We weten al wat ons gelukkig maakt, maar hoe kunnen we er ook echt naar leven?

Ernst-Jan Pfauth
Mede-oprichter De Correspondent
Illustraties door Raman Djafari (voor De Correspondent).

Lange tijd leefde ik volgens de verkeerde definitie van succes: meer status, meer geld, meer likes. Het maakte me chronisch ontevreden en uiteindelijk bereikte ik een absoluut dieptepunt. Na jaren van onderzoek bij De Correspondent naar geluk kwam ik tot een inzicht dat voor ons allemaal relevant is: we weten eigenlijk wel wat ons écht gelukkig maakt – maar onze maatschappij is erop ingericht ons precies het tegenovergestelde te laten doen. De remedie: een intentioneel leven leiden.

Jarenlang streefde ik naar dingen waarvan ik had gehoord dat die me gelukkig zouden maken.

Dat ging in eerste instantie heel goed.

Ik was drieëntwintig toen ik op een doodnormale dag mijn brievenbus opende. De envelop viel niet op, de aanhef wel: ‘Aan de Weledelgeboren heer Pfauth’. Tot mijn verbazing las ik dat koningin Beatrix mij uitnodigde voor een diner. In het Paleis op de Dam zou zij in gesprek gaan met internationaal vermaarde hoofdredacteuren over de staat van de journalistiek. Wat heb ik daar in hemelsnaam te zoeken, dacht ik, tot ik de brief nog eens goed las.

Een paar weken eerder had ik met Joris Luyendijk een jus d’orange gedronken op een terras. Ik was bloednerveus, want Joris had een boek gepubliceerd dat mijn leven richting had gegeven. Als twintigjarige student las ik in hoe westerse nieuwsmedia een vertekend beeld geven van het wereldnieuws. Geïnspireerd door Joris’ boek ging ik stage lopen bij een

Ik vroeg meteen aan alle Nederlandse kranten of ik voor ze aan de slag mocht als freelance correspondent. Ik was immers toch al in de Verenigde Staten! Die zaten niet op zo’n knulletje te wachten, dus begon ik mijn eigen blog. Algauw nam het schrijven mijn leven over. Ik stopte tot schrik van mijn ouders met studeren en legde me volledig toe op tikken.

Tweeënhalf jaar na het lezen van Joris’ boek – ik was inmiddels blogger bij NRC – zat ik samen met hem aan het sinaasappelsap. ‘Wat is je adres?’ vroeg hij aan het einde van ons gesprek. ‘Dat heb ik nodig voor een geintje.’ Ik dacht er niet meer over na, tot ik als weledelgeboren blogger met die brief van de koningin in mijn hand stond. Joris was de dagvoorzitter.

Dankzij Joris’ ‘geintje’ wandelde ik met mijn paspoort in de hand over een lege Dam langs de paleiswachten. Alan Rusbridger, destijds de legendarische hoofdredacteur van de Britse krant The Guardian, gaf een lezing. Daarna was er ruimte voor vragen. Toen ik aankwam bij de interruptiemicrofoon, sprak voorzitter Joris de volgende woorden: ‘Ah, daar hebben we de slimste blogger van Nederland.’ Op de eerste rij draaiden de koningin, kroonprins en -prinses zich naar mij om. Met overslaande stem stelde ik een vraag over jongeren en journalistiek. Het antwoord van Rusbridger kan ik je niet meer navertellen, wél dat ik bij het diner naast Máxima mocht zitten.

Kletsend met de kroonprinses en allerlei hoofdredacteuren voelde ik me helemaal het mannetje. Tijdens mijn jeugd in het slaperige Alphen aan den Rijn droomde ik van een groots en meeslepend leven. En krap vijf jaar nadat ik de deur van mijn middelbare school achter me had dichtgetrokken, leek alles te lukken. Ik werkte bij de krant van mijn dromen en mocht in koninklijk gezelschap vertoeven. En dat was nog maar het begin.

Aan de oppervlakte was ik succesvol. Maar ik ging chronisch ontevreden door het leven

In de jaren erna stuwde mijn ambitie me voort. Onbeschaamd maakte ik gebruik van mijn – om nog maar eens een boek van Joris aan te halen – en greep ik iedere kans die ik kreeg. Ik werd op mijn vierentwintigste hoofd Digitaal van NRC, verantwoordelijk voor elf journalisten en een budget met zes nullen. Maar de nadruk bij de krant lag nog altijd op de gedrukte editie en dat begon me na een paar jaar te benauwen.

NRC-collega Rob Wijnberg deelde mijn frustratie en ik sloot me als medeoprichter aan toen hij begon met het journalistieke platform waarop jij dit nu leest. We bouwden het uit tot een winstgevende onderneming met tientallen medewerkers, en aan Harvard en New York University gaf ik lezingen over onze journalistieke vernieuwingen.

Ik was negenentwintig en had alle dromen waargemaakt die ik als Alphens jochie had.

Geen zorgen, het opscheppen eindigt hier.

Mijn gemoedstoestand in deze jaren zou ik omschrijven als verveeld en onrustig. Op familiebijeenkomsten wist ik niet hoe snel ik weg moest komen. De korte tijd dat ik er wel was, checkte ik op mijn telefoon hoe mijn recentste tweet presteerde. Alle tijd die ik won door efficiënter te werken, ging op aan extra werk. Met als gevolg dat ik steeds vermoeider raakte. Thuis bij mijn vriendin was ik afwezig. Op het werk een chagrijn. Totdat de vrijdagmiddagborrel begon.

Ik genoot amper van mijn successen. In plaats daarvan wilde ik meteen door naar de volgende prestatie. Uit verveling ging ik op zoek naar steeds grotere en risicovollere impulsen. Mijn relatie en gezondheid begonnen eronder te lijden. En toen ik tijdens de eerste zwangerschap van mijn vriendin op de uitgerekende datum dronken in de kroeg stond, vroeg ik me af waar ik in godsnaam mee bezig was.

Aan de oppervlakte was ik succesvol. Maar ik ging chronisch ontevreden door het leven.

Twee weken na dat inzicht werd mijn zoon geboren. Tot dat moment had ik altijd geleefd alsof ik onderweg was naar een punt dat ik nooit zou bereiken. Dat wilde ik niet meer.

Geluksmakers (voldoening) versus gelukskrakers (een leeg gevoel)

Misschien herken je het gevoel van onrust en onvrede? Ben je te veel bezig met wat er morgen beter kan, en vergeet je te genieten van vandaag? Of wil je net als ik meer bewuste keuzes maken? Niet zoveel bezig zijn met andermans oordeel? Dan heb ik dit artikel ook voor jou geschreven. Het is het resultaat van een jarenlange zoektocht.

Want toen ik terugkwam van mijn vaderschapsverlof besloot ik voor De Correspondent zo ongeveer Als ik nog meer wilde weten, zocht ik de auteurs op om mijn vragen aan hen voor te leggen.

En het gekke is: na een poosje ontdekte ik dat al die tientallen boeken steeds dezelfde paar concepten en ideeën bespraken. We hebben als mensen namelijk best in de smiezen wat ons gelukkig maakt.

Bedenk maar eens welke zeven dingen jou gelukkig maken. Wanneer voel je je goed? Ben je tevreden? Grote kans dat er veel overlap is met het lijstje hieronder. Iedereen is anders en leeft onder andere omstandigheden, maar zodra is voldaan aan essentiële basisbehoeften als voedsel, veiligheid en fysieke en mentale gezondheid, zijn dit voor de meeste mensen de belangrijkste

  1. Met zoveel aandacht iets doen dat je de tijd vergeet.
  2. Werken aan iets waar je in gelooft.
  3. Iets betekenen voor anderen.
  4. Dankbaar zijn voor wat je hebt.
  5. Een financiële buffer hebben.
  6. Tijd doorbrengen met de mensen van wie je houdt.
  7. Leven volgens je eigen waarden.

Niet echt een verrassend lijstje, toch? Op een bepaalde manier wist ik dit allemaal al.

Toch viel ik, misschien net als jij, vaak ten prooi aan deze gelukskrakers:

  1. Je laten afleiden, bijvoorbeeld door sociale media.
  2. Werken voor status of om er rijk van te worden.
  3. Jezelf telkens vergelijken met anderen.
  4. Altijd maar meer willen.
  5. Zoveel consumeren dat je geen geld overhoudt.
  6. Te druk zijn.
  7. Leven volgens de verwachtingen van anderen.

De geluksmakers geven je duurzame voldoening. De gelukskrakers geven je een leeg en onzeker gevoel. Ik leefde volgens de gelukskrakers. Daarom voelde ik me tijdens het carrière maken zo rot. Als geprivilegieerde jongen was ik bezig met mijn eigen hachje, in plaats van dat ik verbinding zocht met anderen. Ik was op zoek naar snelle kicks, in plaats van naar verdieping. Voortaan zou ik het anders doen. Ik zou zo veel mogelijk tijd en aandacht besteden aan het lijstje geluksmakers.

En ik leefde nog lang en gelukkig. Einde artikel.

Nee, helaas niet.

Ook al wist ik wat de geluksmakers waren, ik leefde er niet naar

Mijn aandacht verschoof telkens van wat waardevol is naar oppervlakkige onzin. En dat gold niet alleen voor mij. Om me heen zag ik vrienden en collega’s vluchten in afleiding. Het probleem: onze westerse maatschappij is volledig ingericht op gelukskrakers, en je daaraan onttrekken is makkelijker gezegd dan gedaan.

Ik leefde volledig in dienst van de hooggespannen verwachtingen waarvan ik vermoedde dat anderen die van mij hadden

Je komt die gelukskrakers tegen in de vorm van maatschappelijke verwachtingen, succesverhalen op sociale media, reclame en als het kritische stemmetje in je eigen hoofd. Maatschappelijk gezien ben je pas succesvol als je voldoet aan een onhaalbaar schoonheidsideaal en je in het bezit bent van een dikke bankrekening, prestigieus werk en statussymbolen. Kijk maar naar wie de covers van de tijdschriften siert. Of waarmee je indruk maakt op een schoolreünie.

Onze ‘sociale’ media zijn niet ontwikkeld om onze relaties te verstevigen. Zoals oliebedrijven zo veel mogelijk olie uit de grond willen pompen, willen zij zo veel mogelijk van je aandacht extraheren en doorverkopen aan adverteerders. Met slimme beloningen als likes en views spelen ze in op de menselijke behoefte aan erkenning, en moedigen ze jou en mij aan om alsmaar succesverhalen te delen. Met als gevolg dat het leven een kille concurrentiestrijd lijkt.

Ondertussen besteden Nederlandse adverteerders om je wijs te maken dat de weg naar geluk bestaat uit consumeren. Maar er komt Het leven vliegt op deze manier aan je voorbij, tot er iets vanzelfsprekends en waardevols wegvalt, en je er spijt van hebt dat je het niet waardeerde toen het er nog was.

Ik liet me telkens afleiden door de gelukskrakers. Als ik iets las over de prestaties van talentvolle ondernemers, voelde ik de aandrang om mezelf als nog succesvoller te profileren. Ik genoot er op feestjes van als ik door de status en zichtbaarheid van mijn werk geen indruk meer hoefde te maken op onbekenden. Ik leefde volledig in dienst van de hooggespannen verwachtingen waarvan ik vermoedde dat anderen die van mij hadden – terwijl ik diep vanbinnen niet gelukkig werd van populariteit en prestige.

Herkenbaar? Vast. Inmiddels weet ik: het heeft geen enkele zin om jezelf verwijten te maken. Want het is in onze maatschappij heel lastig om voortdurend volgens je geluksmakers te leven.

Ga ik een rondje hardlopen of blijf ik doomscrollen?

Voor sommige problemen die ik aankaart hebben we dan ook collectieve oplossingen nodig. Zo zijn er bijvoorbeeld wetten nodig om ons, en in het bijzonder jongeren, te beschermen tegen de Reclame voor schadelijke zaken kan aan banden gelegd worden, zoals dat ook bij sigaretten is gebeurd. En net als in Frankrijk zouden we in Nederland kunnen vastleggen dat je Dat zijn zaken waar we ons voor kunnen uitspreken en inzetten, zodat volksvertegenwoordigers ermee aan de slag kunnen gaan.

Maar ondertussen kun je ook op individueel niveau dingen doen. Je kunt zelf al ingaan tegen de maatschappelijke verwachting van braaf consumeren. Of barrières opwerpen tussen jezelf en verslavende technologie. Misschien inspireer je er anderen mee, en verspreidt de verandering zich als een olievlek. We kunnen maatschappelijke problemen niet op individueel niveau oplossen, maar we kunnen al wel een groot verschil maken voor onszelf en onze directe omgeving.

Dat doen we door ons gedrag zo te veranderen dat we minder vatbaar worden voor de afleidende werking van gelukskrakers. De vraag is dus niet zozeer waarvan je gelukkig wordt – dat weet je intuïtief al. De grote vraag is: hoe leef je ernaar?

Op een doodnormale dag zijn er honderden momenten waarop de afleiding van gelukskrakers zich opdringt. Ga ik een rondje hardlopen of blijf ik doomscrollen? Heb ik die nieuwe sneakers die op Zalando staan écht nodig? Het nemen van al die beslissingen vraagt onrealistisch veel discipline. Daarom zocht ik naar een manier van leven die incalculeert dat je op dagelijkse basis afgeleid raakt van de geluksmakers – maar ze over de jaren tóch centraal weet te stellen.

Daarvoor moest ik eerst begrijpen waarom het zo moeilijk is om voor de geluksmakers te kiezen.

Uitstelgedrag vertelt je dat er iets moois staat te gebeuren

Ik vond het antwoord in de neuropsychologie. De dingen waarvan we weten dat ze bijdragen aan ons welzijn, zijn vaak ook de dingen waar we liever niet aan beginnen Evolutionair gezien is het belangrijk om energievretende activiteiten zo veel mogelijk te vermijden. Maar nu benadelen we onszelf als we alleen maar kiezen voor de makkelijke kicks die bij gelukskrakers horen. De makkelijkste keuzes in de wereld – denk aan fastfood en sociale media – maken ons op de lange termijn ongezonder en ongelukkiger.

Besef dat álles wat je gelukkig maakt in eerste instantie moeite kost

Om meer geluk te ervaren, moet je dus ingaan tegen de oeroude neiging om de weg van de minste weerstand te kiezen. Ik wilde destijds met jullie, lezers van De Correspondent, op zoek naar een systeem dat ons er op cruciale momenten aan herinnert een bewust besluit te nemen over ons gedrag en onze tijdsbesteding.

Langzaam maar zeker vonden we samen tactieken en gewoontes die ons daarbij hielpen. We hadden het erover hoe uitstelgedrag je eigenlijk vertelt dat er iets moois staat te gebeuren en hoe je vervolgens Hoe je ervoor kunt zorgen dat je in je leven oefening centraal stelt, waardoor je Hoe je alleen gelukkig kunt zijn als je van betekenis bent voor anderen. Dat het kleffe concept van dankbaarheid het En dat het ook helpt tegen materialisme, wat goed uitkomt, want je kunt je geld het beste aanwenden voor het

Ook kun je meer tijd creëren door vaker nee te zeggen en bepaalde dingen Om te bepalen hoe je die vrijgekomen tijd vervolgens besteedt, is het belangrijk om te weten wat de waarden zijn waar je naar wilt leven, en die door reflectie levendig te houden. Zo weersta je de afleiding die elke dag op je afkomt en ervaar je

Minder gejaagd, meer in het moment. Hoe ziet zo’n intentioneel leven er concreet uit?

Ik bedacht een overkoepelende naam voor al deze gewoontes: intentioneel leven. Iets met intentie doen, betekent dat je het doordacht doet. Als je intentioneel leeft, verleg je structureel en op de lange termijn je aandacht van de gelukskrakers naar de geluksmakers. Je laat het succes in je leven niet meer bepalen door de hoogte van je opslag of het type auto dat je rijdt, maar door ervaringen die je volgens wetenschappelijk onderzoek een duurzaam gevoel van geluk geven. Zo kun je volgens onderzoekers

Maar hoe ziet zo’n intentioneel leven er concreet uit? Ik bedacht per geluksmaker een methode die ervoor zorgt dat ik met één beslissing in één klap duizenden beslissingen neem. Dat komt doordat deze gewoontes – zoals het eerdergenoemde hobbeltje – een vliegwieleffect hebben. Ze creëren een eigen momentum en leveren je steeds meer voldoening op.

Ja, je raakt elke dag nog weleens afgeleid, dat is menselijk, maar op de langere termijn hebben de dominante succesdefinities dankzij de gewoontes steeds minder vat op je.

Sinds ik zelf naar de zeven geluksmakers leef, voel ik me minder gejaagd en heb ik vaker de rust om te genieten van een moment, zonder dat ik bedenk hoe ik die beleving in een parallel universum kan laten renderen met likes en views van mensen die ik amper ken. Ik heb meer aandacht voor mijn familie, vrienden en mijn buurt. Als ik terugval in oude gewoontes, ben ik me bewust van de denkfouten die daaraan ten grondslag liggen. Dan herinner ik mezelf aan de geluksmakers – ‘Focus, Ernst!’ – en richt ik me weer op intentioneel leven.

Begin vandaag nog met intentioneel leven: besef dat álles wat je gelukkig maakt in eerste instantie moeite kost. Of het nu sporten is, een vriend bellen of eindelijk dat project opstarten – je moet altijd even over een hobbeltje heen. Maar zie dat hobbeltje, je gewoontes indachtig, voortaan als een goed teken: het vertelt je dat er iets waardevols achter ligt. Stap eroverheen, en je zult merken dat je steeds makkelijker kiest voor wat je écht gelukkig maakt.

Dit is een voorpublicatie uit dat op 19 november verscheen bij uitgeverij Maven Publishing.