Weinig zetels, veel tumult: hoe radicaal-rechts de Europese politiek steeds meer naar zijn hand zet

De schijnwerpers zijn allang niet meer gericht op de historische winst van radicaal-rechts in het Europees Parlement. Maar in Brussel zetten deze partijen de toon: antimigratieretoriek, xenofobie en ultranationalisme zijn steeds minder taboe. En zo leiden ze de aandacht af van andere cruciale Europese thema’s.
In januari 2025 ontspoort in het Europees Parlement een debat over vergrijzing.
Wat begint als een discussie over demografische uitdagingen, zoals arbeidskrapte en de leegloop van dorpen, neemt een andere wending zodra de radicaal-rechtse Europarlementariër Zsuzsanna Borvendég het woord neemt.
‘Europa zit op het pad van zelfvernietiging door de demografische crisis met massamigratie te willen oplossen’, verklaart ze. ‘Europa verkeert in groot gevaar en de omvolking moet stoppen.’
De Nederlandse D66-Europarlementariër Raquel García Hermida-van der Walle springt direct op. Het gebruik van de term ‘omvolking’ is haatzaaierij, zegt ze. Het is afkomstig uit een complottheorie over een vermeend plan om witte Europeanen te vervangen door migranten — een idee dat een eeuw geleden werd gebruikt om Joden te demoniseren. ‘Dit is nazitaal’, roept ze.
Voor journalist James Kanter is dit hét moment waarop hij beseft: de sfeer in het Europarlement is fundamenteel veranderd.
Als voormalig EU-correspondent van de International Herald Tribune en The New York Times en hoofdredacteur van de inmiddels opgeheven krant The Cambodia Daily, kent Kanter de Europese politiek van binnenuit.
‘In Brussel gaat het vaak om snel en zakelijk nieuws: welke wet wordt besproken, welk beleidsdocument is cruciaal?’ legt hij me uit. ‘Maar die focus negeert de bredere, vaak diepere thema’s die ook spelen.’ Zoals het feit dat radicaal-rechts de cultuur binnen het Europees Parlement in rap tempo verandert, en hoe weinig aandacht dat krijgt. Hij richtte daarom zijn eigen mediaorganisatie op: EU Scream .


Hoe ziet die rechterflank er ook alweer uit?
Heel even waren alle ogen gericht op de uiterst rechterflank van het Europarlement: in de aanloop naar de verkiezingen in mei 2024 werd er wekenlang over ze gesproken. De vraag was niet óf ze groot zouden worden, maar hoe groot.
De radicaal-rechtse hoek bestaat uit drie groepen. De European Conservatives and Reformists is de meest getolereerde groep, met onder andere de partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni. Dan zijn er de Patriots for Europe, de club van Viktor Orbán en Geert Wilders. En ten slotte de meest extremistische groep: Europe of Sovereign Nations, vooral bekend vanwege de Duitse AfD.
Gezamenlijk boekten deze partijen een historische winst voor radicaal-rechts: met 190 zetels in het Parlement hebben ze nu gezamenlijk een kwart van de zetels, tegenover 118 zetels in de vorige termijn.*
Nu is het zo dat radicaal-rechts al decennialang geweerd wordt van de macht door middel van het cordon sanitaire. Dit is een informele afspraak uit de jaren negentig tussen de andere partijen waarin de radicaal-rechtse partijen geen invloedrijke posten krijgen in het Europees Parlement en worden uitgesloten van coalities.
Het idee erachter was dat zulke partijen de fundamenten bedreigen van de Europese samenwerking – waaronder mensenrechten, de rechtsstaat en vreedzame integratie – en dus buiten de deur gehouden moeten worden.
Toen was die afspraak makkelijker na te komen, omdat radicaal-rechts klein was en makkelijk te negeren. Nu lukt dat minder: deze partijen zijn gegroeid, regeren in sommige landen mee, waardoor de grens tussen ‘te radicaal’ en ‘acceptabel rechts’ steeds lastiger te trekken is.
‘Deze groepen lopen tegenwoordig sterk in elkaar over’, zegt Kanter.
Ze stemmen vaak hetzelfde en gaan zelden tegen elkaar in. En veel partijen in deze groepen hangen, in meer of mindere mate, etnonationalistische ideeën aan. ‘Dat Europa er moet zijn voor de witte bevolking.’ Die ideeën zijn niet nieuw. Maar waar deze partijen voorheen weinig samenwerkten en vaak pleitten voor een vertrek uit de EU – denk aan Brexit – kiezen ze nu vooral een andere strategie: samen de unie van binnenuit veranderen.
Hoe radicaal-rechts binnen Brussel steeds meer aandacht grijpt
Na de Europese verkiezingen verdween de aandacht voor de rechtse winst in veel media snel naar de achtergrond. De gedachte was: ja, radicaal-rechts is groter dan ooit, maar niet de grootste – dat is nog steeds het centrum. En er kwam een andere verkiezingswinst die alle aandacht opslokte: die van Donald Trump in de Verenigde Staten.
Terwijl Europeanen zich richtten op Amerikaanse populisten, was er onvoldoende oog voor dezelfde krachten dichter bij huis. Want hoewel ze nog altijd slechts een kwart van het Parlement uitmaken, drukt radicaal-rechts een enorme stempel op Brussel.
Hoe? Door het debat te domineren met hun standpunten en beleid te beïnvloeden.
‘Ze lopen hier rond alsof ze de baas zijn’, zei de eerder genoemde Europarlementariër Van der Walle tegen Kanter in een podcast van EU Scream, ‘en dat is precies wat democratie niet is.’
‘[Radicaal-rechtse parlementariërs] hebben een nieuwe ‘swagger’: ze verspreiden haatzaaierij en desinformatie, kijken neer op hun tegenstanders, en je kunt niet om ze heen’, zegt Kanter. Sterker nog: ‘Het is onmogelijk om een commissievergadering of plenaire zitting van het Parlement bij te wonen zonder hun ideeën te horen.’
Daar is op zich niets mis mee – politici die actief het debat aangaan en hun ideeën delen horen erbij. Maar dit gaat veel verder dan politiek bedrijven. Met haatzaaierij en desinformatie ondermijnen radicaal-rechtse politici structureel het inhoudelijke debat.
Dat is tijdens een debat over illegale migratie in maart goed zichtbaar. Aphrodite Latinopoulou, lid van de radicaal-rechtse Griekse partij Voice of Reason en onderdeel van de Patriots, spreekt het Parlement toe: ‘Wij betalen de islam, die ons haat, met ons eigen spaargeld om onze steden in getto’s te veranderen. Om voor onze ogen te verkrachten en te moorden in naam van Allah. Wij zijn gevuld met Mohammeds en Mahmouds in een Europa dat onherkenbaar is geworden.’
Latinopoulou stelt voor: geen asiel, maar telefoons afpakken, in detentiecentra opsluiten en ‘massadeportaties’. Tegen linkse parlementsleden sneert ze: ‘Jullie zijn de grootste racisten tegen Europeanen.’
Lukas Sieper, een Duitse progressieve parlementariër, reageert: ‘Denk je niet dat de tijd waarin we mensen in kampen stoppen in Europa voorbij zou moeten zijn? En dat we betere oplossingen kunnen vinden voor de problemen die ontstaan door illegale immigratie, dan mensen in kampen stoppen, hun telefoons afpakken en hun vrijheid en hun rechten afnemen?’ Zijn AfD-collega lacht hardop, waarna Sieper zijn stem verheft: ‘Dat jij hierom lacht, is beschamend.’
Maar het kwaad is geschied, puur omdat de toon gezet is.

Radicaal-rechts bepaalt uiteindelijk het kader
Tijdens dit debat schuiven steeds opnieuw politici naar voren die het hebben over strengere grenzen, deportaties, hoe Europa overspoeld zou zijn door migranten, enzovoort.
Linkse parlementsleden reageren fel, maar steeds binnen het kader dat radicaal-rechts heeft gezet. Ze leggen bijvoorbeeld uit waarom deportaties geen oplossing zijn of benadrukken dat racisme verkeerd is. Zo verschuift het debat van migratie naar wie ‘echte Europeanen’ zijn en of mensenrechten nog gelden. Radicaal-rechts bepaalt het onderwerp en de toon – de rest volgt.
Kanter: ‘Sinds de verkiezingen is de snelheid waarmee oorspronkelijke narratieven worden vergeten en vervangen door nieuwe, radicale ideeën ongekend.’ Ideeën die een paar jaar geleden nog onacceptabel waren in Brussel, maar nu aan de orde van de dag.
In een bijeenkomst over vrouwenrechten in november bijvoorbeeld, werd steevast het idee gepusht dat de aanwezigheid van moslims Europese vrouwen onveiliger maakt. ‘Dezelfde activisten die tegen vrouwengeweld strijden, promoten ook migratie uit primitieve gebieden in moslimlanden’, aldus de Tsjechische Ivan David van de groep Europe of Sovereign Nations.
Of in gesprekken over big tech, waar radicaal-rechts de EU steeds censuur verwijt. Een wet uit 2022 verplicht digitale platforms om gebruikers te beschermen tegen schadelijke inhoud, zoals haatzaaien en nepnieuws, en meer transparantie te bieden over algoritmes.
Radicaal-rechtse politici zien het als een aanval op de vrijheid van meningsuiting, omdat het de ruimte voor platforms als X (ja, het platform van techmiljardair Elon Musk, waar zij zelf volop hun boodschap kunnen verspreiden) zou beperken. Stephen Nikola Bartulica, lid van de European Conservatives and Reformists Group, legt het zo uit: ‘Met X heeft Elon Musk de vrijheid van meningsuiting naar een nieuw niveau getild, terwijl de EU die wil beperken en wil bepalen wat de waarheid is.’
Het debat richt zich zo op de vermeende inperking van vrijheid in plaats van de inhoudelijke doelstellingen van de wet. Kanter: ‘Het is onmogelijk om er een normaal gesprek over te voeren.’
‘[Deze politici] trekken de wet compleet uit de Europese traditie van de vrijheid van meningsuiting. In Europa gaat die vrijheid hand in hand met bescherming tegen discriminatie en haatzaaien. Maar radicaal-rechts draait dit narratief om en labelt die bescherming als censuur.’


Eerst wordt de sfeer bepaald, dan wordt beleid bijgestuurd
We zijn nu op een punt gekomen waar het niet meer alleen gaat om de sfeer en onderwerpkeuze in debatten.
Omdat centrumrechtse partijen een meerderheid zoeken voor hun eigen conservatieve politiek, aldus Kanter, krijgt de uiterst rechterflank in het Parlement steeds meer invloed in het gekozen beleid.
Hij ziet deze ontwikkeling bijvoorbeeld in het klimaatbeleid. In 2019 sloot de Europese Unie de Green Deal: een plan om Europa in 2050 klimaatneutraal te maken. De EU mag vanaf dan niet meer broeikasgassen uitstoten dan ze kan compenseren.
Wat een historisch keerpunt leek, verviel al snel in terugtrekkingen. Zoals het uitstellen van de invoering van ontbossingsregels. Of de weerstand tegen het verbod op verbrandingsmotoren, waarbij vanaf 2035 alle nieuwe auto’s nul CO₂-uitstoot moeten hebben. Het afzwakken van de richtlijn voor duurzaam ondernemen. En het op de lange baan schuiven van milieuregels voor landbouwsubsidies.
Om te begrijpen hoe het zover kwam, kijkt Kanter terug naar de boerenprotesten eind 2023. Boeren in heel Europa gingen de straat op: wegblokkades, afgesloten steden en brandende hooibalen en mesthopen voor het Europarlement. ‘Dit was het moment waarop de afbraak van Farm to Fork begon, het landbouwonderdeel van de Green Deal. En daarmee de uitholling van de hele Green Deal.’
Radicaal-rechts speelde een belangrijke rol bij die protesten.
Een door Orbán gesteunde denktank claimde bijvoorbeeld achter de schermen geholpen te hebben.* Zo schreven ze in een persbericht trots te zijn dat ze de boeren steunden om te zorgen dat ‘het leven op het platteland niet wordt uitgeroeid door achteloze EU-elite’. Kanter: ‘Ineens waren de protesten onderdeel van een breder radicaal-rechts verhaal: de Green Deal is een elitair project.’
Vanaf dat moment verschoof het klimaatdebat in Brussel compleet. ‘Niemand praat meer over waarom ze de Green Deal eigenlijk invoerden.’ In plaats daarvan overheerst op dit moment het idee dat Europa failliet gaat, mensen hun banen kwijtraken en al die regels totaal niet houdbaar zijn. ‘Terwijl de Green Deal juist is om gezondere levens mogelijk te maken én onze industrieën te behouden.’ Die nuance verdween volgens Kanter onder een golf van paniek.
Sociaaldemocraten proberen zich te herpakken
Als we radicaal-rechts alleen beoordelen op het zetelaantal, missen we het grotere verhaal. Hun ideeën, ooit taboe, domineren het debat en vinden hun weg naar beleid. Is er een tegenbeweging? ‘Zeker’, antwoordt Kanter.
‘Veel progressieve en centrumpartijen zitten nu in de modus: oké, dit is de nieuwe werkelijkheid, wat nu?’
Leden van verschillende (centrum)linkse partijen werken samen en stellen zichzelf belangrijke vragen: hoe zorgen we dat we in élke commissievergadering met genoeg zijn om weerstand te bieden tegen radicaal-rechts? Of kunnen we de regels in het Parlement aanpassen, zodat wie naziretoriek gebruikt niet nóg eens het podium krijgt nadat we diegene onderbreken?
De sociaaldemocraten, de een-na-grootste fractie in Brussel, luidden een maand geleden de alarmbel tijdens een interne vergadering, waarvan een document is gelekt. Daarin spreken ze van een onmiddellijke en duidelijke bedreiging door radicaal-rechts, en zoeken ze naar manieren om hiermee om te gaan.*
Het gevoel dat een nieuwe strategie nodig is, is in Brussel urgent, ziet Kanter. ‘Want hoe vaak kunnen mensen als Raquel opstaan en “nee” zeggen?’