De Wiesn, oftewel het Oktoberfest, is weer voorbij. De Lederhosen en de Dirndls zijn vrijwel meteen uit het straatbeeld verdwenen en de metrolijnen 4 en 5 zijn niet meer van de late ochtend tot de late avond – de Wiesn begint om elf uur ’s ochtends en sluit om elf uur ’s avonds – gevuld met dronken mensen of mensen die hopen snel dronken te worden. Een ervaringsdeskundige vertelde me dat het zaak is in een van de schnappstenten bij de ingang een paar schnapps (vier of vijf) te drinken, omdat je anders niet tegen de mensenmassa kan. Pas na die schnapps kun je een plaatsje zoeken in een biertent, voor zover dat nog mogelijk is.

De grootste tent op het Oktoberfest, de Hofbräu-Festzelt, biedt plaats aan zevenduizend mensen plus nog drieduizend in de ‘tuin’. In de Augustiner-Festhalle is plaats voor 9.388 man, maar op een doordeweekse dag is het in de namiddag al moeilijk een plekje te vinden in een van de tenten. Overigens mogen alleen Münchner brouwerijen een biertent op de Wiesn neerzetten.

Naast bier zijn gerechten als halve kippetjes (‘Hendl’), eend en Schweinshaxe mit Knödel volop verkrijgbaar. Wat de bediening in de biertenten doet – men kan tussen de 15.000 en 20.000 euro in drie weken verdienen heb ik begrepen, maar ik heb ook bedragen van 30.000 euro gehoord – mag topsport worden genoemd.

Vanaf de late namiddag zit echter vrijwel niemand meer in de biertent, men staat op de banken en zingt met een overgave waar menig gospelkoor jaloers op zou kunnen zijn. De inhoud van een regulier glas bier (een Maß) is 1 liter; in sommige tenten kun je ook een halve Maß krijgen maar dan word je al snel aangekeken alsof je pips of gek bent. Dit jaar kostte een Maß inclusief fooi 11 euro. De diverse brouwerijen schijnen miljoenen te verdienen aan het Oktoberfest; de crisis heeft het bier niet bereikt, althans niet in München.

Het Oktoberfest is een waar moeras; je begint om 1 uur ’s middags met een Maß, dan eet je een eendje, je neemt een tweede Maß, je denkt, ik ga zo nog wat werken en voor je het weet is het bijna vijf uur en ben je al aan je derde Maß bezig. 

Zoals wel vaker het geval is bij volksfeesten zijn op het Oktoberfest traditie en mythes moeilijk van elkaar te scheiden. Nog niet zo lang geleden zou geen Münchner in Lederhosen of Dirndl naar het Oktoberfest zijn gegaan, dergelijke kledij komt immers van het platteland en een stadsmens – de Münchner is een stedeling – is er veel aan gelegen zich te onderscheiden van de boeren.

Tegenwoordig veinst men dat dergelijke kledij ook in München een traditie is. De laatste avond van het Oktoberfest, zondagavond 6 oktober, was ik met een vriend in de biertent van Paulaner. Zeker tienduizend mensen stonden op de banken en zongen met z’n allen Hey Jude – er wordt voornamelijk, maar zeker niet uitsluitend Duits gezongen.

Mijn vriend zei: ‘Als je dit hebt meegemaakt, begrijp je het nationaalsocialisme beter.’

Klopt, in de biertent ondervind je de aantrekkingskracht van het nationaalsocialisme aan den lijve. Mijn vriend voegde eraan toe: ‘Dit is positieve energie.’

Daar was ik het ook mee eens, hoewel het aantal verkrachtingen tijdens het Oktoberfest aanzienlijk schijnt toe te nemen.