Minister van Ontwikkelingshulp Reinette Klever weigert ons kleingeld te gebruiken om elders levens te redden
Iedereen die weleens met een collectebus door de buurt is gegaan, kent dat moment van de waarheid aan de voordeur.
De ene bewoner is aandachtig, geduldig en nieuwsgierig naar wat hij voor een ander kan betekenen. Ook als hij zelf krap zit, doet hij mee – al is het maar voor het gebaar.
De ander is onbereikbaar, gehaast, vermijdt elk oogcontact. Op straat maakt hij een omweg, in huis verstopt hij zich achter de gordijnen, doet krampachtig alsof hij niet thuis is. Meestal nog wel met een zweem van gêne.
Maar er is nog een derde soort. De soort zonder schaamte, die je – nog voor je uitgepraat bent – onderbreekt: mooi hoor, KWF Kankerbestrijding, maar what’s in it for me?
Tot die derde groep behoort Reinette Klever, onze minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Zij schrapt achteloos 39 procent van alle ontwikkelingshulp.* Zo treedt Klever in de voetstappen van de Amerikaanse president Donald Trump en Elon Musk, de baas van Tesla en X, en sinds kort de adviseur van Trump. Zij hebben alle Amerikaanse hulp bevroren.
Met één duizendste van ons inkomen verdubbel je het inkomen van de armste tien procent
Even een stapje terug. Want er schuilt een adembenemende logica achter ontwikkelingshulp.
Westerse landen zijn in de twintigste eeuw rijk geworden. Puissant rijk. Daardoor is de kloof tussen de rijkste en armste mensen ter wereld nu enorm.
De vraag die voor mij alles veranderde als het gaat om mondiale ongelijkheid: wat kost het de rijkste tien procent om het inkomen van de armste tien procent te verdubbelen?

Om precies te zijn: elf cent per honderd euro. Een duizendste van hun inkomen.
Hun inkomen, of dat van ons? ‘De rijkste tien procent’ klinkt erg rijk, maar het zou goed kunnen dat jij het bent. Voor een eenpersoonshuishouden is een netto-inkomen van 19.000 euro voldoende om erbij te horen.*
Onze fooi is elders het verschil tussen een hartslag en een grafzerk
Deze kolossale ongelijkheid is zowel een aanklacht als een kans.
Rechtvaardig is het niet, dat het verschil tussen een leefbaar bestaan en verstikkende armoede wordt bepaald door de geboorteloterij.
Maar het betekent ook dat wij, in rijke landen, met slechts een fractie van onze welvaart levens kunnen redden. Dit was de essentie van het VN-verdrag van 1970, toen de welvarende landen besloten om 0,7 procent van hun nationale inkomen te bestemmen voor ontwikkelingshulp.
We zijn rijk, zó onvoorstelbaar rijk dat wat voor ons kleingeld is, elders het verschil maakt tussen een hartslag en een grafzerk. Ja, het gaat werkelijk om wisselgeld. In 2012, tijdens de Europese staatsschuldencrisis, bleek dat Nederlanders de uitgaven voor ontwikkelingshulp als percentage van ons inkomen acht keer hoger inschatten* dan het was (en toen was het nog hoger dan nu).
Het verschil tussen leven en dood bedoel ik niet figuurlijk. Neem bijvoorbeeld het massavaccinatieprogramma van de hulporganisatie Gavi. Daarmee zijn honderden miljoenen kinderen geïmmuniseerd tegen dodelijke ziektes,* mede dankzij Nederland. De laatste berekeningen laten zien: 1,5 miljoen geredde levens, voor slechts 8.600 euro per mensenleven. (In de Nederlandse gezondheidszorg mag één extra levensjaar in goede gezondheid tot wel 80.000 euro kosten).*
Mazelen en malaria bewonen in Nederland hoofdzakelijk krantenartikelen; in Ethiopië wonen ze naast je – tot Gavi ze uit huis zet.
Zeker, niemand juicht bij het zien van de blauwe envelop. Maar ik vind troost in de gedachte dat een afrondingsfout op onze loonstrook ergens ter wereld een leven redt. Het vervult me met stille trots dat we dit doen. Pardon – deden.
Klevers boekhoudkundige executie van onze beschaving
Gavi hoeft niet meer bij ons aan te kloppen, want Klever wil alleen nog geld zien vloeien naar handel, veiligheid en migratie.* Onze bijdrage aan Unicef, de VN-kinderrechtenorganisatie, wordt met één pennenstreek gehalveerd.*
Waar stopt het? Als PVV-Kamerlid wilde Klever al een einde maken aan alle ontwikkelingshulp.* Reeds 2,4 miljard euro weggestreept, nog 3,8 miljard te gaan. *
Ondertussen leven 750 miljoen mensen nog altijd zonder elektriciteit,* gaat één op de vijf kinderen in Sub-Saharaans Afrika niet eens naar een basisschool,* en sterven iedere dag (!) 16.000 kinderen.*
Eens was ik trots dat wij als samenleving ons kleingeld in die mondiale collectebus wierpen. Nu rest slechts schaamte om Klevers boekhoudkundige executie van onze beschaving.