Wat is het verband tussen feesten en werken?

Het feest lijkt het tegenovergestelde van werk: het vertegenwoordigt vrijheid en plezier versus de routine en het keurslijf van werk. Het feest is de ultieme nutteloosheid, een manier om te rebelleren tegen de doelgerichtheid van werk. Toch?

In The Critical Inquiry schrijft Max Pearl over de meest recente internationale trend in feestland: Yoga Raves™ en health raves: dansen, in een club en op clubmuziek, maar dan zonder alcohol en zonder drugs. (In Amsterdam kon je Koningsnacht bijvoorbeeld inluiden met zo’n rave; in New York kan je het zelfs ‘s-ochtends vóór je werk doen, of tijdens de lunchpauze.)

Het doel: gezond, fit en gefocused raken – en daarmee dus ook een productiever onderdeel van de samenleving worden. ‘If the party has traditionally been about losing your mind,’ schrijft Pearl, ‘the day rave is about finding it.’

Pearl plaatst deze trend in een historisch en theoretisch kader – van Mikhail Bakhtins analyse van carnaval tot de opkomst van de clubcultuur in de jaren zeventig (want het feest mag zich dan voordoen als de antithese van werk, voor het theoretiserend brein van academici is niets veilig) – en concludeert dat in een tijd die ‘gekarakteriseerd wordt door life-hacking en zelf-optimalisatie, de logica van werk in elk aspect van het mensenleven is doorgedrongen.’

Van dat gegeven is de gezondheidsrave slechts de meest recente uitingsvorm: het verspillen van tijd zijn we zo goed als verleerd, maar we maken onszelf graag wijs dat elke dag een feestje is.

Max Pearl: Work It Lees ook: Het kantoor waar je werk heeft zijn beloften nooit waargemaakt Lees ook: Hoe de overvloed aan festivals het festival zelf om zeep helpt