Vernedering als politieke strategie – trap er niet in

Tim 'S Jongers
Correspondent Samenleven

Jezelf ophemelen en de ander publiekelijk neerhalen: de Amerikaanse president Donald Trump heeft het zijn levensmissie gemaakt. En zoals wel meer autocraten, zet hij vernederende tactieken ook politiek in.

Op vrijdag 28 februari bezocht de Oekraïense president Volodymyr Zelensky het Witte Huis. Bij het schudden van de handen werd hij voor het oog van de camera’s door de Amerikaanse president Donald Trump spottend aangesproken op zijn outfit: Trump was sarcastisch; in plaats van een pak had Zelensky een zwarte broek en simpele zwarte trui aan.

Deze klootzakkerige opmerking was de aftrap voor een surrealistische ruzie in het Oval Office waarin Trump zijn collega voortdurend naar beneden probeerde te halen. Die ruzie begon bij een nog meer klootzakkerige opmerking: Zelensky kreeg van Trump het verwijt dat hij over Poetin praat alsof hij de man haat (wat me logisch lijkt als iemand je land in een oorlog stort).

Ook was de Oekraïense president volgens Trump niet respectvol, omdat Zelensky Trump tegensprak en bovendien nooit ‘dankjewel’ had gezegd voor alle militaire hulp die Oekraïne had ontvangen van de Verenigde Staten (wat onzin is).

Op het kookpunt werd Trump expliciet:

Nadien werd Zelensky het Witte Huis uitgezet, de geplande lunch ging niet door. De publieke vernedering was voltooid – een opzettelijke, vooraf bedachte politieke strategie vanuit het Witte Huis om de status van Zelensky naar beneden te halen.

Centraal in vernedering staat het publiekelijk doen wankelen van je status.

Heb ik sla tussen mijn tanden (of heb ik bijvoorbeeld geen pak aan) en spreekt iemand me daarop aan, dan voel ik schaamte maar geen vernedering. Zit ik op een personeelsuitje en noemt mijn baas me ten overstaan van al mijn collega’s een ‘kutjournalist’, dan is er sprake van publieke vernedering. Mijn status ligt aan diggelen.

Nu je dit weet: denk even aan de publieke uitspraken die Trump doet over de annexatie van Groenland en het inlijven van Canada als de 51ste staat, en aan

wisten we al. Kijk naar de bijnamen voor zijn tegenstanders: en

Trouwens, voor Trump president werd, stond ook in diens televisieshow The Apprentice vernedering centraal: mensen ontslagen voor het oog van de camera.

Je vraagt je af: wat is er mis met die man? 

Donald Trump is de beste, sterkste, slimste man en niemand kan dit tegenspreken!

In haar boek schrijft Mary Trump, klinisch psychologe en ‘de nicht van’, over de jaren die ze doorbracht in huize Trump. Volgens haar heeft de jonge Donald Trump enorm geleden onder de emotionele verwaarlozing door zijn ouders.

Haar grootvader Fred Trump beschrijft ze als een man die liegen en bedriegen als deugden zag. Naast het verdienen van veel geld met zijn vastgoedimperium, had Trump senior,

Toen Donald Trump in 1971 het vastgoedimperium van zijn vader ging leiden, zette hij zijn zinnen op Manhattan. Hij wilde gezien en geaccepteerd worden door de New Yorkse elite, maar die zag hem als veel te brutaal en ongemakkelijk. Een buitenstaander uit de buitenwijken, gefinancierd door een vader met politieke vriendjes. Niet makkelijk als je statusgevoelig bent.

Mary Trump is er stellig van overtuigd: de sociopaat Fred Trump creëerde de narcist Donald Trump. En narcisten vernederen niet per se uit plezier, maar als overlevingsstrategie. Bij mensen met een narcistische persoonlijkheid neemt de angst voor vernedering een centrale plek in.  

Om aan die angst voor vernedering te ontkomen, gaat de narcist zichzelf speciale eigenschappen toedichten, publieke claims maken die zijn talent onderstrepen en de focus leggen op wat hij heeft bereikt. En dus omgekeerd: door te vernederen, blijven ze zelf boven de ander staan.

Hoe vernedering naties verbroedert

Autocraten – en populisten – gebruiken de angst voor nationale vernedering wel vaker als bindmiddel voor hun achterban.

Het is inspelen op een sentiment van vernedering uit het verleden, om er nu lekker zelf op los te vernederen.

Momenteel claimt Trump bij zowat elke gelegenheid dat andere landen de Verenigde Staten proberen te naaien – wat het argument is voor de huidige handelsoorlog.

Zijn goddelijke opdracht is dan helder: van Amerika weer de grootste natie op aarde maken. Een politiek van vernedering is dan de strategie bij uitstek.

Trump is zeker niet de enige die vernedering op deze manier inzet in het politieke speelveld. In China staat de periode van de Opiumoorlog tot het einde van de Tweede Wereldoorlog bekend als Poetin op zijn beurt voert een imperialistische oorlog na de Sovjet-vernedering.

Evelin Lindner, oprichter van het Human Dignity and Humiliation Studies network, noemt hen ‘vernederingsondernemers’: mensen die nationale vernedering gebruiken als instrument om de eigen doelen te bereiken. Nationale vernedering is volgens Lindner ‘een nucleaire tijdbom van emoties’.

Deze narcisten hebben ongelijk

Vernedering is zowat de sterkste kracht die relaties tussen mensen en landen kan breken. En zelfs de dreiging van vernedering is een sterk wapen. Het is niet verrassend dat Trump de Democraten vleugellam heeft gemaakt met zijn politiek van vernedering, en dat de Republikeinen amper weerstand bieden tegen zijn bullshit en publieke vernederingen. Je wil niet de volgende zijn.

En daar zit net de makke. Volgens Lindner is het zaak om je niet als slachtoffer of potentieel slachtoffer te gedragen en je juist samen sterk te maken tegen de vernederaar. 

Zelf denk ik dat het vooral van belang is dat we inzien dat vernedering een politieke strategie is. Kijk dan ook naar de Verenigde Staten als een bende narcisten die zijn plek op het wereldtoneel krampachtig wil herbestendigen. En ga zelf niet mee in het narratief dat zij de wereld proberen op te dringen.