De hoop voor de landbouw ligt waar die altijd lag: bij eigenwijze boeren

In het gepolariseerde landbouwdebat vergeet je makkelijk dat boeren ook gewoon mensen zijn. Niet kwaadwillend of slecht, niet heilig of alwetend, maar gewoon mens. Deze fotoserie viert dat, en laat zien waar de werkelijke hoop voor de landbouw ligt: bij de pionier.
De landbouw staat volop in de politieke schijnwerpers, en dan niet in positieve zin. Het stikstofprobleem, de mestcrisis, dierenleed, klimaatproblemen – de landelijke politiek lijkt niet of nauwelijks in staat om deze problemen het hoofd te bieden. Ze zijn te groot, te ingewikkeld, de nodige veranderingen te fundamenteel.
De oplossing moet wel van onderop komen. Althans, dat is de mantra die ik zo vaak hoor uit de alternatieve hoek van de landbouw. Van boeren die het zelf anders proberen te doen en van burgers die dat op allerlei manieren steunen.
Het duiveltje op mijn schouder zegt dan: zijn dat geen druppels op een gloeiende plaat?
Nee, dat zijn het niet, toont het nieuwe werk van fotograaf David Galjaard. Hij maakte in opdracht een fotoreportage over de verduurzaming van de landbouw, voor de Provinciale Atlas van het Noord-Hollands Archief. Bij de portretten plaatste Galjaard korte audiofragmenten – stukjes uit de verhalen die deze mensen hem vertelden. De portretten laten de kale dagelijkse werkelijkheid zien van mensen in de landbouw, die hun vak stap voor stap en met vallen en opstaan proberen te vernieuwen.
Ik (Thomas) werd door David Galjaard gevraagd om te spreken bij de opening van de expositie. Aanvankelijk stond ik niet te springen. Het leek me nu niet het meest onafhankelijke werk, zo gefinancierd door een overheidsorganisatie die ondersteund wordt door een door BBB gedomineerd provinciaal bestuur. BBB-gedeputeerde Jelle Beemsterboer opende de middag.
Het belichten van huidige verduurzaming, zonder daarbij de urgente landbouwproblemen te benoemen of de manier waarop overheden een werkelijke oplossing juist voor zich uit blijven schuiven, is een politieke keuze waarvoor ik mij niet leen.
Beemsterboer prees inderdaad de manieren waarop boeren in Noord-Holland bezig zijn met verduurzaming. Mooi, maar hij liet weg dat zijn eigen partij op landelijk niveau de financiering voor al die verduurzaming heeft geannuleerd.
Maar goed. Een kritische blik, zo vertelde Galjaard mij, was precies waarom hij juist ook mij had gevraagd. En toen hij mij zijn werk stuurde, was ik om.
Galjaard portretteerde boeren, tuinders en ondernemers op twaalf verschillende bedrijven. Uit die portretten blijkt wat ze gemeen hebben: iedere persoon maakt zijn eigen, eigenwijze keuzes, in een oprechte poging om duurzamer te werken. Vaak tegen de stroom in.
Het is bepaald niet makkelijk om dat in beeld te brengen, misschien wel onmogelijk. Je kunt op een foto niet zien dat akkerbouwer Jan van Kempen met zijn wilde akkerranden gaasvliegen probeert te lokken, zodat die de bladluizen opeten en hij niet hoeft te spuiten. Je ziet niet dat melkveehouder Wendy de Koning zonder kunstmest kan, omdat haar bedrijf op rijke kleigrond staat. Je kunt niet vermoeden hoe trots varkensboeren Tim en Janine van der Mark zijn op de glanzende huid van hun varkens, nu ze zijn overgestapt op het voeren van tarwe uit eigen omgeving.
Bij een fotoreportage over de landbouw is David Galjaard niet de meest voor de hand liggende keuze. Hij staat, bij mij althans, bekend als fotograaf van mensen. Galjaard verbeeldt in zijn reportages, schijnbaar zonder oordeel, de gewone Nederlander in zijn dagelijkse omgeving. Door hem los te laten op de landbouw, krijg je wat je kunt verwachten: foto’s van de schaarse mensen die je op een modern landbouwbedrijf nog vindt.
In de zorgvuldige aandacht die Galjaard het gewone geeft, schuilt natuurlijk een boodschap. Iets wat tegenwoordig, met alle beschikbare technologie, makkelijk vergeten wordt: dat landbouw mensenwerk is.
Want dat is het. Dat was het duizend jaar geleden, en nu nog steeds.
Natuurlijk zijn er nu landbouwmachines, en beslaat een modern landbouwbedrijf met twee medewerkers een stuk land dat twee eeuwen geleden misschien wel door honderd verschillende boeren gebruikt werd. Maar nog altijd maakt elke boer zijn eigen, cruciale keuzes. Dat moet wel, want elke streek, elk stuk grond, elke teelt is anders.
Niet al die keuzes hebben zichzelf bewezen, en een deel zal dat wellicht ook nooit doen. Maar het punt is dat deze mensen met vallen en opstaan de toekomst van de landbouw vormgeven.
Daarin schuilt hoop. De menselijke samenleving kan – door te proberen en te leren – floreren onder de moeilijkste omstandigheden.
Nu het kabinet is gevallen, komt er een vroegtijdig einde aan het landbouwministerschap van Femke Wiersma (BBB). Wat de volgende minister te doen staat, is het scheppen van heldere en waar nodig strenge wettelijke kaders. Dat is de basis, die landbouwbedrijven de financiële en sociale ruimte geeft die ze nodig hebben om zélf de oplossingen te vinden voor de problemen die ze ervaren.
Je voelt aan elke foto dat Galjaard met aandacht en vertrouwen heeft gekeken en geluisterd naar ieders verhaal. Van hoogtechnologische boeren tot alternatievelingen, via ‘gangbare’ boeren die proberen om het gewoon iets beter te doen. En dat is bijzonder, in een tijd waarin het persoonlijke, het dagelijkse, het echte, ondergeschikt raakt aan de felle meningen en uitgekiende framing in het politieke debat.
En zo laat deze serie weer de gedachte achter die ik bij Galjaards eerdere werk ook kreeg, maar nog scherper: er zijn zoveel mensen, die zoveel proberen en zo hard hun best doen. En dat is fantastisch.
De hele fototentoonstelling 2040. Landbouw in transitie is nog tot en met 29 juni te zien in fotogalerie De Gang in Haarlem.