Grenscontroles zijn symboolpolitiek. Maar dat is juist de kracht ervan
Dat de grenscontroles die vandaag ingaan ook écht migranten gaan tegenhouden, gelooft niemand. Maar ze hebben wel een ander effect: meer gevoel van controle. En dat heeft – onbedoeld – wéér een ander effect: meer draagvlak voor migratie.
Vandaag zie je ongetwijfeld veel beelden in het nieuws van marechaussee in reflecterende jasjes, onhandig voorovergebogen autobestuurders aansprekend door hun open raampje. Of misschien hangt zo’n douanier wel door jouw autoraam naar binnen, mocht je vandaag vanuit België of Duitsland Nederland in willen rijden.
Het is vandaag namelijk de eerste dag van het eerste echte wapenfeit van minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV): de grenscontroles zijn terug.
De komende zes maanden voert Nederland, in navolging van Duitsland en Frankrijk,* aan de landsgrenzen ‘mobiele controles’ uit.* Dat wil zeggen: geen slagbomen, maar douaniers met stopbordjes. Meer alcoholfuik dan grenspost. Niet elk paspoort checken, maar steekproefsgewijs controleren.
Het doel is, volgens Faber, het ‘beperken van de instroom van irreguliere migratie’ en ‘migrantensmokkel bestrijden’.* (Een opmerkelijk woord overigens – ‘migrantensmokkel’ – dat laat zien dat de PVV geen kans onbenut laat om migranten te ontmenselijken. Want wat was er mis met het woord mensensmokkel?)
De terugkeer van de grenscontroles is het kabinet de afgelopen tijd op veel kritiek komen te staan. Van de oppositie uiteraard,* die denkt dat het geen enkel verschil zal maken in het terugdringen van het aantal asielaanvragen; van grensgemeenten,* die vrezen dat hun inwoners er veel last van zullen hebben als ze over de grens willen tanken; zelfs van de marechaussee zélf,* die geen idee heeft hoe ze de controles moet uitvoeren zonder extra budget.
Het meestgehoorde woord in die stortvloed van kritieken: symboolpolitiek.
Een greep uit de reacties:
‘Het is een voorbeeld van cynische en niet-optimistische symboolpolitiek van dit kabinet.’* (D66-Europarlementariër Raquel Garcia)
‘Dit is symboolpolitiek van het zuiverste soort.’* (Hoogleraar Europese politiek Steven Van Hecke)
‘Nederland heeft vandaag een heel rechtse regering en dit is wat mij betreft symboolpolitiek.’* (Burgemeester Dieter Wouters van de Belgische grensgemeente Wuustwezel)
‘Het is puur symbolisch, dit heeft totaal geen zin.’* (Beller in het Radio 1-programma Spraakmakers)
Alleen, wat niemand zich lijkt af te vragen: als grenscontroles symboolpolitiek zijn, waarvóór zijn ze dan precies een symbool?
Vele wegen leiden naar Nederland
Kijk, deze mensen hebben feitelijk gezien allemaal gelijk. De grenscontroles gaan weinig tot niets betekenen voor het aantal mensen dat in Nederland asiel komt aanvragen.
Nederland heeft meer dan duizend kilometer grens met Duitsland en België, die je op veel plekken te voet, te fiets of te paard zou kunnen oversteken. Of gewoon met de auto. Want naast de dertien snelwegen die de grens kruisen (waar de marechaussee waarschijnlijk zal gaan staan), zijn er nog honderden wegen waar je kunt oversteken met de auto. Het AD schatte dat er waarschijnlijk op vijf van de achthonderd grensovergangen gecontroleerd gaat worden.*
Wellicht vangt de marechaussee een paar domme mensensmokkelaars die de memo over de grenscontroles niet hadden gekregen – maar deze mensen krijgen natuurlijk ook gewoon het nieuws mee, en het merendeel zal dus een alternatieve route kiezen. Uit cijfers van de marechaussee blijkt dan ook dat dit soort controles zelden irreguliere migranten opsporen.* Bovendien: zelfs áls de marechaussee asielzoekers aantreft in een auto, zullen hun asielaanvragen alsnog moeten worden aangehoord in Ter Apel.
En dat weet de PVV ook.
Want op de vraag of de grenscontroles geen symboolpolitiek zijn, antwoordde PVV-leider Geert Wilders tegenover de NOS: ‘Ook symbolen kunnen helpen.’ En daarmee heeft hij precies het punt te pakken.
Grenzen zíjn symbolisch
Dat grenzen meer zijn dan lijnen die ooit met linialen door mannen met sigaren op een kaart zijn getrokken, meer dan de gestolde uitkomsten van oorlogen – daar zijn bergen literatuur over geschreven.
Grenzen hebben namelijk een belangrijke rol in onze psyche. Ze bepalen met wie we ons verbonden voelen, en met wie niet. Ze zorgen dat we weten wie bij ons hoort – en wie niet.
Er is een wetenschappelijke school die meent dat grenzen het wij-zij-gevoel versterken. Volgens deze academici staat de grens symbool voor verdeling en uitsluiting – en zorgen meer grenscontroles dus voor méér wij-tegen-zij-gevoel. En voor minder draagvlak voor migratie.
Maar er is ook een school die dat heel anders ziet.* Als grenzen worden ervaren als open, of poreus, zou dat niet een gevoel van verbinding met ‘de ander’ geven, maar eerder een gevoel van bedreiging, van controleverlies.
Dit zou dan kunnen oproepen wat in de wetenschap een identity reaction wordt genoemd: een groep gaat zich juist extra afzetten tegen ‘de ander’, om de grenzen van de groep, die eerder werden gevormd door de geografische grenzen, te herstellen.
In de lezing van deze school staat de grens symbool voor veiligheid, soevereiniteit en controle. Meer grenscontroles zorgen dan juist voor een groter gevoel van controle en veiligheid, waardoor mensen niet minder, maar méér openstaan voor het helpen van anderen.
Tot kort geleden waren dit politiek-filosofische theorieën. Maar vorig jaar publiceerden onderzoekers Ryan Briggs en Omer Solodoch een onderzoek waarin ze deze theorieën testten.* En wat blijkt? Niet alleen zorgt meer grensbewaking voor een groter gevoel van controle, het zorgt voor een groter draagvlak voor migratie.
Meer grensbewaking is meer draagvlak voor migratie
Briggs en Solodoch viel namelijk iets op: zet je in een grafiek de Amerikaanse uitgaven aan grensbewaking af tegen het percentage van de Amerikaanse bevolking dat meer immigratie steunt, dan zie je dat die twee lijnen keurig gelijk oplopen.
Het lijkt er dus op dat meer grensbewaking tot meer steun voor meer migratie leidt. Maar ja, dat kan natuurlijk een toevallige correlatie zijn. Om aan te tonen dat er een causaal verband was, zetten ze een aantal experimenten op.
Hierbij lieten Briggs en Solodoch ongeveer duizend Amerikanen aangeven hoeveel immigranten hun wenselijk leken, in verschillende scenario’s. Wanneer het scenario méér overheidsuitgaven aan grensbewaking toekende, waren mensen geneigd méér migranten wenselijk te vinden. En wanneer er minder aan de grensbewaking werd uitgegeven, wilden mensen juist minder migranten.
Briggs en Solodochs test liet bovendien zien dat het daarbij geen verschil maakt welke achtergrond migranten hebben, en zelfs dat het niet uitmaakt hoe effectief de grensbewaking is. Of er daadwerkelijk minder migranten binnenkomen, maakt dus niets uit. ‘This indicates that people might react to the symbolic meaning of the border more than to its material outcomes,’ schrijven ze.
Meer grensbewaking betekent dus meer gevóél van controle over immigratie, en daardoor meer draagvlak ervoor.
En het tegenovergestelde is ook waar: minder investeringen in grensbewaking zorgen voor mínder draagvlak voor migratie. In dat licht is een GroenLinks-PvdA-oproep om het EU-agentschap Frontex te ontbinden* natuurlijk nogal contraproductief.
Soms kan een scheutje symboliek geen kwaad
Symboolpolitiek heeft een slechte naam. Het is synoniem met: onzinnig, inefficiënt, dom. Het heeft geen plaats in het rationele, door feiten gedreven wereldbeeld van veel progressieve mensen. Alles wat neigt naar gevoel, klinkt als populisme, en daar wil met name links Nederland ver van blijven – avers van de onderbuik als ze is.
Maar mensen zíjn gevoelswezens. En het herkennen en erkennen van een symbolische waarde is cruciaal voor breedgedragen beleid en vertrouwen in de politiek. Voelen mensen zich overweldigd door de komst van asielzoekers – ‘ervaren’ mensen een asielcrisis – dan móét er iets met dat gevoel gedaan worden.
En dan kan een scheutje symboolpolitiek misschien helemaal geen kwaad. Gooi het journaal vol met beelden van streng uitziende marechaussee die een handjevol auto’s stoppen. En ziedaar: de asielcrisis wordt als minder erg ervaren.
Het goede nieuws is ook nog eens, stellen Briggs en Solodoch, dat het effect van symboolpolitiek heel snel optreedt. Zij laten zien dat er geen verschil is tussen kleine investeringen in grenscontroles en gigantisch dure fortificaties: beide zorgen voor meer draagvlak voor migratie.
Zo bekeken zijn de fuikjes van Faber dus precies wat de critici zeggen: symbolisch. Maar daarmee nog niet zinloos.