Er bestaat geen multicultureel drama. In dit drama speelt het Westen zelf de hoofdrol

Karin Amatmoekrim
Correspondent Verzwegen geschiedenis
De beelden in dit artikel komen uit de collectie van het Rijksmuseum en zijn uitgekozen door onze beeldredactie. Ze laten zien hoe omstreden en gewelddadig de rol is die Nederland door de geschiedenis heen heeft gespeeld. Bovenstaand: ‘Een opperkoopman van de VOC met zijn vrouw en een tot slaaf gemaakte bediende’, Aelbert Cuyp, ca. 1640-1660.

In zijn geruchtmakende essay ‘Het multiculturele drama’ wierp Paul Scheffer precies 25 jaar geleden een kritische blik op migranten: zij zouden zich niet genoeg aanpassen aan de westerse, superieure cultuur. Tien jaar later gaf Anil Ramdas juist de autochtone ‘tokkies’ de schuld van het gebrek aan beschaving. Beide auteurs hadden zowel gelijk als ongelijk, ziet Karin Amatmoekrim nu.

In januari 2000 verscheen ‘ van Paul Scheffer, een essay dat de aftrap vormde voor decennia aan debat en wrijving over culturele identiteit, migratie en integratie.

Je zou kunnen stellen dat er voor die tijd gelaten werd gereageerd op de problemen die er leefden in de sociale onderklasse – een klasse die voor een belangrijk deel uit migranten bestond. Al te harde kritiek op migranten werd volgens Scheffer vermeden omdat men bang was als racist gezien te worden. De onuitgesproken verwachting van Nederland was dat integratie een kwestie van tijd was.

Die verwachting, stelde Scheffer, was niet uitgekomen, omdat immigranten niet uit zichzelf assimileerden. Wegkijken had onder migranten alleen maar geleid tot problemen als

Na het essay van Scheffer leken de zorgen over de groeipijnen van een multiculturele samenleving gegrond verklaard.

Scheffer waarschuwde in zijn stuk voor de aanpassingsproblemen waaronder veel migranten gebukt gingen én voor de druk die deze problemen op de samenleving zouden leggen. Allochtone kinderen hadden een aanzienlijke cognitieve achterstand, schreef hij, en liepen bovendien achter op het gebied van taalvaardigheid. Te verwachten was dat met name Turkse en Marokkaanse kinderen geen goede baan zouden kunnen krijgen. Hij concludeerde: ‘Het multiculturele drama dat zich voltrekt is […]

‘Zij’ moeten zich aanpassen aan ‘ons’

Het artikel had een enorme invloed op het migratiedebat. Volgens sociaal filosoof en onderzoeker Baukje Prins sloot het naadloos aan op wat zij het ‘nieuwe realisme’ noemde, in de zin dat Scheffer werd beschouwd als

De titel ‘Het multiculturele drama’ werd (tegen Scheffers zin) al snel door extreemrechtse politici gekaapt om te waarschuwen voor het gevaar van de islam. Zo verwees de leider van het extreemrechtse Vlaams Blok, Filip Dewinter, instemmend naar Scheffer. België zou een voorbeeld moeten nemen aan Nederland, waar sinds de publicatie van Scheffers artikel openlijk gesproken werd over de ‘gevaren’ van de multiculturele samenleving.

‘In Nederland was het beleid in het verleden nog toleranter, nog lakser dan in België’, ‘Maar misschien daardoor zijn daar de oogkleppen ook eerder afgevallen.’

Ik herinner me het effect van Scheffers essay nog goed: ik was 23 en studeerde in Amsterdam. Veel immigranten beschouwden het essay als de zoveelste aanval op hun identiteit, maar ik vond persoonlijk dat hij er niet helemaal naast zat. Opgroeiend tussen de allochtonen – met name Turken en Marokkanen – in een Noord-Hollandse volkswijk had ik van dichtbij meegemaakt hoe indringend het kon wringen tussen verschillende culturen, en hoe gewelddadig het kon botsen.

De meesten van ons wisten zich op te werken, maar er waren er genoeg die ergens tussen de Hollandse wal en het oude, buitenlandse schip terechtkwamen. Over die mensen had Scheffer het toen hij opriep tot een betrokkener migratiebeleid dat niet van naïef wensdenken uit moest gaan.

En toch lag er iets aan de basis van Scheffers stuk waarbij ik me niet helemaal comfortabel voelde: de vanzelfsprekendheid waarmee hij stelde dat wil de Nederlandse samenleving kans van slagen hebben, de immigrant zich moet aanpassen.

Is dat zo? Ik vroeg het me toen al af. Aanpassing in taal en (uit beleefdheid) een deel van de gewoontes, vind ik inderdaad vanzelfsprekend. Maar wat is er nou eigenlijk precies zo verheven aan de Nederlandse cultuur dat maakt dat iedereen zich daaraan moet optrekken?

‘Beschieting van de kraton van de sultan van Djambi op Sumatra door drie Nederlandse raderstoomboten’, schilder onbekend, 1858
‘De arrestatie van Diponegoro door luitenant-generaal De Kock’, Nicolaas Pieneman, ca. 1830-1835. Prins Diponegoro was de belangrijkste leider in de Java-oorlog (1825-1830). Hoewel de Nederlanders hem immuniteit hadden beloofd, werd hij tijdens vredesonderhandelingen gearresteerd.

Hollandse ‘platvloersheid’ als het hoogste streven?

Als immigrant uit een voormalige kolonie ben ik lang doordrongen geweest van de superioriteit van het Westen. Alles wat de moeite waard was, leek daarvandaan te komen: kunst, muziek, literatuur, architectuur, wetenschap.

De superioriteit van het Westen gold nadrukkelijk én onnadrukkelijk als datgeen waarnaar ieder denkend wezen zou moeten streven. Niet alleen omdat het Westen de enige plek was die waardevolle schrijvers, denkers en kunstenaars had voortgebracht, maar vooral omdat het een beschaving voorstond die het universeel menselijke wist te verbeelden en trachtte te beschermen.

Althans, daar was En die overtuiging werd ons (post)koloniale onderdanen met de paplepel ingegoten.

Daardoor kon en kan het zo makkelijk gezegd worden: dat voor een succesvolle samenleving in Nederland ‘zij’ zich moeten aanpassen aan ‘ons’. Dat de Hollandse normen en waarden smetteloos en onbetwist zijn, dat stond altijd buiten kijf. Daarom voelde het ergens volkomen vanzelfsprekend toen Scheffer schreef dat assimilatie van de allochtoon het belangrijkste is. En dat die allochtoon daarbij geholpen moet worden.

Maar zijn woorden wrongen ook, en niet alleen bij mij. In 2010, tien jaar na het essay van Scheffer, schreef de Een hard tegengeluid.

Ramdas stelde dat het drama, in tegenstelling tot wat Scheffer had beweerd, niet zozeer múlticultureel maar juist cúltureel van aard was. Want Nederland kende een grote autochtone middenklasse die weliswaar sociaal-economisch vooruit was gegaan, maar die cultureel gezien achterbleef.

Haar kleinburgerlijke beslommeringen waren heilig verklaard en van enige liefde voor de hoge cultuur was geen sprake. Met als gevolg een alomtegenwoordige ‘platvloersheid die ons leven […] vergalt’. Deze groep autochtonen had niet geleerd na te denken over complexe of genuanceerde zaken. Daarom wezen ze de multiculturele samenleving zo stellig af: ze waren misschien welvarender dan de vorige generaties, maar zeker niet beschaafd.

Ramdas maakte zich dan ook ‘diepe zorgen om de cultuur van de autochtonen’, ‘Die Hollanders die in die eigen huizen wonen en een eigen auto hebben en met vakantie kunnen, zijn voor een groot deel white trash. Het zijn tokkies, het zijn families Flodder, met achterlijke ideeën en onbeschofte omgangsvormen.’

Hij vervolgde: ‘Wat kun je anders zeggen van de meeste Telegraaf-lezers, SBS6- en RTL-kijkers en PVV-stemmers, dan dat ze boers, onbehouwen, ruw, plat, vulgair, ordinair en ongemanierd zijn? Primitieve, rancuneuze, rechtse en extreemrechtse types zonder moraal, zonder principes, zonder idealen; kan het anders worden geformuleerd?’

Ramdas’ stuk leidde tot een lawine van boze reacties, zowel op televisie als in kranten en op sociale media. Jan Modaal mocht niet worden weggezet als achterlijk, en al helemaal niet door een bruine immigrant als Ramdas. Hij werd verguisd.

Wie zijn essay nu leest, kan het nog steeds met zijn critici eens zijn. Het is nu eenmaal niet aardig om zo’n grote groep mensen over één kam te scheren. Maar vijftien jaar later lees ik in het essay dat hij een angstig, terecht voorgevoel verwoordt.

‘De handelsloge van de VOC in Hougly in Bengalen’, Hendrik van Schuylenburgh, 1665. Bengalen was een van de plekken waar de VOC in de zeventiende eeuw de meeste tot slaaf gemaakte mensen kocht.

Westerse idealen worden door het Westen zelf bedreigd

We gaan 2025 in met een extreemrechts kabinet. Incapabele mensen zijn het, die een paar decennia geleden weggehoond zouden zijn. Halve misdadigers en kwakzalvers in de Kamer getuigen van een infantiliteit die even verbijsterend als alarmerend is – zeker wanneer je beseft dat zij een belangrijk deel van de samenleving vertegenwoordigen.

We kunnen dus rustig concluderen dat het gebrek aan beschaving – waarvan Ramdas de gemiddelde PVV-stemmer betichtte – De mensen die de hoogste politieke posten bezetten, en daarmee ons land en onze toekomst vormgeven, zijn precies die ‘primitieve, rancuneuze, rechtse en extreemrechtse types zonder moraal, zonder principes, zonder idealen’ waarover Ramdas het had.

Je zou ze ‘barbaren’ kunnen noemen, ware het niet dat het Westen die term uitsluitend gebruikt als label voor de niet-westerse woesteling.

Toch zijn het juist deze witte extremisten die samen met ultraconservatieve religieuze organisaties in het Westen steeds meer aan de knoppen draaien. Nationalistische populisten, die ons dwingen ontwikkelingen die zijn bevochten en bewezen terug te draaien.

Het zijn deze witte barbaren die in heel Europa en in de Verenigde Staten de veiligheid van minderheden, van vrouwen, zelfs de wetenschap én de democratie in gevaar brengen. Verheven westerse idealen als tolerantie, vrijheid en gelijkheid worden door het Westen zelf bedreigd.

Het gevaarlijke, gedroomde gelijk van het Westen

Het paradoxale is dat het Westen onverminderd overtuigd is van zijn eigen superioriteit. Terwijl de witte woesteling is omarmd en in al zijn ongeletterdheid naar de hoogste politieke regionen is geleid, roept men nog altijd dat het gevaar juist schuilt in de normen en waarden van de migrant, die niet bij het ontwikkelde Westen zouden passen.

Zonder oog te hebben voor het eigen gebrek aan beschaving blijft men stellen dat de enige manier waarop de samenleving kan overleven, is dat ‘zij’ zich aan ‘ons’ aanpassen.

Het is een morele hypocrisie die mij En niets maakte die zichtbaarder dan de oorlog in Gaza.

De verschrikkingen waaraan de Palestijnse bevolking al decennia wordt blootgesteld, opgeteld bij de Israëlische arrogantie en openlijke minachting voor Arabische mensenlevens, heeft bij veel mensen tot afschuw geleid. De vreselijke beelden waarmee we in 2024 werden geconfronteerd, botsten steeds harder en onbegrijpelijker met de politieke houding van Nederland (dat zich onlangs weer eens van stemming onthield toen bij de Verenigde Naties werd gepleit voor

Westerse organisaties waarvan de positie nooit ter discussie werd gesteld, zoals het Internationaal Gerechtshof en Amnesty International, werden opeens verdacht gemaakt toen ze zich uitspraken tegen de westerse bondgenoot Israël.

Het is zoals de Indiase schrijver Amitav Ghosh onlangs zei, toen hij de Erasmusprijs in ontvangst nam: ‘Het Westen heeft de wereld niet gewonnen door superioriteit van zijn ideeën, waarden of religie […] maar door zijn superioriteit in het toepassen van georganiseerd geweld. Westerlingen vergeten dit vaak;

Ghosh slaat de spijker op de kop. Veel allochtone Nederlanders zijn geboren in een postkoloniale realiteit. Daarom begrijpen wij wat zich voor onze ogen afspeelt: het onrecht dat in Palestina plaatsvindt, is een echo van de koloniale geschiedenis die onze identiteit heeft vormgegeven. We praten en schrijven erover, en we kunnen niet anders dan tot de logische conclusie komen dat wat in Gaza gebeurt Live uitgevoerd, en waaraan de Nederlandse regering op veel manieren

‘Plantage-eigenaar met contractarbeiders op plantage Accaribo in Suriname’, anoniem, 1916-1930.

De discrepantie tussen de officiële, politieke houding van Nederland en het sentiment onder de mensen op straat wordt steeds groter. Dat zoveel Nederlanders de straat op gaan om te protesteren tegen de oorlog, heeft enerzijds te maken met het gezonde morele verstand van veel Nederlanders – dat godzijdank nog steeds leeft. Anderzijds wordt het versterkt door de invloed van Nederlanders met een migratieachtergrond.

En samen zien wij dat onze regering het moment níét aangrijpt om te bewijzen dat Nederland heeft geleerd van de geschiedenis. In plaats daarvan graaft men zich dieper in. Een gedroomd gelijk, het drama van gespeelde superioriteit.

Kritiek op Israël wordt gelijkgesteld aan antisemitisme. En als die kritiek wordt geuit door migranten, dan klinkt uit de mond van een minister dat niet-westerse culturen – alsof het bruine mensen waren en niet witte Europeanen die vanuit hun culturele normen en waarden zes miljoen Joden hebben vermoord. Het westerse schuldgevoel over de Holocaust wordt zo effectief omgezet in xenofobie. Op die manier kan het Westen wederom blijven geloven in zijn eigen onschuld.

Dit drama is westers pur sang

Ramdas voorzag dit drama, maar achteraf bezien had hij ongelijk toen hij schreef dat het cultureel van aard was. Hij had het vooral over goede smaak en fatsoen, toen hij schreef dat de PVV cultureel achterlijk is. Hij concludeerde dat fatsoen

Maar in het huidige politieke veld is het gebrek aan fatsoen juist heel duidelijk zichtbaar. Van migratieminister Marjolein Faber, die opzettelijk liegt over de afkomst van de dader in een steekpartij en – als ze ermee wordt geconfronteerd – niet het fatsoen heeft om tot aan Geert Wilders, van wie we het inmiddels normaal vinden dat hij dingen zegt als wanneer het gaat over pro-Palestijnse demonstranten.

Dit onfatsoenlijke gedrag komt niet voort uit een gebrek aan culturele beschaving; eerder is het een ontmaskering van het eeuwenoude idee dat het Westen de waarheid in pacht heeft. Dat is immers een teken van morele superioriteit: lessen trekken uit het verleden, en het in de eigen tijd beter doen.

Wat we nu zien, zijn extremistische leiders die zelf het grootste gevaar vormen voor een veilige samenleving, omdat ze oproepen tot haat in plaats van eenheid. Het Westen dat zegt voorop te lopen met zijn ideeën over vrede, democratie en mensenrechten, vormt zelf de grootste bedreiging voor precies die elementen.

De waarheid is dat het Westen nooit de fatsoenlijkste, nooit de beschaafdste van alle culturen was. Wel een van de gewelddadigste, en de pretentieuste. Wat we nu zien is een drama, absoluut. Maar het is westers pur sang.