Geen mening? Geen optie
Hoe meer je weet, hoe meer je weet dat je niks weet.
Deze uitspraak, toegeschreven aan de oud-Griekse filosoof Aristoteles, zingt tegenwoordig voortdurend door mijn hoofd - als het ontmoedigende refrein van het deprimerende lied dat het nieuws heet.
Couplet 1: IS, Oekraïne, Syrië, ebola, IS, Oekraïne, Syrië, ebola, IS, Oekraïne, Syrië, ebola, IS, Oekraïne, Syrië, ebola, IS, Oekraïne, Syrië, ebola.
Hoe meer je weet / hoe meer je weet / dat je niks weet.
Couplet 2: Ferguson, St. Louis, Schilderswijk en Mosul, Ferguson, St. Louis, Schilderswijk en Mosul, Ferguson, St. Louis, Schilderswijk en Mosul, Ferguson, St. Louis, Schilderswijk en Mosul.
Hoe meer je weet / hoe meer je weet / dat je niks weet.
Bridge: Gaza, oh Gaza, ohoo Gaza.
Couplet 3: MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17, MH17.
Hoe meer je weet / hoe meer je weet / dat je niks weet.
Niet bepaald een meezinger nee, dat nieuws.
Geen idee: geen optie
Overspoeld worden we, dag in dag uit, met de verschrikkelijkste gebeurtenissen - van doodgeschoten kinderen tot uitgehongerde families, van gebombardeerde woonwijken tot creperende patiënten en van geëxecuteerde volksstammen tot grootmachten op oorlogspad.
Het is allemaal te erg om uit je bewustzijn te verbannen, maar ook te ongrijpbaar en complex om een plek te geven. Waarom doen mensen dit? Hoe bestrijd je het? Moet je het überhaupt willen bestrijden? En wat als de strijd ertegen net zoveel kwaad als goed doet? Het zijn haast onmogelijk te beantwoorden vragen.
Is het menselijk brein erop gemaakt hier een mening over te hebben?
Media lijken te denken van wel. Onder ieder nieuwsbericht op de site van het Algemeen Dagblad wordt gestemd over het zojuist berichte. Dat nu, uit pure wanhoop, duizenden moeders en dochters in Irak de wapens ter hand hebben genomen, vindt 70 procent van de klik-opinianten ‘fascinerend,’ dat Roger Federer zijn tachtigste toernooi heeft gewonnen trouwens ook.
Ondertussen peilt de Volkskrant online iedere dag de stemming in het land. Gisteren: of er harder moet worden ingegrepen tegen de Islamitische Staat in Irak. Ja, meenden 1.310 virtuele vinders, nee, schudde 177 van hen.
Ik zoek nog steeds naar: geen flauw benul.
Hoe minder je begrijpt, hoe meer je vindt
In de peilingen van Maurice de Hond is ‘geen idee’ wel een optie, maar - zo blijkt, als je de uitslagen bekijkt - uitsluitend voor de sier. Op de vraag ‘Denkt u dat Rusland Oost-Oekraïne zal binnenvallen?’ antwoordt 63 procent ja, 23 procent zegt nee. Slechts 14 procent weet het niet. In het land der waarzeggers is de Hond koning.
Wat vinden de gepeilden eigenlijk van de sancties die zijn aangekondigd? Zwaarder! zegt 37 procent. Lichter! zegt 4 procent. Laat maar zitten! zegt 15 procent. Precies goed! zegt 37 procent.
En hoeveel mensen kennen de sancties? Ik schat: nul procent.
Het is de dubbele paradox van de hedendaagse informatiemaatschappij: hoe meer we meekrijgen van de wereld, hoe minder we ervan begrijpen - en hoe minder we ervan begrijpen, hoe meer we ervan vinden. Een voortdurend en zelfversterkend mechanisme: tot in detail trekken de ingewikkeldste brandhaarden aan ons voorbij, steeds ondoorgrondelijker wordt de detailbrij en almaar stelliger wordt de mening die we er ten slotte over hebben.
De wereld is te groot om er iets van te vinden, het brein te klein om dat te beseffen.
De comfort van de stelligheid
Hoe kan dat? Hoe kan het dat de ondoorgrondelijkheid van de wereld zo keurig correleert met de uitgesprokenheid van onze opinie?
In mijn zoektocht naar een antwoord op die vraag, kwam ik tot deze zelf samengestelde - en zeker niet uitputtende - lijst met factoren in onze opinievorming.
Sommige factoren zijn min of meer altijd stabiel in hun invloed: de ervaringen die je opdoet, de cultuur waarin je je bevindt, de taal die je spreekt, de media die je omringen, bepalen altijd en overal in hoge mate hoe we tegen de wereld aankijken.
Maar naarmate er steeds meer wereld op ons afkomt, en die wereld steeds complexer wordt, lijken - zo is mijn inschatting - met name twee factoren in invloed toe te nemen: het comfort dat we aan onze opvattingen ontlenen en de cognitieve dissonantie die we ermee voorkomen.
Anders gezegd, hoe onbegrijpelijker het nieuws, hoe groter de behoefte aan stelligheid, omdat dat een zekere geruststelling en gerijmdheid met zich meebrengt. In een wereld vol tegenstrijdige feiten, biedt een zwart-witmening rust. Zo zit het. Zo hoort het. Zo moet het.
Geen misverstand: ik zeg niet dat dan maar géén mening hebben de uitkomst is. Apathie is op geen enkele vraag ooit een vruchtbaar antwoord geweest. Maar: toegeven dat we het gewoonweg niet weten, zou wel wat vaker de uitkomst van een peiling mogen zijn. Erkennen dat de werkelijkheid niet te reduceren is tot ‘stelling van de dag’ en de toekomst geen kwestie van ‘wat vindt u.’
In het refrein van Aristoteles geen ontmoediging, maar een aanzet tot nederigheid horen.