Make migration popular again! Het kán, zegt deze onderzoeker
Niets lijkt opvattingen over migratie echt te veranderen. Lijkt. Want er is wel degelijk een manier om mensen van gedachten te laten veranderen over dit polariserende onderwerp, ontdekte Alexander Kustov.
Soms kom je een wetenschappelijk onderzoek tegen dat alles wat je geloofde – alles waar je naartoe werkte – onderuithaalt. Dat je wereld even doet beven.
Voor mij was zo’n onderzoek het in 2021 gepubliceerde ‘The Stability of Immigration Attitudes: Evidence and Implications’.* Vóór het lezen van deze studie ging ik ervan uit dat ik met mijn journalistieke werk opvattingen over migratie kon beïnvloeden. Dat ik als ik de complexe menselijke realiteit van migratie kon laten zien, of als ik kon bewijzen dat de minister van Asiel en Migratie leugens verkoopt, een steentje kon bijdragen aan minder radicaal-rechts stemgedrag op het gebied van migratie.
Maar dit paper laat op overtuigende wijze zien dat opvattingen over migratie niet echt beïnvloed worden door economische of politieke factoren. En dat ze, over tijd en in allerlei verschillende landen, opvallend stabiel zijn. Hoe we over migratie denken, zeggen de onderzoekers, zit dus meer ingebakken in wie we zíjn dan wat er om ons heen gebéúrt.
Als journalist vond ik dit… vrij deprimerend. Mensen vinden nu eenmaal wat ze vinden, en niets wat ik schrijf kan daar iets aan veranderen.
Maar onlangs kreeg ik weer een sprankje hoop. Toen zag ik namelijk dat de hoofdonderzoeker van dit paper, Alexander Kustov, in maart met een nieuw boek komt. De titel: In Our Interest: How Democracies Can Make Immigration Popular.
Mijn hoop kwam door het woordje ‘how’. Daarin zit namelijk een heel andere conclusie besloten dan in Kustovs eerdere paper. Kennelijk kunnen we wel degelijk invloed hebben op hoe mensen over migratie denken. Sterker nog: kennelijk kun je een heel boek volschrijven over hóé je dat doet. Want dat is het: een boek met concrete handvatten, die beleidsmakers links van extreemrechts kunnen gebruiken om het migratiedebat te veranderen.
Hoe zit dat?
Ik sprak Kustov over zijn nieuwe boek, en over de conclusies die hij nu trekt na jarenlang onderzoek naar onze opvattingen over migratie.
Je boek heet In Our Interest: How Democracies Can Make Immigration Popular. Daar zit een soort aanname in dat het de moeite waard is om immigratie populair te maken. Waarom is dat volgens jou zo?
‘Volgens mij is het in ieders belang – van burgers tot volksvertegenwoordigers tot immigranten – om ervoor te zorgen dat we een goed functionerend immigratiesysteem hebben dat brede steun geniet onder de kiezers. Dat wat de regering doet op het gebied van immigratie, wordt gesteund en vertrouwd door de burgers. Dat het populair is. En op dit moment is dat in de meeste landen niet zo. Sterker nog: onderzoek laat zien dat immigratiebeleid nóg meer wordt gewantrouwd dan andere vormen van beleid. Het enige land waar immigratiebeleid net zoveel vertrouwd wordt als andere vormen van beleid, is Canada.’*
Er zit nog een aanname in de titel: dat immigratie in ‘ons’ belang is. Bedoel je daarmee: dat het goed is voor westerse economieën?
‘Een bekend paper van Michael Clemens uit 2011* laat zien dat de economische voordelen van het liberaliseren van internationale migratie vele malen groter zijn dan van het liberaliseren van bijvoorbeeld handel of geldstromen. Dat paper heeft nogal wat van mijn vakgenoten tot een soort opengrenzengoeroe’s gemaakt, die geloven dat immigratie dé drijver van economische ontwikkeling is.’
Ik zie op de boekenplank achter je ook een boek staan dat Open Borders heet.
‘Haha, ja, dat is zo. Maar ik ben meer van de school die zegt: migratie is wat je ervan maakt. Migratie is volgens mij niet inherent goed of slecht, maar met goed beleid kun je ervoor zorgen dat het heel productief is.’
‘In mijn boek probeer ik te laten zien dat er bepaald beleid is dat aantoonbaar goed is. En goed op zo’n manier dat ook mensen zonder een doctoraat in de economie dat kunnen begrijpen. Want kijk, veel positieve effecten van immigratie zijn indirect. Bijvoorbeeld: als er meer lageropgeleide mensen binnenkomen, kunnen ze gaan werken in de kinderopvang, wat ervoor zorgt dat autochtone vrouwen meer gaan werken, en hoger in de boom komen in organisaties. Maar zo’n effect is traag en niet meteen duidelijk voor iedereen.’
Nee, dat is niet echt een oneliner.
‘Nee. Dus je moet het veel duidelijker maken. Canada doet dat bijvoorbeeld met een puntensysteem. Dat idee is gewoon ontzettend duidelijk voor iedereen: je scoort potentiële immigranten op vaardigheden die de Canadese economie nodig heeft en je accepteert de mensen die dus goed voor de Canadese economie zijn. Dat hoef je niemand verder uit te leggen, en je hoeft er geen verhaal omheen te bouwen. Het verhaal zit al ingebakken in het beleid.’
‘Kijk, het gaat uiteindelijk niet om mensen vertéllen dat immigratie goed is, maar om mensen laten zíén dat immigratie goed is, door beter beleid in te voeren. En dat kost tijd.’
Mensen worden niet geboren met een mening over een grensmuur. Maar de basis voor die mening wordt wel al heel vroeg in je leven gelegd
Hoe worden onze denkbeelden over migratie eigenlijk gevormd? Wat bepaalt onze mening over migratie?
‘Ik heb hier veel onderzoek naar gedaan met longitudinal panel interviews – dat betekent dat je dezelfde mensen over een langere periode steeds dezelfde vragen stelt – en laten zien dat opvattingen over migratie redelijk stabiel zijn. Hoe mensen over migratie denken, wordt voor een groot deel bepaald door hun persoonlijkheid. Mensen die openstaan voor immigranten hebben vaak dezelfde persoonlijkheidskenmerken: ze staan in het algemeen bijvoorbeeld meer open voor nieuwe ervaringen.’
‘Dat soort persoonlijkheidskenmerken veranderen niet veel gedurende je leven. Kijk, mensen worden niet geboren met een mening over het wel of niet bouwen van een grensmuur. Maar de basis voor die mening wordt wel al heel vroeg in je leven gelegd, door een combinatie van je genen en je socialisatie.’
‘Het probleem met die vaststelling is alleen dat je er niet zoveel mee kunt.’
Ja, dat gevoel had ik in 2021 ook na het lezen van jouw paper.
‘Juist. Maar daarna kwam ik opiniepeilingen tegen die lieten zien dat de publieke steun voor geschoolde arbeidsmigratie vele malen groter is dan voor andere vormen van migratie.* En dat mensen de potentiële voordelen voor hun eigen land van zulke migratie als veel belangrijker ervaren dan alle andere factoren, zoals racisme.’
‘Dat was voor mij een enorme eyeopener. Het betekent dus dat er voor bepaalde vormen van immigratie veel meer steun bestaat dan we misschien denken.’
Maar hoe verklaar je dan dat de opvattingen over migratie zo stabiel zijn?
‘Er is een verschil tussen mensen telkens hun mening vragen over hetzelfde beleid, of ze een alternatieve vorm van beleid presenteren. Dus als je vraagt: ben je in principe voor of tegen meer immigratie, krijg je altijd hetzelfde antwoord – dat is stabiel. Maar in een van mijn onderzoeken laat ik zien dat dezelfde mensen die steevast zeggen tegen immigratie te zijn, wél positief kunnen staan tegenover een beleidsvoorstel waarin je goed uitlegt dat we immigratie gaan bevorderen, maar onder bepaalde voorwaarden die gunstig zijn voor ons eigen land.’
‘Dit onderzoek liet mij inzien dat tegen immigratie zijn niet iets onvoorwaardelijks is. Dat de meeste mensen niet tegen immigratie zijn, no matter what. Mijn punt is dus: we moeten mensen meer opties geven.’
En dus vooral opties die benadrukken welke voordelen er voor henzelf aan meer immigratie zitten?
‘Voor henzelf, of hun landgenoten. Vaak denken we dat mensen die tegen immigratie zijn egoïstisch zijn, maar dat is niet zo. Ze zijn echter alléén altruïstisch tegenover hun eigen landgenoten. Ik noem die grote middengroep de ‘altruïstische nationalisten’.*
‘We zien dat bijvoorbeeld ook in onderzoek: mensen die helemaal niet aan goede doelen doneren, zijn vaker tegen immigratie – maar net zo vaak als mensen die alleen aan lokale goede doelen doneren. En geef je aan internationale goede doelen, dan ben je waarschijnlijk meer pro-immigratie. Het gaat erom dat mensen willen zien dat immigratie hun eigen groep niet benadeelt.’
‘Mijn onderzoek laat zien dat ongeveer een op de tien mensen buitenlanders wil helpen ten koste van zijn eigen landgenoten. Maar dat is dus een minderheid. En zelfs die minderheid wil liever migratie die hun eigen landgenoten ook helpt.’
‘En kijk, er is ook een minderheid die nooit overtuigd gaat worden. Dat is zo’n 10 tot 20 procent van de bevolking. Die gaan altijd tegen immigratie zijn, alle soorten. Daar kun je weinig mee. Maar dat is een minderheid. De meeste mensen zitten in het midden. En die kunnen we dus wel van mening doen veranderen – met beter beleid.’
Kun je een voorbeeld geven van zo’n vorm van immigratiebeleid dat brede steun kan creëren?
‘Iets waar ik heel enthousiast over ben, zijn labour mobility partnerships. Dat zijn bilaterale deals tussen bijvoorbeeld de Verenigde Staten en de Filipijnen, om Filipijnse verpleegkundigen naar de VS te halen. In zo’n deal leg je dan precies vast hoe het voor beide landen voordelen heeft: dus bijvoorbeeld door ook trainingen te organiseren voor professionals in de Filipijnen om een braindrain te voorkomen.* Dit soort deals zijn nog vrij zeldzaam, maar ik denk dat we er daar veel meer van gaan zien.’
‘Maar je kunt ook denken aan het meer lokaal maken van immigratiebeleid. Dus in de context van de VS bijvoorbeeld: staten de mogelijkheid geven om visa uit te geven voor bepaalde beroepen. Als je arbeiders nodig hebt in Detroit, dan kun je daar visa voor uitgeven, voor een bepaalde tijd, om die gemeenschappen nieuw leven in te blazen. Als het systeem opt-in is, en heel lokaal, dan willen conservatieve stemmers daar misschien ook wel in meegaan.’
Hoe verklaar je dat de politiek het zo moeilijk vindt om op een positieve manier over meer immigratie te praten?
‘Volgens mij schieten de twee dominante narratieven volledig tekort. Er wordt over migratie gesproken alsof het óf een dreiging is, óf liefdadigheid of compassie. Dat moet veranderen.’
‘Hoe, dat zal per land verschillen. In Japan zal het bijvoorbeeld over vergrijzing moeten gaan. Dat gaat zo hard daar dat het nu overduidelijk voor elke Japanner is dat ze arbeidsmigranten nodig gaan hebben.’*
Kunnen de media – en dan bedoel ik natuurlijk: kan ík – iets doen om mensen van mening te laten veranderen?
‘We hebben onderzoek gedaan naar artikelen in de media over immigratie in de Verenigde Staten en een aantal andere landen, en wat we ontdekten is dat er best veel positieve artikelen over migratie zijn, maar dat ze het bijna nooit expliciet hebben over de voordelen van méér immigratie. En waar ook bijna nooit over geschreven wordt, zijn de kosten van de bestaande migratiebeperkingen.’
Als een bedrijf moet sluiten omdat er geen werkkrachten te vinden zijn, dan hoor je daar niets over in het nieuws
‘En dat terwijl mijn onderzoek laat zien dat je meningen kunt doen veranderen, juist door die twee dingen te benadrukken. In mijn onderzoek liet ik mensen een heel kort, feitelijk verhaal lezen, waarin stond dat immigratie goed kan zijn en dat meer beperkingen veel kosten. Wat dat in feite doet, is de houding van mensen tegenover migratie over de hele linie licht verbeteren.’
‘En wat ik ook ontdekte, was dat door dit verhaal mensen die al pro-immigratie waren, iets meer om de kwestie gingen geven. Dat noem je salience. En dat is heel belangrijk, want wat ik in eerder onderzoek* liet zien, is dat mensen die tégen immigratie zijn dat thema over het algemeen veel belangrijker vinden dan mensen die vóór migratie zijn. Die asymmetrie tussen de uitersten zie je echt in alle landen. En dat maakt het debat dus heel scheef.’
Hoe verklaar je dat?
‘Ik denk dat dit te maken heeft met loss aversion. Het idee dat een dreiging altijd meer effect heeft dan een mogelijkheid. Ik denk dat heel veel van de positieve kanten van immigratie gaan over ongerealiseerde kansen. Als een bedrijf moet sluiten omdat er geen werkkrachten te vinden zijn, dan hoor je daar niets over in het nieuws. En je denkt dan niet: als we meer migratie hadden gehad, was dit niet gebeurd.’
‘Maar als het aankomt op mensen overtuigen, heeft het natuurlijk geen zin als ze het onderwerp niet belangrijk vinden. Dus een deel van het migratiedebat veranderen zit hem ook in de mensen die al pro-immigratie zijn ervan overtuigen dat het thema belangrijker is. Om meer tegenwicht te bieden tegen die groep die tegen immigratie is en dat het allerbelangrijkste vindt.’
Wat ik vaak hoor, is dat het mensen niet echt om immigratie gaat, maar om integratie. Dat daar het probleem zit.
‘Ja. En uiteindelijk gaat het dan niet om een narratief, maar om beleid. Neem Zweden. Na de vluchtelingencrisis van 2015 hebben zij meer Syrische asielzoekers geaccepteerd per hoofd van de bevolking dan welk ander Europees land ook.* En hoewel ze heel veel integratiebeleid hebben gevoerd, zaten er gewoon veel ingewikkelde, kwetsbare, laagopgeleide mensen tussen. Hoe je het ook wendt of keert: een gemiddelde, in het buitenland geboren persoon betaalt in Zweden nu minder belasting dan hij of zij krijgt aan uitkeringen.’
In Nederland is de arbeidsparticipatie van vluchtelingen ook relatief laag.*
‘Precies. En dan gaan mensen dus zeggen: kunnen we eigenlijk wel zoveel mensen accepteren?’
Maar hoe kijk je in die context dan naar asielmigratie?
‘Ik denk dat je moet beginnen met arbeidsmigratie. Omdat ik denk dat mensen niet echt onderscheid maken tussen de verschillende soorten migratie. En om het migratiethema populairder te maken, moeten mensen het idee hebben dat een prototypische migrant iemand is die goed is voor hun land. Het begint dus met het toelaten van meer geschoolde immigranten die voor de meeste mensen heel direct gunstig zijn. En dan breid je het langzaam uit naar een bredere selectie van mensen.’
‘Wat mij frustreert, is dat mensen in het migratiedebat vaak beginnen met de grens. Dan zeggen ze: laten we eerst de problemen van illegale migratie oplossen en dán kunnen we met ons legale-immigratiesysteem aan de slag. Maar volgens mij begint het allemaal met het legale-immigratiesysteem. Als dat niet klopt, proberen mensen naar binnen te sneaken, en krijg je dus duizenden doden op de Middellandse Zee.’
Politici denken volgens mij vaak: we kunnen beter geen beleid maken dat meer immigranten oplevert, want dan stemt niemand meer op ons bij de volgende verkiezingen.
‘Mijn onderzoek laat zien dat dat niet klopt.* Die gevreesde tegenreactie bestaat gewoon niet als je naar de data kijkt. En sterker nog: er zijn beleidsmaatregelen die meer immigranten opleveren én de steun voor immigratie daadwerkelijk vergroten.* Het is echt iets wat afhangt van de vraag of beleid goed is of niet.’
Binnen ons eigen land dwingen we mensen niet om in de stad te blijven waar ze geboren zijn
‘Nog een voorbeeld: New York. Daar hadden ze een wet die in feite zei dat mensen zonder verblijfsstatus nog steeds recht hebben op onderdak. Die mensen mochten gratis in een hotel verblijven,* maar ze mochten niet werken. Nou, dat was natuurlijk geen succes. Het was een heel moeilijke periode voor iedereen, postcovid, en dan heb je een aantal mensen die niet werken en in principe voedsel en onderdak van de overheid krijgen. Dat leverde heel veel weerstand op, zelfs in een linkse stad als New York.’
Het doet me denken aan hoe we Oekraïense vluchtelingen hebben ontvangen in Europa. Die mochten, in tegenstelling tot asielzoekers, wel meteen werken.
‘Dat was ook wel een unieke situatie, waarin de meerderheid van de eerste vluchtelingen vrouwen en kinderen waren,* die cultureel meer op Europeanen leken. Maar je hebt zeker gelijk: die gunstige factoren zijn gecombineerd met beleid dat mensen in staat stelt te werken en bij te dragen. En dat levert uiteindelijk dus veel minder conflictueuze situaties op.’
Ik moest lachen om het motto van je boek: ‘For love of country and cost-benefit analysis’. Hoe moeten mensen volgens jou nadenken over die kosten-batenanalyse van migratie?
‘Volgens mij moet je bedenken: Is mensen dwingen om te blijven waar ze geboren zijn een goed idee? Een idee dat de meeste baten oplevert? Want dat is in feite wat immigratiebeperkingen doen: mensen dwingen om te leven waar ze geboren zijn, gewoon door toeval. Binnen ons eigen land dwingen we mensen niet om in de stad te blijven waar ze geboren zijn. Maar om de een of andere reden hebben we internationaal nog steeds het idee dat dat misschien voor iedereen beter is.’
‘En mensen zijn geneigd tot overcorrectie. Dus tot zeggen: migratie is altijd goed voor iedereen. Dat is niet zo. Sommige mensen profiteren, andere ervaren nadelen. Maar het is vooral belangrijk om het grotere plaatje niet uit het oog te verliezen.’
‘Dus ik zou zeggen: in plaats van altijd helemaal pro-migratie te zijn, of helemaal anti-migratie, zouden we vooral kieskeuriger moeten zijn, en beter beleid moeten steunen.’