De ondraaglijke lichtheid van Woody Allens nieuwe muze in Magic in the Moonlight
De Amerikaanse regisseur Woody Allen kan toveren met clichés. Ook zijn nieuwe, vandaag in Nederland uitgekomen film Magic in the Moonlight barst ervan. Maar ondanks de titel ontbreekt het zijn nieuwe film aan echte magie. En aan een sterk vrouwelijk personage.
Op de Woody Allen Pages verschijnen al foto’s van de opnames van een nieuwe Allen-film, waarin Joaquin Phoenix en Emma Stone elkaar kussen onder een boom (meer weten we nog niet). En dat terwijl de laatste, Magic in the Moonlight, vandaag in première gaat.
Ook daarin speelt Emma Stone een hoofdrol. Ze is een nieuwe muze blijkbaar, zoals eerder Scarlett Johansson, Penélope Cruz en, veel eerder, Diane Keaton. Maar in Magic in the Moonlight laat de regisseur zijn nieuwe ster niet erg uit de verf komen.
Het zijn de jaren twintig en Stone speelt de helderziende Sophie, die met haar moeder te gast is in het Zuid-Franse landhuis van welgestelde Engelsen. Als de sceptische, Britse topgoochelaar Stanley Crawford (Colin Firth) hoort van Sophies kunsten, reist hij naar de Côte d’Azur met het voornemen haar te ontmaskeren. Zijn arrogantie is even stug als zijn wetenschappelijke wereldbeeld – en zijn Engelse accent en outfit – maar geleidelijk raakt hij uiteraard toch door haar betoverd.
Het is jammer dat de charme van Sophie vooral bestaat uit stralende glimlachen, blauwogig geknipper, naïef gegiechel en armgewapper. Af en toe is ze zo licht dat ze van het scherm lijkt te fladderen.
Magic in the Moonlight mist de speelsheid en gekheid die de betere Woody Allens beter maken
En tussen haar en Crawford ontstaat ironisch genoeg weinig magie. Dat gebeurt overigens vaker wanneer Allen kiest voor zulke uitgesproken karikaturen. Hij maakt dat deels goed met verrukkelijke muziek (Cole Porter houdt de hele film niet op met You Do Something to Me),prachtige landschappen en blinkende oldtimers met open daken – betrouwbare gemeenplaatsen. Maar Magic in the Moonlight mist de speelsheid en gekheid die de betere Woody Allens beter maken.
Kunstenaar van de clichés
Stijfheid, waaraan het de film zelf niet ontbreekt, is een thema. Dat levert een aantal mooie momenten op met Crawford. Wat die stijfkop voor magie aanziet, is natuurlijk ordinaire verliefdheid. Maar het kost hem de grootste moeite zich dat te realiseren.
In de beste scène leert zijn oude tante hem koeltjes een lesje en doet hem inzien dat zijn redelijkheid ook niet alles is. De regisseur laat juist Crawfords ‘superieure’ rationalisering van zijn gevoelens als zweefpraat klinken, spinsels van de geest, die, zo merkt hij zelf ook, met de waarheid weinig van doen hebben.
Maar natuurlijk - daar is Allen zich van bewust - zijn ook dit soort omkeringen voorspelbaar. Het zijn de botsingen tussen twee wereldbeelden, logisch en metafysisch, en de bourgeoisdiscussies die daaruit voortvloeien, die hier worden neergezet als de grootste clichés.
Nu is Woody Allen bij uitstek een kunstenaar van de clichés. Ze maken deel uit van zijn taal, hij speelt ermee, het is zijn handelsmerk. Maar zijn beste films ontstijgen ze ook. Blue Jasmin (2013) wordt naar grote hoogten getild door Cate Blanchett, die haar rol als verwende, pillenslikkende socialité een verrassende diepgang geeft en ontroerend maakt. In Vicky Christina Barcelona (2008) zet Penélope Cruz een onvergetelijke feeks van een hysterische kunstenares neer, die ze voorbij het cliché speelt door zich volledig in te leven.
Magic in the Moonlight ontbeert zo’n rol. Het had de film goed gedaan als de vrouwelijke hoofdpersoon wat meer karakter had gekregen. Zij moet, in de lijn van het vertelde, immers tegenwicht bieden aan de met mannelijkheid geassocieerde, rationalistische koppigheid van haar tegenspeler. Dat hij zijn starre overtuigingen laat varen voor dat paar blauwe ogen, is een onbevredigend cliché.
Magic in the Moonlight draait vanaf vandaag in de bioscopen.