Waarom ik als Touareg de wapens opneem voor de onafhankelijkheid

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie
Het geboorteland van Moussa Ag Assarid. Foto: Hollandse Hoogte

Nederlandse soldaten bevinden zich nog altijd in de woestijn van Noord-Mali. Touaregs willen daar een onafhankelijke staat, Azawad. Waarom willen zij niet bij Mali horen? En waarom moet er geweld aan te pas komen om onafhankelijk te worden? Ik vroeg Touareg Moussa Ag Assarid om zijn verhaal op te schrijven. Hij gaat vandaag ook graag met jullie in discussie.

Moussa Ag Assarid is een Touareg - een nomaad uit de noordelijke woestijnen van Mali. Maar hij woont al jaren in Frankrijk, waar hij de vertegenwoordiger is van de Nationale Bevrijdingsbeweging van Azawad (MNLA), een politieke en militaire organisatie die strijd voor een onafhankelijke Touareg-staat in Noord-Mali: Azawad.

Samen met kunstenaar opende Ag Assarid vorige week een tijdelijke ambassade voor Azawad in Utrecht. Met het project probeert hij bij de Nederlanders, die nu hebben in Noord-Mali, aandacht te vragen voor zijn strijd.

Twee weken geleden nodigde correspondent Lennart Hofman de radicale moslim uit om zijn verhaal te doen op De Correspondent. Het leek mij mooi eenzelfde vorm te kiezen om het verhaal van de gewapende strijd van de Touaregs te vertellen: door een Touareg zelf aan het woord te laten over zijn keuze de wapens op te nemen.

Let wel: Ag Assarid beschrijft op een vrij eenzijdige manier. Hij ontkent bijvoorbeeld de dat zijn organisatie, de MNLA, mensenrechten schendt. En hij schrijft dat de MNLA geweld alleen gebruikt als zelfverdediging, terwijl zij toch ook gebied veroveren.

Maar dat maakt het niet minder belangrijk om zijn perspectief, dat hij hieronder met medewerking van Jonas Staal verwoordt, te horen, en een beetje beter te begrijpen.

De 21ste eeuw zal die van volkeren zijn, niet van staten

Mijn leven heeft vorm gekregen tussen de steden Gao en Timboektoe, in de duinen van Azawad. Ik kom uit een familie van nomaden. Ons leven is van grote eenvoud, maar ook van broederschap.

Tot mijn veertiende was mijn voornaamste taak het vinden en halen van water; die veertien jaar hebben mij ook een universeel onderwijs gebracht: zij leerden mij de mens kennen, en de noodzaak van solidariteit tussen mensen. In de woestijn bestonden geen grenzen tussen mensen, er was geen ‘administratie’, geen ‘staat’ die ons organiseerde. Er bestond niet zoiets als een ‘buitenlander’: iedere vreemde is ook een bekende.

Het leven was hard, met een tekort aan water en voedsel, maar wanneer je water zocht en iemand tegenkwam die het had, deelde deze persoon het. Dat was de regel. En dat is het begin van solidariteit.

Illustratie: Momkai

Na mijn veertiende ging ik naar school in Mali, en op mijn tweeëntwintigste vertrok ik naar Frankrijk om te studeren; daar ontwikkelde ik mijn schrijverschap en ben ik sinds 2011 de Europese vertegenwoordiger van de Nationale Bevrijdingsbeweging van Azawad (MNLA) geworden.

Het klinkt misschien vreemd dat ik mijn voormalige bezetter heb opgezocht, maar mijn onderwijs in Mali was in het Frans, en zo leerde ik ook de geschriften van onder meer Antoine de Saint-Exupéry kennen: de schrijver van De kleine prins. Die gaven mij een ander zicht op de Franse cultuur, en leerden mij onderscheid maken tussen de staat en haar volkeren. Ik maak hetzelfde onderscheid tussen de Malinese staat en de volkeren van Mali.

​Het was aan het eind van de negentiende eeuw dat onze volkeren werden gekoloniseerd door de Franse staat, en sinds 1963 leven wij in de door Frankrijk gesteunde staat Mali. Sinds vijfenveertig jaar proberen de volkeren van ons land – Touareg, Fula, Songhai en Arabieren – daar in vrede samen te leven.

Alleen in een onafhankelijk Azawad zijn wij meesters van ons eigen lot

Mali heeft ons al decennialang veiligheid, stabiliteit en ontwikkeling beloofd, maar nooit hebben wij die gekregen. De Malinese staat blijft ons beschouwen als rebellen, en zorgt ervoor dat ons gebied achtergesteld blijft, om ons op die manier te kunnen controleren. In Azawad zijn er nauwelijks wegen, er is nauwelijks stromend water en nauwelijks elektriciteit. Er is ook angst, namelijk dat een onafhankelijk Azawad rebellie in buurlanden zou veroorzaken.

Wij hebben ons genoodzaakt gezien eerst tegen de Fransen te vechten, en nu tegen de staat Mali. Alleen in een onafhankelijk Azawad zijn wij meesters van ons eigen lot.

Geweld is de enige manier

Een onafhankelijk Azawad kan de programma’s ontwikkelen die aansluiten bij het landschap en het lijden van haar bevolking. Nu zijn wij afhankelijk van programma’s van de Malinese regering die geen kennis hebben van de eigenlijke noden van onze bevolking. Bijvoorbeeld: Mali heeft in veel van onze dorpen scholen gebouwd, maar zonder geld te geven voor docenten: het zijn lege hulzen in de woestijn.

De Touareg, mijn volk, zijn degenen die het langst hebben geleden onder de onderdrukking van het Malinese leger, het zijn degenen die zich het meest teweer hebben gesteld tegen deze oppressie. Dit verklaart waarom de Touareg in de meerderheid zijn in de revolutie. Maar er zijn veel solidaire volkeren in onze organisatie: wij zijn een multi-etnische beweging, niet alleen in naam, ook in onze leden.

Wij hebben geen andere middelen gehad om tot een oplossing te komen dan verzet. Wij gebruiken wapens alleen in zelfverdediging, wij gaan niet actief gevechten aan en wij plegen geen aanslagen. In 2012 hebben we officieel het internationale oorlogsrecht geadopteerd, in onze omgang met gevangenen bijvoorbeeld: zieke gevangenen of gewonde gevangenen laten we vrij, en zij die in gevangenschap leven, worden volgens de akkoorden van Genève behandeld. Wij plaatsen geen bommen en hebben geen kindsoldaten.

Wij zijn ons bewust van rapporten van Human Rights Watch die dit tegenspreken. Wij respecteren deze organisatie zeer, want wij zijn zelf een beweging die sociaal recht voor alle volkeren nastreeft. Maar hier hebben zij een fout gemaakt, door samen te werken met organisaties uit Bamako in Mali. Ze zijn nooit zelf op ons terrein geweest, en wij blijven ze dan ook uitnodigen zelf in de staat Azawad te komen kijken en te verifiëren of hun beschuldigingen juist zijn.

De gekaapte revolutie

Onze laatste revolutie dateert van 2012, toen lukte het ons het noorden van Mali te verklaren tot ons onafhankelijke Azawad: een gebied anderhalf keer zo groot als Frankrijk. Maar al spoedig werd onze revolutie gekaapt door jihadistische groepen, waaronder Al Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM), met financiering van buitenlandse staten en geld dat zij verdienen door westerlingen te gijzelen.

Maar wij hebben onze revolutie nooit opgegeven; wij hebben hen bevochten tot de dag van vandaag, zonder hulp van buitenaf. De overtuigingskracht van mijn volk heeft zich bewezen tegen de Fransen, de Malinezen en nu de jihadisten.

Ons doel is het beschermen van de bevolking tegen de jihadisten – of beter; terroristen. Zij besmeuren het geloof en zijn in die zin de naam ‘jihadist’ niet waardig. We zoeken nu internationale allianties om hen te bevechten, bijvoorbeeld door samen te werken met het Franse leger. Maar liever willen wij zelf onze eigen bevolking beschermen. Net zoals jullie Nederlanders nu wapens geven aan de Koerden, zouden jullie ons ook wapens moeten verstrekken, zodat we onszelf kunnen verdedigen.

Westerse media tonen niet het verschil tussen onze volkeren die strijden voor zelfbeschikking en terroristische organisaties die onze revolutie misbruiken

In de westerse wereld bestaan veel misconcepties over Azawad. Er wordt gesuggereerd dat mijn organisatie, de MNLA, een terroristische organisatie is, of met terroristen samenwerkt; dat Azawad een terroristische staat zou zijn. Westerse media tonen niet het verschil tussen onze volkeren die strijden voor zelfbeschikking en internationale terroristische organisaties die onze revolutie misbruiken.

Het waren steeds anderen die ons verhaal hebben verteld, zelf hebben wij geen toegang tot de wereldmedia. Wij hebben nu mensen en organisaties nodig die de ruimte geven ons eigen verhaal te vertellen.

Wij accepteren geen bezetting meer

Sinds onze revolutie in 2012 zijn de Fransen terug om tegen de jihadisten te vechten, net als de VN-missie. Daar horen ook Nederlanders bij. Zij bevinden zich vandaag in Gao, op Azawadiaanse grond. Ik weet niet of Nederlandse burgers hebben gekozen om soldaten te sturen, of dat dit een keuze is van de staat. Ik weet ook niet of Nederlanders weten welke belangen zij daar verdedigen. Wij verwelkomen ze, maar enkel als gasten in ons land. Wij accepteren geen bezetting meer.

In Utrecht hebben wij nu een tijdelijke ambassade, de ‘New World Embassy: Azawad’, waar wij ook ons eerste boek in het Engels presenteren, getiteld The Art of Creating a State. Wij hopen op die manier dat een dialoog op gang kan komen, een wens tot solidariteit tussen het Nederlandse en Azawadiaanse volk, in plaats van solidariteit tussen de Nederlandse en Malinese staat.

Wat ik aan de Nederlanders wil vertellen is dat hun aanwezigheid als deel van de VN-missie riskeert dat de Malinese staat weer controle krijgt over Azawadiaans grondgebied, en dat kunnen wij niet accepteren. De enige oplossing voor vrede en stabiliteit is onze absolute onafhankelijkheid.

Staten verdedigen slechts hun macht

De 21ste eeuw wordt de eeuw van de volkeren, niet van de staten. Ik denk dat het nu aan volkeren is om nieuwe vormen van staten te creëren. Staten die de spiegels van hun volkeren vormen, die zich niet tegen hen keren. Staten die zich richten op humanisme, niet op industrialisme. Staten zijn voor mij robots, evenals hun diplomaten, die alleen de belangen van de macht verdedigen. Om te kunnen bestaan hebben we de staat nodig, dat is wat de wereld van ons eist om herkenbaar te zijn. Maar wij willen dat staten volkeren volgen, en niet andersom.

Onze volkeren delen meer dan Nederlanders denken: uw land bevindt zich onder de zeespiegel, onder water, en toch bestaat zij. Ons land bevindt zich onder 50 graden zon, onder verzengende hitte, en toch bestaat zij. Onder moeilijke omstandigheden zoeken onze beide landen naar ons eigen geluk, naar rechtvaardigheid en een toekomst. Op een dag hopen wij u in ons land te ontvangen. Tot die tijd staat de deur van de ambassade van Azawad in Utrecht voor u open.