Kritiek op het migratiebeleid? Ga het maar dóén dan

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie
Foto's door Paul Driest

Wat gebeurt er als je een groep medewerkers van De Correspondent een ochtendje het Nederlandse migratiebeleid laat bepalen? We speelden het spel Nederland Migratieland, van asiel-expert Paul Driest. ‘Misschien is het zo gek nog niet – even de grenzen dicht.’

Drie maanden geleden stond Paul Driest met zijn kraampje op het Spellenspektakel, de grootste spellenbeurs van Nederland. Dertigduizend mensen liepen door de enorme hal, op zoek naar de nieuwste, leukste bordspellen. Ze stopten wel bij zijn spel hoor, daar niet van. En ze vonden het wel tof. ‘Maar dan zeiden ze daarna toch: we komen hier voor onze ontspanning. En: dit is niet echt leuk.’

Nee, leuk is het spel van Driest inderdaad niet te noemen. zoals de werktitel luidt, is dan ook niet bedoeld om leuk te zijn. Wél om inzicht te krijgen in hoe migratiebeleid nu eigenlijk werkt. En welke keuzes daarin gemaakt moeten worden.  

Want als er één ding depolariserend is, gelooft Driest, dan is het de praktijk. De praktijk van: ga er maar aan staan. ‘Dus jij wil migranten heel ruimhartig binnenlaten? Of juist alle grenzen potdicht?’ zegt Driest. ‘Prima, werk dat maar eens concreet uit in beleid – dan zul je zien welke gevolgen het heeft.’

Serious games in plaats van powerpoints

Driest werkte jarenlang in de asielketen en ‘was wel een beetje klaar met de powerpoints’. Het viel hem op dat veel adviesrapporten die hij schreef nauwelijks gelezen werden. Ook zag hij het publieke debat over migratie steeds nauwer worden. ‘Het gaat alleen nog maar over asiel. Terwijl migratie zó veel breder is. Ik zocht iets interactievers om de boodschap over te brengen.’

Hij begon zich te verdiepen in de wereld van serious games. Een momenteel erg hippe manier voor organisaties om hun werknemers te

Soms is het doel van zo’n spel om zich in te leven in de ‘doelgroep’ waarvoor ze werken – zoals een serious game over hoe het is om in armoede Of het gaat erom het eigen beleidsterrein goed te leren kennen. De provincie Zuid-Holland heeft bijvoorbeeld een serious gamer in dienst, die voor ambtenaren spellen ontwikkelt om, zeg, de complexe structuren van waterschappen te leren kennen.

‘Je slaat dingen beter op als je ze dóét, in plaats van erover leest’, zegt Driest. 

En zodoende zitten we op de redactie van De Correspondent met vijf collega’s rond het spelbord van Nederland Migratieland. Het is niet bepaald een reisversie – we moeten twee tafels tegen elkaar schuiven om het bord, dat een enorme kaart van Nederland voorstelt, kwijt te kunnen. Driest treedt op als spelleider, omdat het spel nog in een testfase zit. 

Een spel zonder politieke kleur

‘Dit spel heeft geen politieke kleur’, begint Driest zijn introductie. ‘Je kunt er alle kanten mee op. Wil je die hekken daar om Nederland zetten?’ Hij wijst naar een paar kartonnen bordjes met afbeeldingen van harmonicagaas. ‘Ga je gang. Dan gaan we kijken hoe dat uitpakt.’ 

Rond het spelbord liggen verschillende pijlen, die op Nederland zijn gericht. Ze staan voor verschillende groepen migranten die naar Nederland willen komen – van Oekraïners tot huwelijksmigranten, van arbeidsmigranten tot asielzoekers. Eerst maar eens snappen over wie we het eigenlijk hebben, is het idee. 

Maar zelfs zo’n simpele vraag als ‘wie komen er binnen’, blijkt best complex.

Nog voor we goed en wel begonnen zijn, hebben we al gesprekken gehad over de ‘tijdelijkheid’ van het verblijf van Oekraïners, de achterstanden in het aanmaken van BSN-nummers, het verschil tussen arbeidsmigranten en en de hoeveelheid buitenlandse studenten die Nederland aankan.

Het is meteen duidelijk hoeveel kennis er eigenlijk nodig is om iets zinnigs over migratie te zeggen. 

Het spel doorloop je door allerlei opdrachten te spelen. Situatie- en locatie-opdrachten, gewetensvragen (‘want migratie gaat over de onderbuik, hè?’) en kennisvragen. 

En soms komt er – nogal letterlijk, in de vorm van een spookvormig briefje – een geest uit de fles. Een onverwachte oorlog die uitbreekt. Een oorlog die juist stopt. Bizarre hitte in Zuid-Spanje, waardoor Spanjaarden naar het noorden moeten trekken. Of: een referendum over het bouwen van een hek aan onze grenzen. Hoe ga je daarmee om? En wat heeft het voor invloed op je ‘beleid’? 

Je speelt met een hoofddoel. Wij trekken het kaartje ‘grenzen dicht’. 

Amsterdam, Venlo en het geweten

We spelen een situatie uit Amsterdam. 

Je bent een wijkmanager bij een woningcorporatie. Bewoners zijn boos, omdat statushouders veel sneller dan gewone Amsterdammers een woning krijgen, en ze hebben hier een bewonersavond over georganiseerd.
De bewoners willen de voorrang voor statushouders afschaffen. Stem je voor of stem je tegen?

‘Nou, tegen, lijkt me’, zegt een collega. ‘Ons doel is de grenzen dicht, toch?’

‘Ja, maar’, oppert een ander. ‘Deze mensen zijn er toch al? Als we alle asielzoekerscentra zo snel mogelijk willen sluiten, kunnen we mensen toch beter zo snel mogelijk aan een woning helpen?’

Weer een ander: ‘Misschien is het zo gek nog niet – even de grenzen dicht, tot we orde op zaken hebben. Het hoeft eigenlijk geen extreemrechts scenario te zijn.’ 

Driest brengt in: ‘In België zeggen ze gewoon: hier is je status, zoek zelf maar een huis. Daar zie je dus heel veel mensen bij elkaar op de bank slapen – en natuurlijk op straat. Dan leg je het probleem dus eigenlijk neer bij de gemeentes.’

‘Wat nou als je verschillende wachtlijsten zou creëren’, oppert een collega. ‘Dus niet alle huiszoekenden op één hoop, maar een wachtlijst voor statushouders, en eentje voor Nederlanders. Dan heb je misschien minder het gevoel dat je met elkaar in competitie bent.’ 

‘Je zou statushouders ook een keuze kunnen geven’, oppert een ander. ‘Want in Amsterdam zijn de wachtlijsten hoog, maar in Drenthe kun je misschien wel meteen terecht.’ 

Driest: ‘Die voorkeuren verschillen ook per doelgroep. Eritreeërs zijn vaak hartstikke blij met een dorpje in een buitengebied. Maar Syriërs zijn een hogere standaard van voorzieningen gewend; die willen in de grote stad.’

‘En wat als je nu écht een Europees asielsysteem maakt? En je kijkt gewoon: waar zijn er huizen? Je vraagt in Europa asiel aan, en als er een huis in Spanje is, dan ga je naar Spanje!’ 

Nieuw kaartje. We verkassen naar Limburg, een scenario in Venlo. 

Je broer is tijdens zijn vakantie in Guatemala verliefd geworden op Julia. Ze willen graag samen in Nederland een toekomst opbouwen. Maar, je broer zit in de bijstand. Vind je het terecht dat de verblijfsstatus van Julia is gekoppeld aan het inkomen van jouw broer? 

Een van mijn collega’s heeft dit zelf meegemaakt: hij moest financieel sponsor worden van zijn vriendin, om haar aan een verblijfsvergunning in Nederland te helpen. ‘Ik vond het heel raar. Omdat er geen rekening mee wordt gehouden hoeveel geld je partner heeft. Het gaat er alleen maar om dat ik voldoende geld heb.’

Andere collega: ‘Ja, misschien is die Julia wel een rijke stinkerd!’ 

Driest legt de oorsprong van de regel uit: er waren in de jaren tachtig veel Marokkanen en Turken die met verwante familieleden trouwden. Zo kwamen er grote groepen analfabete vrouwen uit het Berbergebied naar Nederland. Dat wilde de overheid aan banden leggen, door de regel in te voeren dat je geen partner naar Nederland kon halen als je zelf niet genoeg inkomen had.

‘Maar dan hebben mensen die dus echt verliefd zijn daar nu last van’, zegt een collega.

Driest: ‘Ja, maar je kunt moeilijk in je beleid opnemen dat er sprake moet zijn van echte liefde.’

Tijd voor een gewetensvraag. We trekken een kaart.  

Omdat de oorlog in Oekraïne uitzichtloos lijkt, is het niet de verwachting dat Oekraïners op korte termijn terug kunnen. Daarom is het een goed idee alle Oekraïners die er nu al zijn, onder een generaal pardon de Nederlandse nationaliteit te geven. 

‘Is dat niet oneerlijk? Als je met een Nederlander trouwt, heb je op z’n vroegst na drie jaar Nederlanderschap, en zij krijgen het meteen?’

‘Ik vind het wel grappig als we zeggen: we hebben Oekraïners altijd ongelijk behandeld, dus is het wel zo eerlijk om dat nu weer te doen.’

‘En hoe zit het met die nareizigers? Hun mannen zijn vaak nog in Oekraïne, mogen die dan ook allemaal komen?’

‘Volgens mij moet je je afvragen wat de voor- en nadelen voor Nederland zijn. Is het niet beter voor de samenleving om ze gewoon hier te laten wortelen, in plaats van ze altijd op de schopstoel te laten zitten?’

‘Nee, ons land zit op slot.’

‘Maar ze zijn hier al.’

Migratiebeleid gaat vaak niet over migratie

Zo zijn we de hele ochtend bezig. En nee – we hebben niet dé oplossing gevonden. En komen zelfs niet tot een heel concreet plan. Maar we snappen wel wat Driest bedoelt: als je elke keuze écht moet maken, zie je pas hoe complex het is. Regels die je verzint voor de ene groep, blijken effect te hebben op de andere groep – die je daar helemaal niet mee wilde raken. 

En: de meeste discussies die we voeren gaan helemaal niet over migratie. We hebben het veel meer over de woningmarkt, het openbaar vervoer en het onderwijs. Want uiteindelijk is de vraag: hoe richten we de maatschappij in? En migratie is daarvan slechts een klein onderdeel. 

Driest wil dit spel op zoveel mogelijk plekken gaan spelen, om het zo steeds beter te maken. Juist ook in buurthuizen, met conservatieve stemmers. En hij werkt aan een versie voor de ‘gewone’ consument, waarbij hij niet als spelleider hoeft op te treden. Werktitel: Migratie aan de keukentafel. Want hij gelooft: een goed gesprek over migratie kan wél, als je er een spelletje van maakt.