FrieslandCampina zet sjoemelsoja in om broeikasuitstoot op papier te verlagen
De Koninklijke FrieslandCampina, een van de grootste Nederlandse uitstoters van broeikasgassen, rapporteerde in 2024 een uitstootreductie van maar liefst 9,8 procent op zijn melkveebedrijven. Deze daling kwam met name door ‘de aankoop van veevoer met een lage uitstoot’. De melkveehouders kopen namelijk speciale soja in, waarvoor geen regenwoud of andere natuur gekapt zou zijn.
Deze garantie wordt gegeven door veevoerbedrijven op basis van certificaten die los van de soja zelf worden aangeschaft. Alleen: deze ‘Satellite-based Land Use Change’-certificaten, oftewel SBLC-certificaten, werden in 2021 bedacht door de veevoerindustrie zelf en garanderen geen wérkelijke reductie van broeikasgassen. Ze garanderen niet dat de gebruikte soja van niet-ontboste landbouwgrond komt, en voldoen daarom niet aan de internationale standaard voor het berekenen van uitstootreductie.
Toch worden ze door veevoerbedrijven gebruikt om de uitstoot door de productie van sojameel op papier met 87 procent te verlagen. Langs deze weg kon FrieslandCampina verdeeld over de afgelopen jaren naar schatting een extra uitstootreductie van ruim 8 procent noteren op zijn melkveebedrijven.
FrieslandCampina heeft zich aan het Klimaatakkoord gecommitteerd via het Science Based Targets Initiative (SBTi) en is daardoor verplicht om aantoonbaar zijn uitstoot te verminderen in de hele keten.
Veevoerbedrijven zijn er in 2024 intern op gewezen dat SBLC-certificaten geen uitstootreductie garanderen, en daardoor niet voldoen aan de standaarden van het SBTi om uitstoot door ontbossing administratief te mogen verlagen. Toch gingen de veevoerbedrijven door met het gebruik ervan. FrieslandCampina beloont zijn melkveehouders als zij de resulterende ‘lage-uitstootsoja’ gebruiken. Dankzij het eiwitrijke voer produceren koeien meer liters melk en door de ‘lage uitstoot’ ontvangen boeren extra geld per liter van FrieslandCampina.
De zuivelgigant kan zo een grote uitstootreductie claimen en ondertussen toch de melkaanvoer op peil houden.
FrieslandCampina zegt dat niet zij de certificaten aankopen maar de veevoerbedrijven, en verwijst daarom voor inhoudelijke vragen naar hen. Branchevereniging van de veevoerindustrie Nevedi erkent dat ‘het kan zijn dat er tijdelijk verschillen zijn tussen standaarden’. Beide houden vol dat de certificaten wel voldoen aan de internationale standaarden, omdat een expliciet verbod van het SBTi op de specifieke door hen gebruikte methode pas later dit jaar van kracht gaat. Maar hoe dan ook kunnen deze certificaten niet garanderen dat de gebruikte soja vrij is van ontbossing. Daarmee is het gebruik ervan ook nu al in strijd met het SBTi en de internationale standaard.