ook al leidt dat tot veel stress, toch is het niet zo gek dat dat al jaren zo gaat.
Leraren doen in feite niets anders dan wat ze vroeger deden. Ze kijken ‘s avonds of in het weekend na en administreren vervolgens de cijfers. ‘Het is geen 9-tot-5-baan. We zijn professionals en maken de klus af waar we aan zijn begonnen’, schrijft een docent bedrijfseconomie erover op LinkedIn (44 likes). Alleen heeft een papieren agenda nu plaatsgemaakt voor het digitale Magister of Somtoday. Dat er daarmee voor leerlingen wél veel veranderde, daar staat niet iedere leraar bij stil.
Toch moest Kromdijk na verzet van de leerlingenraad een concessie doen
Voor leraren die het wel anders willen doen, zijn de technische mogelijkheden die Magister en Somtoday bieden niet optimaal. Het is op beide platforms bijvoorbeeld niet mogelijk om cijfers in te voeren en vervolgens in te plannen wanneer die ook voor leerlingen zichtbaar zullen zijn – zoals bij een e-mail wel kan. Magister en Somtoday leggen uit dat hun systemen nu eenmaal 24/7 aan staan, en dat restricties inbouwen tijd en inspanning kost. De bedrijven zijn voortdurend in gesprek met scholen (beide kennen bijvoorbeeld een gebruikersvereniging ), maar afgelopen jaren was er vanuit het onderwijs nauwelijks vraag naar zulke restricties.
Bovendien is het maar de vraag of zo’n technologische oplossing voldoende is, want leraren denken hun leerlingen een plezier te doen door de cijfers zo snel mogelijk online te zetten – ook als dat ‘s avonds, in het weekend of in een vakantie is. Een docent zegt ook ‘s avonds laat en in het weekend berichten van leerlingen te krijgen: ‘Meneer, heeft u de cijfers al?’ En via via hoor ik over een school die het leerlingvolgsysteem in het weekend ‘dicht’ had gezet, waarop een docent de cijfers alsnog dat weekend deelde via WhatsApp.
Kromdijk besloot na gesprekken met ouders, leraren, de GGD en leerlingen toch te proberen een eind te maken aan die praktijk van 24/7 cijfers delen. Vorig schooljaar werd op Kromdijks school de regel: leraren delen de toetscijfers eerst uit in de klas en bespreken die, om ze daarna pas online te zetten voor leerlingen (en hun ouders). Kromdijk: ‘Onderwijs heeft een opvoedkundige taak. Daar hoort dit bij.’
Non-stop AAN als vanzelfsprekendheid
Toen Kromdijk haar beleid vorig schooljaar herzag, had ze één ding niet voorzien: dat de leerlingenraad moeilijk zou gaan doen. En op haar school heeft die raad een belangrijke stem.
Die leerlingenraad zei: wij vinden het helemaal niet fijn dat nieuwe cijfers uitgedeeld worden in de les. Wij verwerken een onvoldoende liever thuis, in ons eentje, dan in een klas waar iedereen zijn cijfer door het lokaal schreeuwt en het moeilijk is een onvoldoende voor jezelf te houden. Op drie relaxte gasten uit 5 havo na, zeggen ook alle leerlingen die ik afgelopen maanden sprak dat ze een nieuw cijfer liever digitaal krijgen als ze thuis zijn, dan in de klas.
Kromdijk vindt dat vanuit pedagogisch oogpunt niet wenselijk, omdat de context bij zo’n cijfer dan mist. Het hoort volgens haar bij de taak van de docent om cijfers in de klas uit te delen, face-to-face, om zo de blijdschap, het verdriet, de opluchting of de frustratie van een leerling te zien. ‘Dat is essentiële informatie voor het vervolg van het leerproces, en onderdeel van de samenwerking tussen docent en leerling.’ Cijfers digitaal delen kan ook een vorm van conflictmijdend gedrag zijn. Vergelijk het met een werkgever die buiten werktijd een werknemer ontslaat om pas later tekst en uitleg te geven, of een vriend die een relatie verbreekt via WhatsApp. Wel makkelijk, maar het voelt niet goed.
Toch moest Kromdijk na verzet van de leerlingenraad een concessie doen. Cijfers hoeven op haar school niet meer eerst in de klas uitgedeeld te worden, maar mogen alleen tussen 8:00 en 18:00 uur online gezet worden. Als ze maar niet buiten die tijden, in toetsweken, het weekend of tijdens een vakantie gedeeld worden.
Andere schoolleiders, leraren en leerlingen vertellen me dat er op hun school afgelopen jaren ook wel enig cijferbeleid is gekomen. Ik hoor van een school waar het leraren sinds kort verboden is de cijfers van alle leerlingen hardop voor te lezen in de klas of rond te mailen. Op sommige scholen mogen cijfers niet meer tijdens een toetsweek gedeeld worden, omdat een dikke onvoldoende ervoor kan zorgen dat het een leerling niet meer lukt om te leren voor de toetsen die nog komen. Ook vaak genoemd: dat leraren nieuwe cijfers juist niet meer onder schooltijd online mogen zetten, en zeker niet wanneer een klas op dat moment les heeft van een andere docent. Dat zorgt voor te veel onrust.
Schoolleiders zijn zich dus goed bewust van de impact die een (tegenvallend) cijfer kan hebben, en verplaatsen die impact met hun beleid naar buiten het zicht van de school.
Opvallend is waar zulk beleid geen rekening mee houdt: dat in een digitale wereld niet alleen het krijgen van een cijfer emoties oproept (dat was altijd al zo), maar dat vooral de voortdurende mogelijkheid om een cijfer te krijgen voor onnodig veel stress zorgt. Over cijfers die buiten schooltijd online komen, hoor ik afgelopen maanden van verschillende mensen hetzelfde: ‘Balen als je een slecht cijfer hebt, maar leuk natuurlijk als je een goed cijfer hebt!’ Maar dat is niet zo. De leerling die vooral 8’en en 9’s haalt, heeft net zozeer te lijden onder het cijfer van Damocles.
Ook Kromdijk benadrukt dat het haar niet zozeer gaat om de impact van een slecht cijfer, maar vooral om het non-stop AAN-staan als vanzelfsprekendheid. Kromdijk: ‘Als een leerling op het voetbalveld staat en in de rust van de wedstrijd haar telefoon pakt om te kijken of er nog een cijfer online staat, dan gaat er iets mis. Er zijn momenten waarop leerlingen niet met schoolse zaken bezig hoeven te zijn, en tijd en ruimte voor heel andere zaken moeten kunnen hebben.’
Het nieuwe beleid van haar school leidde aanvankelijk tot kinderen die er thuis over mopperden. Zo van: ik wil mijn cijfer weten, waarom duuuuuuuurt het zo lang? Maar, ervaart Kromdijk inmiddels, dat is afgenomen. Het nieuwe beleid heeft rust gebracht.
Altijd en overal AAN?
Onderwijs is afgelopen jaren geleidelijk aan 24/7 geworden. Nu de gevolgen daarvan steeds duidelijker worden, komen we langzaamaan terug van het geloof dat tech altijd een verrijking is.
Kromdijk: ‘Toen Magister zijn intrede deed, zijn we daar gewoon in meegegroeid. Het is nooit een discussiepunt geworden. Vanuit de schoolleiding niet, vanuit docenten niet, vanuit ouders niet. Bijzonder eigenlijk. Want als je er sec naar kijkt, is het heel wonderlijk dat we het zo lang, te lang, op deze manier met elkaar hebben gedaan.’
Altijd en overal AAN? ‘Dat is oude marketing’, zegt Magister, ‘die past bij een oude manier van denken over technologie’. Inmiddels heeft het bedrijf de tekst van de website gehaald.