Sinterklaas bestaat en ze woont in Amsterdam-Noord

Vera Mulder
Correspondent Emotie
Fotografie door Erik Smits (voor De Correspondent).

In Nederland heeft Sinterklaas vele namen: Petra, Henny of Martine, om er maar wat te noemen. Deze hulpsinten werken het hele jaar door om kinderen die anders geen cadeautjes krijgen toch een geweldige pakjesavond te geven. En dat is ook geweldig voor hun ouders.

Sinterklaas parkeert haar scootmobiel en zwaait haar roze pufferjas open – het is warm voor oktober.

‘Sow’, zegt ze, want Sinterklaas praat plat Amsterdams, en ze wijst naar twee boodschappentassen tussen haar benen. ‘Nou gaan ik eerst die pepernoten naar boven brengen. Vijftien kilo, gratis! Ik heb een contact bij die winkel.’

In de wijde omtrek weet men: Sinterklaas heet eigenlijk Petra, ze woont in Amsterdam-Noord en speurt immer naar strooi- en speelgoed. Petra Vermazen (53) is een van de duizenden hulpsinterklazen die het hele jaar door bezig zijn om van 5 december de liefste avond van het jaar te maken. Juist ook voor kinderen van wie de ouders te weinig geld en te veel zorgen hebben om een zak cadeaus tevoorschijn te toveren.

Ruim 300.000 kinderen in ons land groeien momenteel op en voor hun ouders is Sinterklaas lastig. Want het verhaal is duidelijk: als de Sint je huis overslaat, dan heb je als kind iets fout gedaan. Terwijl de overlevering juist wil dat de goedheiligman gul aan de armen geeft. Hier wreekt zich dan toch een beetje dat die (bedek nu de oren van wie dit nog niet moet horen) stiekem eigenlijk je ouders is.

Enter: de hulpsinterklazen van Nederland.

Sinterklaas is overal, voor iedereen

Ze zijn met veel en ze zijn overal. In nemen supporters van voetbalclub N.E.C. cadeaus mee naar wedstrijden; speelgoed dat later gedoneerd wordt aan gezinnen die krap bij kas zitten.

uit Rotterdam zamelt op eigen houtje speelgoed in en deelt het uit in zijn buurt. doen hetzelfde in Hengelo. De landelijke stichting Kinderhulp organiseert ‘Actie Pepernoot’ en deelt tegoedbonnen uit van 25 euro. Sint voor Kint, de Warme Hand Friesland, Stichting Heerlijk Avondje, de Sinterklaasbank… 

De hulpklaas is omnipresent en wie zijn schatkamers bezoekt, gaat spontaan weer geloven.

Eén van die schatkamers bevindt zich boven de zonder-winstoogmerk van Petra.

‘Vroeger hielp ik vaak bij mijn dochters op school. Op 6 december nemen kinderen hun cadeautjes mee naar school en dan waren er altijd een paar kinderen bij die niets hadden gekregen. Die gezichtjes, die vergeet je niet meer. Daarbij, ik zeg altijd maar zo, ik ben verliefd, verloofd, getrouwd, gescheiden, alleenstaand en weduwe geweest en ik weet uit eigen ervaring hoe het is om te knokken, om heel weinig te hebben. Nu mag ik andere moeders helpen om één dag gewoon te genieten en hun kinderen in de watten te leggen.’

Lekker zelf uitkiezen

Ouders melden zich aan bij Petra via vrijwilligersorganisaties, bij maatschappelijk werkers die van haar gehoord hebben, of gewoon via bekenden. Het worden er steeds meer. Petra: ‘Ik moet even kijken hoe ik dat allemaal ga doen, want we zitten met de tweehonderd gezinnen die we nu hebben wel zo’n beetje aan de max; alles draait hier op een paar vrijwilligers.’

Ze runt haar operatie vanuit haar winkel, ‘Elythé: bij Petra’. Dat is niet een chique spelling van ‘elite’, maar een samentrekking van de namen van de vorige eigenaars: Elly en Theo.

Bij deze winkel opende ze een pakketpunt — logische carrièremove voor een hulpsint. Met de inkomsten van het pakketpunt kan ze zonder subsidie van de gemeente haar cadeaumissie uitvoeren. Bezoekers van het punt (niet zelden mensen met wat meer te besteden) krijgen een blaadje met een QR-code mee, zodat ze geld kunnen doneren. Het hoogste bedrag dat ze in een jaar ophaalde was 14.000 euro; toen had haar actie in Het Parool gestaan.

Petra crost vervolgens op haar scootmobiel stad, land, Kruidvat en outletstore af om er cadeaus van te kopen. Soms zit ze zelfs boven óp het speelgoed, omdat ze het anders allemaal niet vervoerd krijgt. Ook wordt er speelgoed gedoneerd dat anders op de vuilnisbelt zou belanden.

De twee verdiepingen boven haar winkel staan ramvol kratten met Lego Technic, houten treinbanen, potjes gifgroen slijm, basketballen, glitterstiften, apen die giechelen als je hun buikje kietelt, Barbies met paarden met kambaar haar en zeemeerminnen die van kleur veranderen in warm water. 

Op zolder, tegen de deurpost leunt een gouden staf, pakt Petra in. Het pakpapier snijdt ze met een keukenmes – dat bleek efficiënter dan een schaar – terwijl ze op een bluetoothspeaker met camouflageprint luistert naar smartlappen, heavy metal en truckersmuziek. Als alles is ingepakt, zo’n drie weken voor pakjesavond, mogen tweehonderd ouders uit de buurt gratis een boodschappentas met speelgoed komen vullen. Voor elk kind een eigen tas, met ongeveer zeven cadeaus.

Petra: ‘Veel stichtingen stellen zelf pakketten samen, maar ik vind het belangrijk om ouders zo veel mogelijk onafhankelijkheid te geven. Mensen in de knel wórdt vaak al de hele dag verteld wat ze moeten doen. Dus ze mogen hier lekker zelf uitkiezen waar hun kind blij van wordt.’

Gloednieuw tweedehands speelgoed

Dit soort schatkamers zijn over het hele land verspreid. Zo ook in Tilburg. Op een bedrijventerrein, in een loods waar ook dansschool Salsa Sensual en een groen-oranje gestreepte carnavalsvereniging huizen, zitten Henny van de Loo (53) en Martine van de Lisdonk (54) te sinten. Hun actie heet ‘Pakje van de Sint’ en valt onder het Sint Nicolaas Comité Tilburg, dat sinds 1901 bestaat en van Nederland is.

Ze hebben een gigantische vierkante ruimte met stellages die van vloer tot plafond gevuld zijn met tweedehands speelgoed – dat er splinternieuw uitziet.

De laatste jaren groeit de aanwas van speelgoed, volgens Henny omdat duurzaamheid voor steeds meer mensen een thema wordt. ‘Er komt meer bewustzijn dat je spullen niet zomaar moet weggooien, maar dat je er een ander nog heel blij mee kunt maken.’ Het leeuwendeel van het speelgoed wordt dan ook door particulieren afgegeven bij wijkcentra. Soms doneren ook winkels, bedrijven en speelgoedproducenten.

Tussen de aankomst van Sinterklaas in Nederland en pakjesavond in, rijden busjes, uitgeleend door de lokale autodealer, met pieten door Tilburg om kinderen uit minimagezinnen te bezoeken. In hun drukste jaar tot nu toe bezochten ze er vierhonderd. Gezinnen kunnen zich aanmelden via formulieren die vrijwilligers verspreiden op scholen en bij buurthuizen. Of ze worden aangemeld door leraren, sportcoaches, wijkwerkers; iedereen die dicht op de gezinnen zit.

Alle ouders willen dat hun kinderen zich speciaal voelen

Aangemelde kinderen mogen een verlanglijstje doorgeven; die liggen uitgeprint op de inpaktafel in de loods. ‘Dechano, 4 jaar: autobaan, Paw Patrol. Jessy, 8: kraaltjes om armbanden te maken, springtouw.’ Martine stelt de pakketten samen, met daarin standaard een puzzel, een gezelschapsspel, iets te knutselen, een boek of twee en dan waar mogelijk nog cadeaus van het verlanglijstje, en Henny pakt ze in. Ze gaat elk jaar door zo’n vijfhonderd meter cadeaupapier heen en heeft opmerkelijk genoeg nog nooit een papiersneetje gehad. 

Al hun werk gebeurt in de avonden en weekenden, naast hun reguliere banen in de kinderopvang en de zorg. Ze willen vertellen over de kinderen die ze bezoeken, maar krijgen tegelijk tranen in de ogen. Martine: ‘Als jij gaat, dan moet ik ook!’, Henny: ‘Ja, jij begint!’

Henny herinnert zich een moeder van drie kinderen, die alles had gemaakt van niets. Ze woonde in een flat zonder vloerbedekking, op het beton. Op pakjesavond had ze het gourmetstel aangesloten en twee frikandellen door de lengte gesneden, en dan nog eens in drie stukjes, en dat mooi gerangschikt op een bord.

‘Dat wij in zo’n situatie een zak speelgoed mogen komen brengen, daar kun je alleen maar stil en dankbaar van worden.’ Ouders barsten regelmatig in huilen uit als de vrijwilligers op bezoek zijn geweest. ‘Je helpt ze doen wat alle ouders willen: hun kind zich speciaal laten voelen.’

De situaties achter de voordeur zijn soms zo schrijnend, dat de pieten van deze specifieke actie 18 jaar of ouder moeten zijn. Henny: ‘We hadden eerder weleens pieten van dertien of veertien, maar de confrontatie met armoede kan veel indruk maken. Dan kun je beter mensen hebben met iets meer levenservaring.’

Controleren of de ouders wel echt in geldnood zitten, doen ze niet.

Martine: ‘Ik heb weleens ergens in een huis gestaan waarvan ik dacht: hebben jullie dit echt nodig? Maar zelfs als mensen mooie spullen hebben, weet je niet echt hoe hun leven er voor de rest uitziet. Misschien hebben ze die grote tv wel omdat het hun enige ontsnapping aan de dagelijkse ellende is. Of omdat ze het gevoel hebben dat ze er anders niet bij horen. Onze overtuiging is: als je vindt dat je het kunt gebruiken, dan kun je het gebruiken.’

Voorbij alle ophef

De voorbereidingen voor pakjesavond beginnen eigenlijk meteen na pakjesavond. En na al die maanden van gesjouw en geregel, al die duizenden cadeaus die gedoneerd, schoongemaakt, geordend, ingepakt en rondgebracht worden door tig vrijwilligers, krijg je dus dit, zegt Henny. Ze laat op haar telefoon foto’s zien van breed lachende kinderen, rode koontjes van de opwinding, spelend met hun nieuwe speelgoed. Berichten van de ouders erbij: ‘Dankje, dankje, dankje.’ 

In het publieke debat was de laatste tien jaar nogal wat te doen rond Sinterklaas – en terecht. Maar het is ook terecht dat de traditie na die storm overeind is gebleven. Dat die niets aan liefde heeft ingeboet.

Kijk op 5 december eens om je heen in de trein naar huis, naar alle plakkerige, briljante, reeds instortende surprises in vuilniszakken. En naar alle opengeklapte laptops waarop (al dan niet met hulp van chat gp-iet) gedichten worden geschreven.

Denk aan de schatkamers, de kilometers inpakpapier, de bergen speelgoed die niet worden weggegooid, maar een nieuw eigenaartje vinden. Denk aan de rode koontjes. Het is niet moeilijk om dan weer in Sinterklaas te gaan geloven.