De Nederlandse overheid is te afhankelijk van Amerikaanse tech. Dat is riskant, zeker onder Trump
Nagenoeg de hele Nederlandse overheid gebruikt de clouddiensten van één Amerikaans bedrijf: Microsoft. Bijvoorbeeld voor e-mails, documenten en agenda’s. Als Microsoft stopt met werken, legt dat onze overheid wekenlang stil, waarschuwt tech-expert Bert Hubert. En dat risico neemt volgens hem toe met Trump als president van de VS.
Wat er door mij heen ging toen ik hoorde dat Donald Trump weer president wordt van de Verenigde Staten?
Ik dacht aan Microsoft.
Of preciezer: ik dacht aan een zinnetje uit een recent rapport* waarin stond dat ‘straks (bijna) de volledige Rijksoverheid’ gebruikmaakt van Microsoft 365, de clouddienst van Microsoft, die onder andere een maildienst, agenda en tekstverwerking aanbiedt.
Meteen daarna dacht ik aan Bert Hubert, de techondernemer en auteur die al jaren slimme stukken schrijft over de gevaren van de afhankelijkheid van Amerikaanse techbedrijven. Met Trump nemen die gevaren toe, meent hij.*
‘Ik hoorde premier Dick Schoof uitleggen dat we vriendjes moeten blijven met de Verenigde Staten’,* vertelde Hubert mij in een interview. ‘Dat zou ik ook maar doen als je complete overheidsapparaat draait op Microsofts software.’
Nederland maakt zichzelf sluipenderwijs steeds afhankelijker van Microsoft, ziet hij. ‘Het grootste deel van de overheid gebruikt nu Microsofts clouddiensten: de Eerste en Tweede Kamer, bijna alle gemeenten, de Rekenkamer en De Nederlandsche Bank. Zonder dat er ooit een politiek besluit over is genomen.’
Dat is riskant, zegt Hubert, omdat het hier draait om diensten in de cloud. ‘Als Microsoft nu stopt met werken, stoppen die overheidsdiensten ook met werken.’
Wat gebeurt er in dat extreme geval?
‘Op dit moment zou dat vrijwel alle gemeenten en veel andere delen van de overheid wekenlang stilleggen. We kunnen dan bijvoorbeeld niet meer bij documenten, dossiers of e-mailberichten, die moeten dan allemaal teruggehaald worden van de back-ups. Als we die nog hebben.’
Je noemt het ook een risico dat Microsoft onder Amerikaanse spionagewetgeving valt.
‘Dat is nu al een concreet risico voor de Nederlandse overheid. We weten dat de Amerikaanse overheid alles in het werk stelt om de Europese overheden af te luisteren. Dat hebben ze eerder bij [de toenmalige Duitse bondskanselier] Angela Merkel en andere politici en ambtenaren gedaan. Het is extreem naïef om te zeggen: “Joh, wij doen al onze communicatie via Microsoft, daar gaan die Amerikanen niet naar kijken.” Natuurlijk wel. Want ze mogen het.’
‘En het is binnenkort dus ook onmogelijk voor het ene ministerie om een bestand uit te wisselen met een ander ministerie zonder dat Microsoft meekijkt.’
Hoe dan?
‘Bijna alle ministeries migreren naar Microsoft 365. Dat houdt in dat er misschien een kopie van al je e-mails en bestanden op jouw laptop staat, maar het origineel staat op de server van Microsoft. Dat betekent dat als jij vanuit het ministerie van Justitie mailt naar het ministerie van Binnenlandse Zaken, dit via een server van Microsoft gaat. Als je dat niet wilt, bijvoorbeeld omdat je een vertrouwelijk document wilt versturen, dan moet je ergens volgend jaar, als de migratie compleet is, een typemachine gebruiken.’
Waarom wordt dit probleem groter nu Donald Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft gewonnen?
‘Trump heeft al meerdere keren gedreigd met sancties. Stel dat de VS sancties uitschrijft tegen de Nederlandse overheid en Microsoft geen zaken meer met ons mag doen. Dan hebben we een groot probleem.’
Microsoft is niet van de Amerikaanse overheid.
‘Nee, maar sancties hebben gevolgen. Gisteren verscheen er een rapport van De Nederlandsche Bank over ATB,* een Nederlandse dochter van de Russische Alfa Bank. In dat rapport wordt beschreven dat ATB niet failliet is gegaan omdat ze geen geld meer hadden, maar omdat Amerikaanse sancties ervoor zorgden dat Microsoft en Amazon geen clouddiensten meer mochten leveren aan de bank.’
Dit probleem is al lang en breed bekend. Waarom verandert er niks en wordt die afhankelijkheid steeds groter?
‘Desinteresse. IT staat fundamenteel niet op de radar bij de Nederlandse overheid. Er wordt het liefst zo min mogelijk over gepraat. Iedereen is allang blij als het werkt, en dat is de enige maatstaf die wordt gebruikt. In het verleden hadden er andere keuzes kunnen worden gemaakt, maar nu is er eigenlijk niet echt meer een alternatief voor Microsoft.’
Wat nu?
‘Ik denk dat we ons erbij neer moeten leggen dat we voorlopig de zak zijn. We kunnen nu niet in één keer overstappen naar een ander systeem, want we hebben niet genoeg alternatieven.’
‘Het beste wat we kunnen doen is bepaalde dingen niet naar Microsoft overzetten. Voor online kantoorsoftware, zoals Microsoft 365, zijn er weinig alternatieven. Maar andere belangrijke zaken, zoals het bevolkingsregister en de paspoortadministratie, kun je aan lokale Europese bedrijven gunnen. Bijkomend voordeel is dat zo de Europese industrie wordt gestimuleerd en we op den duur weer bedrijven hebben die wel e-mail, videobellen, agenda’s en tekstverwerking kunnen leveren.’
Kan Brussel hier een rol in spelen?
‘Dat is nog niet zo makkelijk. IT-aanbestedingen van de Europese Unie verlopen vaak heel stroperig. De Europese Commissie zou wel lidstaten kunnen aanmoedigen om alleen in zee te gaan met de aanbieders die niet onder de Amerikaanse afluisterwetgeving vallen. Dat zou een groot effect hebben.’
‘Je hebt de EU nodig, want er zijn enorme sommen geld nodig om eigen systemen te ontwikkelen. Op dit moment geven overheden 100 tot 150 miljard euro per jaar uit aan IT. Dat zijn vooral vergoedingen aan bedrijven als Microsoft. Stel je voor dat je van die 150 miljard euro 1 procent opzijzet voor de ontwikkeling van eigen systemen. Dan heb je 1,5 miljard euro. Daar kun je echt wel wat mee doen.’
Dit verhaal verscheen eerder in mijn tweewekelijkse nieuwsbrief over de macht, de mythes en de mogelijkheden van technologie. Inschrijven kan hier.