We zitten al twee sigaretten lang op deze stoeprand en ze is nog niet opgehouden met huilen. Sinds een kwartier is ze mijn vriendin. Ik stond te wachten bij het toilet van de kroeg. Zij stond naast me, toen ook al huilend. Haar snikken geluidloos door het dreunen van de muziek. De wc-juffrouw koppelde ons aan elkaar. Ze zei: ‘Ey, neem je vriendin effe mee naar buiten.’ Ik dacht dat ze zich ergerde aan haar gesnotter.

We liepen van het donker van de kroeg het donker van de straat in, toen binnen net de bubbling-versie van Beyonce’s Single Ladies werd gedraaid. Het lievelingslied van mijn nieuwe vriendin, zo probeerde ze te zeggen, maar nog voordat ze die zin had uitgesproken was ze al aan het sproeien. Dat had de wc-juf goed ingeschat. Mijn nieuwe vriendin wierp een verveelde blik op de plas braaksel tegen de muur, veegde haar mond af en klikte een smint uit een doosje. ‘Te veel sambuca op toch. Moet je ook smint?’

Daarna zat ze op straat, brullend, haar mobiel in de aanslag. ‘Ik ga mijn whatsapp veranderen, fuck hem.’ Ik weet niet wat er eerst stond, maar nu is haar status: ‘Miss Independent’. Ze legt me uit dat haar ‘soort-van vriendje, maar meer ex’ nu al voor de derde keer heeft gezoend met een ander. En nu reageert hij niet op zijn whatsapp. Hij reageert nooit op zijn whatsapp. Elke keer staat er dat hij aan het typen is, maar hij typt niks. Waarom typt hij niks? Tussendoor likt ze de tranen op die in haar mondhoeken lopen. Rechts, links, links, rechts. Ze vertelt me dat ze geen man nodig heeft. Dat ze het prima redt in haar eentje. Ze geeft niks meer om hem, hij is een zak. Ik wil haar vertellen dat er een moment komt waarop ze dat niet alleen zégt, maar het ook daadwerkelijk gaat geloven. Intussen blijft ze strak naar het scherm van haar telefoon kijken. ‘Schatje’ is aan het typen...

De portier van de kroeg heeft haar net zien overgeven en laat ons allebei niet meer binnen. Ik ben immers haar vriendin; wie weet hoe slecht ik er aan toe ben. Dus blijven we zitten, daar op die stoeprand, terwijl taxi’s langsrijden en mensen wijzen en lachen. De mascara van mijn vriendin zit overal, behalve op haar wimpers. Haar bh zit overal, behalve onder haar shirt. Ik probeer haar op te lappen met een servetje en wat moederlijk spuug, maar het tijdstip en de alcohol laten het niet toe.

Haar schouder hangt tegen de mijne, haar adem is warm en zuur. ‘Ons mam zegt dat ik schijt moet hebben aan mannen. Dat ik van mezelf moet houden toch. Dus ik ga gewoon een nieuwe jongen regelen.’ Zo zitten we daar nog even, mijn billen inmiddels stijf door de koude stoep. Zij praat over hoe onafhankelijk ze is, ik probeer me te herinneren waar ik mijn fiets ook alweer heb neergezet. Ze gaat naar de Cinq, zegt ze, een kroeg verderop. Ze hijst zichzelf overeind, bedankt me. En daar gaat ze. Miss Independent, op zoek naar de volgende man.