Met Donald Trump kiest Amerika voor de autoritaire antidemocraat. Laat dat een indringende waarschuwing zijn

Rob Wijnberg
Oprichter
Foto: Carlos Barria/Reuters

De Verenigde Staten hebben op 5 november 2024 welbewust gekozen voor een autoritaire leider die niets opheeft met een onafhankelijke rechtsstaat, een onafhankelijke pers of vrije verkiezingen. Voor Amerikanen is dit een zwarte bladzijde in hun toch al problematische geschiedenis. Voor ons een waarschuwing dat democratie ook hier geen vanzelfsprekendheid is.

De Verenigde Staten zijn op 5 november 2024 weloverwogen het autoritaire pad ingeslagen.

De eerste verkiezing van Donald J. Trump in 2016 kon, mild verwoord, nog een gok worden genoemd: een politieke molotovcocktail richting het gehate establishment – op hoop van zegen.

Na een campagne met slechts een paar concrete plannen (een muur op kosten van Mexico, een opgevoerde olieproductie), geserveerd met veel vage retoriek over hoe Amerika weer ‘geweldig’ zou worden, besloot een nipte meerderheid van de Amerikanen toen: laten we het eens proberen, met de kandidaat die het minst op een normale politicus lijkt. Erger dan Hillary Clinton, en de elite waar zij symbool voor staat, kan het niet zijn.

Nu is dat anders. De herverkiezing van Donald Trump als 47ste president van het land is geen gok meer, maar een bewuste keuze voor een antidemocraat. De ruim 68 miljoen Trump-stemmers (stand van woensdagochtend, 9.00 uur) weten waar ze voor hebben gekozen: een pathologische leugenaar met een strafblad en een narcistische persoonlijkheidsstoornis, die niets opheeft met een onafhankelijke rechtsstaat, een onafhankelijke pers of vrije verkiezingen.

Daar is Trump de afgelopen maanden glashelder over geweest. 

Masha Gessen, dé Amerikaanse expert op het gebied van autoritaire regimes, schrijft dat de eerste regel van opkomende autocratieën luidt: In 2017, toen Trump ook al autoritaire neigingen vertoonde, was die regel nog allerminst ingeburgerd. Eindeloos werd er toen ‘tussen de regels door gelezen’ als Trump weer een absurde of antidemocratische uitspraak deed. 

Foto: Mark Wilson/Getty

Vrouwen in het kruis grijpen, zoals Trump adviseerde, heette toen nog Als hij tijdens zijn rally’s opriep tot geweld, moest dat worden genomen. The New York Times worstelde destijds, bij monde van zijn ombudsvrouw, zelfs nog openlijk met de vraag of ze de leugens van Trump – of toch ‘fouten’ of ‘onwaarheden’. Je wist immers niet of hij zich bewust was van de onwaarheid, of dat hij het echt meende.

Die tijd ligt mijlenver achter ons. De afgelopen vier jaar heeft Donald Trump zonder omhaal laten merken waar hij op uit is: de democratie, haar wetten en haar instituties aan diggelen slaan en vervangen door een persoonlijkheidscultus met hem aan het roer. 

Een klassiek recept voor machiavellistische verdeel-en-heerspolitiek met een dikke laag zelfverheerlijking en een snufje Hollywood. Het hoofdingrediënt: het halve land doen geloven in de Leugen der Leugens, namelijk dat de verkiezingen van 2021 door Joe Biden, zijn opponent, zouden zijn gestolen.

De hoop bij een deel van het Amerikaanse establishment dat Trump na de door hem veroorzaakte bestorming van het Capitool – een couppoging op klaarlichte dag – geruisloos van het podium zou verdwijnen, bleek algauw ijdel.

Trump hield vol, kaapte de Republikeinse Partij en loog zichzelf opnieuw op het stembiljet en naar de overwinning.

Believe the autocrat: dit is wat Trump zelf zegt te gaan doen

Masha Gessens eerste regel der autocraten indachtig betekent dat: zich voorbereiden op wat de man zélf heeft gezegd te gaan doen. 

Massadeportatie van immigranten zonder papieren; kampen bouwen om immigranten in op te sluiten; politieke opponenten vervolgen als ze kritiek leveren of tegen hem in gaan; journalisten vervolgen als ze publiceren wat hem niet bevalt; onafhankelijke overheidsinstanties ontmantelen of onder presidentiële controle brengen; een groot deel van het ambtenarenapparaat ontslaan en vervangen door eigen aanhangers; het leger op demonstranten van een andere politieke kleur afsturen; de zeggenschap van de president zodanig verruimen dat de uitvoerende macht volledig bij hem ligt; en het stemmen in Democratisch gezinde staten en steden bemoeilijken. 

Of, in gewoon Nederlands: de Verenigde Staten omvormen tot een autocratie.

Om tot die conclusie te komen, hoef je geen ‘linkse’ of ‘progressieve’ media te geloven. Zijn eigen uitspraken zijn helder genoeg.

Bij herhaling noemde Trump het verkiezingsproces van de Verenigde Staten ‘corrupt’ en zei hij de uitslag niet te geloven – noch te accepteren – als hij uit de bus zou Hij noemde zijn macht als president artikel 2 van de Amerikaanse grondwet de legitimatie om als president ‘ en beloofde zijn aanhang te zijn om zijn radicaalste plannen onmiddellijk na de verkiezingen te realiseren.

Niet dat de steun voor autoritair leiderschap uit de lucht komt vallen. Wereldwijd zegt bijna een derde van de ondervraagde kiezers met de Verenigde Staten precies op dat gemiddelde: 32 procent – niet toevallig ook grofweg het percentage Amerikanen dat zijn stem eerder aan Trump heeft toevertrouwd. 

Zorgwekkend is dat zeker, maar helemaal onbegrijpelijk niet. De Verenigde Staten zijn immers met recht een te noemen: een land met nauwelijks sociale zekerheid, krankzinnige ongelijkheid en meer wapens in omloop dan er mensen wonen.

Bijna 40 miljoen Amerikanen en de rijkste 1 procent van de bevolking bezit Het land telt bovendien gemiddeld – inmiddels

Geen wonder dus dat zo’n land gevoelig is voor een man die uitblinkt in apocalyptische doembeelden van het eigen land en een megalomaan geloof in het eigen kunnen: Die belofte resoneert in een land waar The American Dream al sinds de jaren zeventig een statistische illusie is en de naam – Verenigde Staten – al zeker twintig jaar een mythe.

Bijna de helft van de Amerikanen ziet de toekomst zwaarmoedig, zo niet ronduit somber in. Dat is, blijkt nu, een uiterst vruchtbare bodem voor een met nostalgie doordrenkt nationalisme, dat met vier simpele woorden (‘Make America Great Again’) het volk belooft terug te keren naar een niet-bestaande tijd, een verzonnen vroeger, toen het land nog ‘fantastisch’ was.

Terug naar dat verleden, aan de leiband van een sterke man zonder moreel kompas: voor zeker een derde van de Amerikanen klinkt die belofte beter dan een democratie vol tekortkomingen en zonder garantie op resultaat.  

Foto’s: John Moore & Chip Somodevilla/Getty

Hoe goed zijn de Verenigde Staten bestand tegen deze autoritaire aanval?

De grote vraag is nu hoe goed de Amerikaanse democratische rechtsorde bestand is tegen deze autoritaire aanval. De optimistische lezing van mensen met verstand van zaken luidt: zo eenvoudig glijdt een democratie, zelfs een gemankeerde democratie als de Amerikaanse, niet af naar een autocratie.

Tussen woord en daad zitten nog een boel hekken en dammen: een Congres, een Senaat, een grondwet, een rechtsstaat, een pers en een bevolking. Plus, zeggen critici: Donald Trump is te veel met zichzelf en te weinig met echte verandering bezig om een serieus verschil te maken op dit vlak. Kijk maar naar zijn eerste termijn. Veel meer dan een halve muur en wat belastingverlagingen voor de rijkste Amerikanen leverde die niet op. 

Voor die ‘het zal zo’n vaart niet lopen’-lezing valt wat te zeggen: Amerika is geen voormalige Sovjet-Unie of Duitsland uit de jaren dertig. Een autocratie vereist discipline, toewijding, plannen en capabel personeel – niet bepaald de sterkste kanten van de man die zelfs zijn eigen biografie liet fabuleren door een ghostwriter.

Toch waarschuwen steeds meer deskundigen – als niet uit realisme dan toch uit voorzorg – voor pessimistischer scenario’s. Genoeg ingrediënten namelijk om niet zomaar van het positieve uit te gaan: de sociale en economische ongelijkheid in het land maakt het al praktisch een oligarchie – dat is alvast een paar treden richting autocratie.

Tel daarbij op een extreme politieke polarisatie, een gigantisch wantrouwen jegens overheid, rechtspraak en media, alomtegenwoordig wapengeweld én een charismatische populist met een religieuze invloed op zijn aanhang, en opeens ziet het plaatje er een stuk zwartgalliger uit.

Daarbij komt nog een zorgwekkende verandering ten opzichte van vier jaar geleden: alle ‘redelijke’ Republikeinen die gedurende het eerste presidentschap van Trump nog als een verdedigingslinie tegen zijn kwaadaardigste impulsen fungeerden, zijn nu vervangen door op loyaliteit geselecteerde jaknikkers.

‘De democratie overleefde toch ook zijn eerste termijn?’ is dan ook een argument dat miskent dat deze tweede termijn in personele zin wel degelijk anders is. Zonder de dwarsliggers uit zijn eerste termijn is de kans op schade aan de democratische instituties aanzienlijk groter geworden. 

Hoe weerbaar de Amerikaanse democratie tegen dit autoritarisme zal zijn, zal de tijd dus moeten leren. Net als: of er over vier jaar weer verkiezingen in de Verenigde Staten zullen zijn. Trumps grote voorbeeld, Vladimir Poetin, heeft het hem in ieder geval al eens voorgedaan, hoe je de limiet van twee presidentstermijnen uit de grondwet krijgt.

Inmiddels is Poetin al vierentwintig jaar aan de macht.

Een schrale troost is dat zijn Amerikaanse evenknie, Donald Trump, aan het einde van deze termijn 82 jaar zal zijn, dus dat record van 24 jaar hoogstwaarschijnlijk niet zal halen. Maar deze overwinning zal genoeg inspiratie bieden voor opvolgers die met eenzelfde minachting voor wetten en feiten in Trumps voetsporen zullen willen treden.

Voor Amerika rest slechts hoop op goed georganiseerd verzet en op betere tijden. En voor de rest van de democratische wereld blijft over: het indringende besef dat democratie ook hier geen vanzelfsprekendheid is.