Video: Een boodschap aan alle leden van correspondent Europa Tomas Vanheste
Het eerste jaar van De Correspondent zit er bijna op. Een mooi moment om terug- en vooruit te blikken. Wat hebben jullie, onze leden, allemaal mogelijk gemaakt? En wat ligt er nog in het verschiet? De komende vier weken doen zestien correspondenten hun plannen uit de doeken. Vandaag ben ik aan de beurt.
Ontroering maakte zich laatst van mij meester, toen ik de memoires las van Paul-Henri Spaak, de Belgische socialistische staatsman en een van de founding fathers van de Europese Unie. Wat was het mooi om de passie van de man, die midden jaren vijftig leiding gaf aan de groep die werkte aan het Verdrag van Rome (1957), van de pagina’s te zien spatten.
De onderhandelingen tussen de grondleggers van de Europese Economische Gemeenschap gingen niet altijd van een leien dakje. Soms dreigden ze bijvoorbeeld vast te lopen op banale kwesties als douanerechten op bananen.
‘Toen mijn argumenten en geduld op waren, verklaarde ik dat ik de strijdende partijen twee uur gaf om het eens te worden,’ tekende Spaak later in zijn memoires op. ‘Anders zou ik de pers bijeenroepen en haar informeren dat het onmogelijk was Europa te bouwen omdat we het niet eens werden over het vraagstuk van de bananen.’
Het kwam goed. Toen het verdrag op 25 maart 1957 werd getekend, ‘luidden de klokken van Rome op volle kracht, de geboorte van het nieuwe Europa begroetend,’ schreef Spaak. Het markeerde in zijn ogen ‘de triomf van de geest van samenwerking en de nederlaag van het egoïstische nationalisme.’
Zichtbare betrokkenheid
Bij De Correspondent geloven we niet in volledig objectieve journalistiek. We kiezen ervoor de betrokkenheid die iedereen heeft niet te verstoppen, maar zichtbaar te maken. Ik geef volmondig toe dat ik warme gevoelens krijg van de idealen van Spaak, van de Europese gedachte, van de poging het eigenbelang en de nationale gevoelens te overstijgen en samenwerking en onderling begrip te zoeken op ons zo vaak door oorlog verscheurde continent.
Maar dat maakt me nog niet tot een kritiekloos sympathisant van de huidige Europese Unie. Integendeel.
In het afgelopen jaar heb ik een poging gedaan open en eerlijk te onderzoeken hoe de EU opereert in het complexe krachtenveld van botsende verwachtingen, nationale belangen en supranationale dromen
In het afgelopen jaar heb ik een poging gedaan open en eerlijk te onderzoeken hoe de EU opereert in het complexe krachtenveld van botsende verwachtingen, nationale belangen en supranationale dromen. En ik durf te denken dat dit verhalen heeft opgeleverd die voorbij de gangbare oordelen en vooroordelen over Europa kwamen.
Over hoe democratisch de EU eigenlijk is. Over hoe wetten in Europa tot stand komen in het onderhandelingsspel tussen de Europese Commissie, de lidstaten en het Europarlement. Over de macht van de lobby in Brussel. En over de geestprikkelende tentoonstellingen, boeken en theaterstukken die op hun manier aspecten van Europa belichten.
De in 1969 gepubliceerde memoires van Spaak heten Combats inachevés, onvoltooide gevechten. Het deel waarin het over de EU gaat, heeft als ondertitel ‘de l’espoir au déceptions’, van de hoop naar de teleurstellingen. In het laatste hoofdstuk beschrijft Spaak de crisis van 1965, toen Frankrijk maandenlang wegbleef bij Europese bijeenkomsten uit protest tegen de plannen voor een gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Vijftig jaar later zit de Europese Unie in een wellicht nog veel diepere crisis. Hoe de al jaren voortdurende economische malaise te overwinnen? Hoe een antwoord te vinden op de chaos en het geweld aan onze grenzen? Kan het verloren geloof in het Europese project nog teruggewonnen worden?
Het zijn vragen waar ik mij in de komende tijd heel graag op wil storten. Niet alleen Europa, ook De Correspondent is een ‘onvoltooide strijd.’ Sterker nog, we zijn pas begonnen.
In dit filmpje vertel ik wat mijn plannen zijn voor de komende tijd. Bij het plaatsen ervan voel ik me een beetje als mijn zesjarige dochter die laatst niet naar school wilde toen haar haar in een nieuw model zat. Maar als ik maar één iemand kan overtuigen dat het de moeite waard is mijn fijne collega’s en ook mij een kans te geven om onze plannen waar te maken, ben ik gelukkig.