Hoe ouders micromanagers werden (en de leerling zijn privacy verloor)

Johannes Visser
Correspondent Onderwijs
Illustraties door Studio Ski (voor De Correspondent)

Tegenwoordig kunnen ouders op veel scholen meekijken met de cijfers, het rooster en de absenties van hun kind. ‘Het schendt de privacy en het opgroeiend vermogen van het kind volledig’, zegt conrector Margriet Bosman.

Als David (15) ’s middags uit school komt, weet zijn moeder Wendy al dat hij vandaag een 5,2 voor Nederlands heeft gehaald. Ze heeft dat cijfer zien staan in het digitale leerlingvolgsysteem Magister. David zelf weet nog niets van die 5,2, tot zijn moeder het hem vertelt.

Wendy: ‘Heb je wel goed genoeg geleerd?’

‘Weet niet.’

Zijn moeder vraagt David of hij zijn huiswerk voor biologie voor morgen al gezien heeft. Ook dat heeft ze in Magister zien staan.

‘Ja.’

‘Waarom heb je dat nog niet afgestreept in Magister dan? Doe dat even.’

‘Jaha.’

‘En ik zie dat je vrijdag een toets voor wiskunde hebt. Moet je daar niet voor gaan leren?’

‘Jahaa.’

‘En volgende week…’

‘Mam!’

In het huis in Soest waar David met zijn ouders en oudere zus woont, vertelt hij me hoe zijn moeder zich bemoeit met zijn schoolleven. ‘Tijdens vakanties is mama niet gestrest’, zegt David. ‘Maar als school weer begint, is mama gelijk weer gestrest door de toetsen die ik heb.’ Tegen zijn moeder, die tegenover hem zit: ‘Je zit er echt bovenop soms. Je vertrouwt er niet op dat ik ga leren als ik naar boven ga.’

Moeder Wendy: ‘Ik wil gewoon dat mijn kind het goed doet, omdat ik weet dat hij het kan.’

Afgelopen jaren is er onder invloed van de invoering van digitale leerlingvolgsystemen als Magister en Somtoday Bemoeizuchtige ouders bestaan al heel lang, maar tot voor kort bepaalden kinderen zelf welke informatie over school ze met hen deelden. Nieuwe cijfers, huiswerk, morgen een toets? Ouders konden ernaar vragen, kinderen konden erover vertellen – of niet.

Met de invoering van digitale leerlingvolgsystemen, zo’n vijftien jaar geleden, veranderde dat. In die systemen kunnen leraren het huiswerk zetten, per les bijhouden welke leerling dat huiswerk (niet) heeft gemaakt, wie eruit is gestuurd en wie tegen de regels in zijn smartphone bij zich heeft. Ook zetten leraren de toetscijfers in het systeem.

En: op veel scholen kunnen ouders meekijken in deze leerlingvolgsystemen.

Het zou ouders rust moeten geven. In een promofilmpje van Magister heft een moeder haar handen ten hemel. ‘WAAHHHH’, knippert er in beeld. Ze zit met allerlei vragen. ‘Kan ik helpen met huiswerk plannen? Voelt hij zich lekker op school? Wanneer kan hij naar de tandarts? Moet ik overhoren? Welke cijfers haalt mijn kind? Hoeveel tijd voor sport naast school?’

‘Relax!’, komt in beeld te staan. ‘Be Flex. Be Magister.’

Want Magister heeft de oplossing.

‘Met Magister app en web is er altijd en overal, op elk device, de laatste informatie van school beschikbaar voor leerlingen en ouders. Als ouders heeft u dus de mogelijkheid om met uw eigen kind mee te kijken. (...) Zo leeft u mee met de nieuwe schoolcarrière van uw kind.’

En meeleven gingen ze, die ouders.

Het ontstaan van de helikopterouder

Afgelopen decennia de tijd die ouders besteedden aan de opvoeding van hun kinderen. Vader en moeder gingen weliswaar beiden werken, maar gezinnen werden kleiner en ouders hielden meer tijd over om aan hun gemiddeld 1.49 kinderen te besteden. ‘Overparenting’ werd en de ‘helikopter-’ en ‘curlingouder’ ontstonden: ouders die voortdurend in de gaten houden waar hun kinderen mee bezig zijn, en zo nodig allerlei obstakels voor hen uit de weg ruimen. 

Ook op school klopte de meelevende ouder op de deur. Omdat diploma’s in de twintigste eeuw steeds bepalender werden voor iemands toekomst en steeds meer mensen hogeropgeleid raakten, zijn ouders – bang om de ratrace te verliezen – er alles aan gaan doen om hun kind in de tredmolen te houden.

Ouders, zelf steeds vaker in het bezit van een hoog, hoger, hoogst diploma, zijn zo’n diploma bovendien als statussymbool gaan zien en, bang voor statusverlies, tegen hun kinderen gaan zeggen: goed je best doen op school, dan komt het later allemaal goed – en misschien kan papa je wel even helpen? 

Dankzij nieuwe technologieën kunnen die ouders voortdurend zien wat hun kinderen doen op school. Op veel kinderopvangen stuurt de pedagogisch medewerker ouders de hele dag door foto’s van de fruithapjes die hun kind krijgt (lief!). Op de basisschool krijgen kinderen rapporten mee naar huis vol grafieken, alsof ze door het CBS in elkaar zijn gedraaid. En in het leerlingvolgsysteem van het voortgezet onderwijs worden ze realtime op de hoogte gehouden van het schoolleven van hun kind.

Wendy checkt dagelijks of David nog nieuwe cijfers heeft gehaald, of hij bij al zijn lessen aanwezig is geweest, wat zijn huiswerk is en of hij dat gemaakt heeft.

Wendy: ‘Ik denk niet dat ik de enige ouder ben. Er zijn meer ouders, alleen die willen dat niet toegeven.’

Een eindbaas die Papa heet

Afgelopen maanden sprak ik niet alleen David en Wendy, maar ook tientallen andere leerlingen, ouders, leraren en schoolleiders over hoe het onderwijs afgelopen jaren veranderde, mede door de komst van het digitale leerlingvolgsysteem.

Leraren en schoolleiders zijn het over één ding eens: ouders zijn steeds meer de school binnengedrongen. Soms letterlijk. Een docent vertelt me over een ouder die tijdens de les plots in haar lokaal stond om verhaal te halen over een ruzie die haar dochter die dag had gehad: ze had er met haar dochter over gefacetimed, en online had ze in het rooster gezien waar haar dochter op dat moment les had. Ik hoor ook van een ouder die in het rooster van haar zoon opzoekt wanneer hij uit is, en hem met de auto ophaalt als ze ziet dat het regent.

Uit de verhalen van leerlingen blijkt dat ze niet beter weten dan dat hun ouders direct op de hoogte zijn van wat er op school gebeurt. Sommige leerlingen vinden het zelfs wel fijn dat hun ouders hun cijfers soms eerder weten dan zijzelf: ‘Dan hoef ik het slechte nieuws niet zelf te brengen.’

Voor veel van hen is het normaal dat ze onder schooltijd een appje krijgen van hun moeder: ‘Een 8 voor bio! Lekker bezig!’ Ze vinden het vanzelfsprekend dat hun ouders een (geautomatiseerd) mailtje krijgen zodra ze één keertje absent zijn, en dat hun ouders dan direct naar school bellen (en dat vervolgens blijkt dat de leerling gewoon aanwezig is en de leraar een foutje heeft gemaakt). 

Maar dat het voor deze leerlingen vanzelfsprekend is, betekent niet dat ze het niet liever anders zouden zien. In de App Store krijgen de ‘Leerling en Ouder’-apps van de twee grote leerlingvolgsystemen Magister en Somtoday 1,5 van de 5 sterren.  Leerlingen schrijven geamuseerd kritische recensies: ‘Beste makers van deze game,’ schrijft er eentje, ‘dit spel is te moeilijk. Bij elke gamemode kan ik nauwelijks een 2 halen terwijl mensen online scores van 10 halen. Ik zie ook de hele tijd dat ik “absent” en “te laat” ben voor en dat vind ik slecht. Daarnaast is er een moeilijke eindbaas die “Papa” heet, die een slipper pakt en met 1 klap de helft van je HP laat verdwijnen.’

Een ander stelt een premium versie van Magister voor, waarin ouders de cijfers van hun kind niet kunnen zien. ‘Breekt de band tussen kind en ouder’, reviewt @joppiesaus420. 

Relax!

Het is te gemakkelijk om de leerlingvolgsystemen aan te wijzen als schuldige. Scholen kunnen namelijk zelf bepalen of, en wanneer, ze ouders mee laten kijken – en de default mode is dat ouders niet mee kunnen kijken. Ook kunnen scholen ervoor kiezen om ouders bijvoorbeeld niet de cijfers van hun kind te laten zien, maar wel het rooster. Dat ouders mee kunnen kijken met het schoolleven van hun kind, is dus schoolbeleid. 

Bemoeizuchtige ouders kunnen lastig zijn, maar ook helpen het gedrag en de prestaties van een leerling op korte termijn te verbeteren. Toen zo’n vijftien jaar geleden digitale leerlingvolgsystemen hun intrede deden in het onderwijs, werd tegelijkertijd ‘ouderbetrokkenheid’ een belangrijk thema op scholen.

‘Het belang dat schoolleiders toekennen aan ouderbetrokkenheid als middel om te komen tot een (beter) ondersteunend pedagogisch klimaat thuis, groeit’, schreef de Onderwijsraad in Een paar jaar later was een van de conclusies van de Monitor ouderbetrokkenheid dat in het voortgezet onderwijs sinds 2012 een duidelijke trend te zien was, ‘dat scholen van houding zijn veranderd en ouders meer ruimte geven

Ouders mee laten kijken in het leerlingvolgsysteem was een van de manieren om die betrokkenheid te vergroten, maar langzaamaan beginnen scholen die keuze te heroverwegen. omdat deze bij wijze van experiment ouders twee maanden geen digitale inzage gaat geven in de cijfers die leerlingen halen. Uit een vragenlijst onder leerlingen, uitgezet door een docent van de school, was gebleken dat kinderen van ouders die vaak Magister checken  

Het experiment haalde de voorpagina van de NOS-website, RTL Nieuws en zelfs  

Het leeft!

Sommige scholen hebben ouders nooit in het leerlingvolgsysteem gelaten.

Onderwijs kan niet zonder risico

Margriet Bosman, conrector op het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam, heeft zich op open dagen van haar school jarenlang moeten verdedigen tegenover ouders. Die vonden het maar ouderwets dat ze niet digitaal met hun kind mee konden kijken.

Bosman ziet dat ouders de afgelopen jaren een stuk zorgelijker zijn geworden. Ze merkt bijvoorbeeld dat ouders veel sneller aan de bel trekken als hun kind een keer een onvoldoende haalt. Ze kreeg net nog een mailtje van ouders: hun kind was in tranen thuisgekomen omdat hij voor zijn eerste proefwerk een 4,5 had gehaald. ‘Dat had ik vijftien jaar geleden nooit. Toen was er geen ouder die het in zijn hoofd haalde om eens lekker te gaan piepen over een cijfer.’

Het was Bosman die een jaar of vijftien geleden voorstelde om ouders op het Barlaeus geen toegang te geven tot het leerlingvolgsysteem. Op de turnclub van haar dochter zag ze de eigenaar van die club zijn dochter zo nu en dan een uitbrander geven als ze uit school naar de turnles kwam. ‘Je bent er vandaag twee keer uitgestuurd en hebt een 1 gehaald!’

Bosman: ‘Ik weet nog dat ik toen dacht: dit moet je dus nooit hebben, dat een ouder eerder dan of tegelijkertijd met een kind weet wat er op school is gebeurd.’ Op het Barlaeus krijgen ouders helemaal geen toegang tot het leerlingvolgsysteem. Niet tot de cijfers, en ook niet tot het rooster, de absenties en het huiswerk.

Bosman heeft er twee grote bezwaren tegen. Eén: scholen schuiven hun verantwoordelijkheid daarmee volgens Bosman ‘keihard’ af op de ouders. ‘Scholen die ouders toegang geven tot Magister of Somtoday zeggen eigenlijk: hou zelf even in de gaten of je kind veel spijbelt, te laat komt, er veel uitgestuurd wordt of slechte cijfers haalt. Ik vind dat de verantwoordelijkheid van de school. Wij horen aan de bel te trekken op het moment dat een kind faalt qua cijfers. Wij horen aan de bel te trekken op het moment dat een kind er belachelijk vaak uit wordt gestuurd. Wij horen aan de bel te trekken als een kind veel te vaak te laat komt of veel te veel spijbelt.’

Bosmans tweede bezwaar: ‘Het schendt de privacy en het opgroeiend vermogen van het kind volledig. Kinderen tussen de 12 en 18 zijn in de leeftijd dat ze zelf verantwoordelijkheid moeten leren nemen.’

En verantwoordelijkheid leren nemen, gaat niet zonder risico, Verantwoordelijkheid kan je iemand immers niet opleggen, je kunt alleen de voorwaarden scheppen waaronder iemand denkt: ja, daar wil ik verantwoordelijkheid voor nemen – met het risico dat iemand geen verantwoordelijkheid neemt en daardoor bijvoorbeeld blijft zitten. Zulk risico kan dus alleen bestaan als ouders hun kind durven loslaten. Ouders moeten het risico omarmen, om een veel groter gevaar op de lange termijn te voorkomen: dat hun kind nooit verantwoordelijkheid leert nemen

Volgens Biesta is de wens ontstaan om onderwijs krachtig, veilig, voorspelbaar en risicovrij te maken, omdat we in een tijd leven waarin we de boodschap meekrijgen dat de directe bevrediging van onze verlangens mogelijk en goed is. Iedere afwijking van dit risicovrije pad is dan een probleem dat moet worden opgelost. Omdat scholen zich blind zijn gaan staren op meetbare prestaties op de korte termijn,

Bosman vindt dat leerlingen het recht hebben om fouten te maken zonder dat hun ouders dat gelijk zien. ‘Een keer met hun kop tegen de muur lopen, er een keer uitgeschopt worden – het is allemaal part of growing up. Als je dat allemaal direct met je ouders moet delen, vraag ik me af in hoeverre een kind die stappen zelf maakt.’

Waar ‘overparenting’ toe kan leiden

Natuurlijk kunnen ouders hun kind wel helpen. Maar wanneer slaat betrokkenheid om in bemoeizucht? Wanneer is hulp verkapte controle? 

Wendy: ‘Ik help David wanneer hij aan het begin van de week zegt: dit is wat ik moet doen voor school, laten we samen even gaan zitten. Controle is: heb je dit wel gedaan?’ Het verschil tussen hulp en controle zit ’m in bij wie het initiatief ligt. Voor hulp is geen leerlingvolgsysteem nodig, omdat leerlingen op eigen initiatief hun rooster, huiswerk en cijfers met hun ouders kunnen delen. Leerlingvolgsystemen bieden controle. Hoewel die controle aanleiding kan zijn om hulp te bieden, is het kwaad dan eigenlijk al geschied: het initiatief ligt niet bij degene die hulp kan gebruiken.

Wendy: ‘David wil geen controle, maar ook geen hulp.’

David: ‘Nou, in ieder geval geen controle.’

Wendy legt uit dat zij haar dochter veel minder in de gaten houdt via Magister. ‘Zij kan heel goed plannen en heeft alles op een rijtje. En zij werkt heel hard, dus eigenlijk zijn het opposites.’ Tegenpolen, want David vindt school een stuk minder belangrijk dan zijn oudere zus. ‘Ik had geen zin in school. Nog steeds heb ik geen zin in school. School interesseert me niet zoveel’, zegt hij.

Het zijn vaak leerlingen als David, slim zat maar niet zo geïnteresseerd in school, om wie een heel web van controle heen wordt gesponnen om hen aan het werk te krijgen. Juist door al die controle raken ze nog verder vervreemd van school, omdat de verantwoordelijkheid die ze zouden moeten leren nemen juist van hen wordt afgepakt. Ze willen niets liever dan losgelaten worden, maar worden steeds strakker vastgehouden.

Op korte termijn heeft die controle soms eventjes succes, maar op de lange termijn vaak niet. David begon ooit op het vwo, maar zit na twee keer zittenblijven inmiddels in 3 mavo.

Misschien, zegt hij, had minder controle ook hem juist kunnen helpen. ‘Dat mama niet elke keer weer zegt wat ik allemaal nog voor school moet doen. Niet elke keer van: je moet dit nog inleveren en je moet dat nog inleveren. Ik zou minder stress hebben als mama niet mee zou kijken in Magister. Misschien was het dan beter gegaan, omdat ik het dan zelf in de hand zou hebben en het zelf zou moeten bijhouden.’

Wendy: ‘Zonder Magister had ik misschien wel minder stress ervaren. Misschien ben ik wel beter af als ik Magister gewoon van m’n telefoon gooi en zeg: vertel me zelf maar hoe het gaat. En dat ik op een gegeven moment, als ik weer een mail krijg van school omdat hij zijn opdracht voor bio niet heeft ingeleverd, zeg: dat is niet mijn probleem. Ik vind dat lastig omdat ik het beste voor hem wil, maar uiteindelijk geeft het hem misschien meer vertrouwen.’

Ook onderzoek laat zien dat ‘overparenting’ de zelfstandigheid van leerlingen juist ondermijnt. Net als hun vermogen om om te gaan met stress, en hun geloof in eigen kunnen. Overmatige controle van een of twee ouders wordt door onderzoekers in verband gebracht met en

Ook de mogelijkheid die ouders hebben om met hun kind mee te kijken, zonder dat ze dat daadwerkelijk doen, stuurt het gedrag van leerlingen en Zolang ze goede cijfers halen, hun huiswerk maken en op tijd in de les zijn, zullen hun ouders hen niet op de huid zitten – dus kunnen ze er maar beter voor zorgen dat hun gedrag past binnen de smalle marges van het leerlingvolgsysteem. Anders kunnen ook zij last krijgen van ouders die via Magister of Somtoday aan het micromanagen slaan.

Ping.

Mailtje van een ouder. ‘We vinden Magister een fijne manier om onze kinderen een beetje te helpen het overzicht te bewaren’, mailt vader-van-twee Matthijs me. ‘Onze kinderen vinden het niet vervelend dat we mee kunnen kijken op Magister. Voor hen is het een vanzelfsprekendheid.’

Bescherm ouders tegen zichzelf

Matthijs en zijn vriendin Kim hebben twee kinderen: Fez (16) en Kiki (14). ‘Mijn kinderen hebben er een handje van dingen die ze moeilijk of vervelend vinden zo lang mogelijk uit te stellen’, mailt Matthijs. 

Zijn zoon Fez leest bijvoorbeeld niet graag, terwijl hij voor school wel veel boeken moet lezen. ‘Als wij niet weten wanneer hij een boek uit moet hebben, zou hij die deadlines niet halen. Liever helpen we daarom een beetje met plannen en overzicht bewaren. Dat komt zijn schoolwerk en zijn gemoedstoestand ten goede.’

Kiki’s Magister checkte hij een tijdje om te zien of ze wel op school kwam en geen lessen miste, want het viel hem en zijn vrouw op dat dat regelmatig gebeurde terwijl het niet echt bij haar karakter paste. Voor hem waren de vinkjes voor afwezigheid in Magister aanleiding om te vragen wat er aan de hand was, en het verzuim bleek een groter probleem bloot te leggen. ‘Zonder Magister waren we hier ongetwijfeld ook achter gekomen, maar nu hielp het om er tijdig bij te zijn.’ 

Ik moet denken aan wat Barlaeus-conrector Margriet Bosman zei over scholen die hun verantwoordelijkheid ‘keihard’ afschuiven. Waarom trok die school niet aan de bel na al die absenties, en hoe krijgen kinderen van ouders die niet de tijd hebben om hun kind te helpen met plannen dan op tijd hun boek uit?

Matthijs Maat heeft nog een reden om het gebruik van het leerlingvolgsysteem door ouders niet te veel te problematiseren. Ouders die hun kinderen confronteren met cijfers zodra die op Magister staan, denkt hij, zouden die prestatiedruk ook zonder leerlingvolgsysteem wel bij hun kinderen leggen.

Het is maar de vraag of dat zo is. Technologie wordt niet alleen gebouwd omdat er vraag naar is, het aanbod creëert die vraag ook – en creëert vervolgens nieuwe normen. In stelt interviewer Frans Bromet Nederlanders op straat de vraag of zij behoefte hebben aan een mobiele telefoon. Hun antwoorden laten zien

‘Nee, dat heb ik niet nodig. Ik word toch niet gebeld ofzo.’

‘Ik zie daar het nut niet zo van in.’

‘Dan ben je aan het fietsen, en dan word je gebeld!’ (lach)

‘Handig, zeker. Maar als ik ergens strand, dan is er ook altijd wel een telefooncel of een boer met een telefoon.’

‘Het lijkt me helemaal niet leuk om altijd bereikbaar te zijn.’

De mogelijkheid die leerlingvolgsystemen ouders bieden om mee te kijken, leidt ook tot veranderend gedrag. Wendy zegt dat ze op Magister kijkt omdat dat nu eenmaal kan. Ze vindt het goed dat die montessorischool in Zeist ouders zoals zij een tijdje niet meer in het systeem laat, omdat ze het moeilijk vindt de Magister-app zelf te verwijderen. Zonder app zou ze simpelweg de mogelijkheid niet hebben om David zo op de huid te zitten. Een ouder kan geen helikopterouder worden als niemand hem een helikopter geeft, en curlingouders staan met lege handen zonder bezem.

Net zozeer als onze waarden technologie vormen, vormt technologie de maatschappij. Wendy: ‘Misschien zijn we in onze maatschappij het vertrouwen in kinderen wel verloren. Wij, ouders, willen alles controleren en in de hand houden, maar misschien moeten we dat loslaten en kinderen hun eigen fouten laten maken. Op school laten gebeuren wat er op school gebeurt, en dat kinderen hun ouders om hulp vragen als het nodig is.’

Bosman ziet dat ouders langzaamaan terugkomen van het idee dat technologie altijd een vooruitgang is, en dat scholen die daar niet in meegaan ouderwets zijn. ‘Het grappige is: uiteindelijk krijgen we gelijk. Tegenwoordig krijgen we terug dat ouders het eigenlijk wel met ons beleid eens zijn. Als ik nu op de open dag zeg dat ouders bij ons geen toegang krijgen tot het leerlingvolgsysteem, krijg ik nog net geen staande ovatie.’