Video: Een boodschap aan alle leden van correspondent Gedrag & Groepen Vera Mulder
Het eerste jaar van De Correspondent zit er bijna op. Een mooi moment om terug- en vooruit te blikken. Wat hebben jullie, onze leden, allemaal mogelijk gemaakt? En wat ligt er nog in het verschiet? De komende vier weken doen zestien correspondenten hun plannen uit de doeken. Vandaag ben ik aan de beurt.
Rapper, acteur, activist, en mijn grote held Mos Def krijgt regelmatig de vraag: ‘Yo Mos, what’s gettin’ ready to happen with hiphop?’
Zijn antwoord:
‘Whatever’s happening with us. People talk about hiphop like it’s some giant Living in the hillside Coming down to visit the town’s people. We are hiphop. You, me, everybody. So the next time you ask yourself where hiphop is going, Ask yourself: where am I going? How am I doing? And you’ll get a clear idea.’
Vervang ‘hiphop’ in al deze zinnen door ‘de maatschappij’, en je hebt mijn visie en werkwijze voor De Correspondent gevangen. Wij zijn de maatschappij, het is geen ongrijpbare macht die achter onze rug om bepaalt hoe de dingen (zouden moeten) zijn. Laten we dus blijven kijken naar wat individuen beweegt, in plaats van op afstand te oordelen over de groep waartoe zij zouden behoren.
Het afgelopen jaar heb ik geprobeerd inzicht te krijgen in de situatie van mensen waar altijd over, maar niet mee gepraat wordt. Zo heb ik al mogen schrijven over dokters en hun redenen om kinderen de diagnose adhd te geven. Over stadsnomaden wier dorp bruut werd ontruimd door de gemeente. Over kermismensen die de spaarpotten van hun kinderen moeten plunderen om te kunnen eten in de winter. Over de dubbele moraal die bestaat ten opzichte van pedoseksuele mannen tegenover pedoseksuele vrouwen. Over mensen die organen weggeven aan vreemden, zonder daar iets voor terug te verwachten. Over tientallen mensen die ik niet ken, maar wel ontmoet heb.
Het komende jaar wil ik blijven rellen. Lak blijven hebben aan alle journalistieke regels die het vertellen van mooie, belangrijke verhalen in de weg staan. Ik wil in het bijzonder de term ‘urgentie’ blijven negeren, en de vraag: ‘waarom moet dit nú verteld worden?’ Want hoe kun je timing stellen boven inhoud als je probeert te begrijpen wat er om ons heen gebeurt?
Immers: heeft een kind dat tussen de junks in de daklozenopvang leeft er boodschap aan dat er een nieuw rapport over hem is geschreven?
Of helpt het de man die wordt verkracht door zijn vrouw als hij zijn verhaal pas mag doen wanneer een vooraanstaand professor toevallig iets zegt over mannenmisbruik?
Rel mee, blijf lid.