We kunnen 48 procent sneller typen (waarom doen we het dan niet?)
Bijna ieder mens typt met een QWERTY-toetsenbord, dat nog stamt uit het typemachinetijdperk. Speciaal voor De Correspondent ontwierp wetenschapper Martin Krzywinski een Nederlands toetsenbord dat 48 procent efficiënter is. En toch is de kans klein dat we het gaan gebruiken. Wat ons toetsenbord ons leert over innovatie (of het uitblijven ervan).
Weleens het woord ‘stewardess’ geprobeerd te typen, als een echte typist die met tien vingers blindtypt? Probeer het maar eens. Alleen met de linkerhand. Niet kijken.
‘Stewardess’ is een lastig woord om te typen, terwijl alle letters in het woord (behalve de ‘w’) veel voorkomen in zowel het Engels als het Nederlands. Op een optimaal toetsenbord zijn zoveel mogelijk veelgebruikte letters en lettercombinaties zo makkelijk mogelijk te typen. Maar het QWERTY-toetsenbord is niet optimaal.
Vrijdag schreef ik over de vele betere alternatieve lettervolgorden die er zijn bedacht, meteen al na de uitvinding van de typemachine aan het einde van de negentiende eeuw.
Maar waarom zijn we die nooit gaan gebruiken?
Typiste zoekt baan en de invloed van path dependance
Econoom Paul David betoogde in 1985 dat we aan QWERTY vastzitten omdat wapenproducent Remington, die de QWERTY-typemachine produceerde, óók het bedrijf was dat het tienvingerig typen populariseerde met reclames en cursussen.
In de eerste jaren dat typemachines op de markt kwam, waren de apparaten nog te duur voor de gewone consument. Ze werden gekocht door bedrijven, die steeds meer typistes nodig hadden. Typistes in spe deden cursussen in QWERTY omdat dat het bekendste toetsenbord was, waarmee ze de grootste baankans hadden. Zo kwamen waren er steeds meer typistes die QWERTY konden. Remington en andere fabrikanten schoven alternatieve ontwerpen (al dan niet met tegenzin) terzijde om aan de vraag naar QWERTY te voldoen.
Zo versterkte het gebruik van QWERTY het gebruik van QWERTY.
Path dependence noemt Paul David het. Iemand legt een weggetje aan en naarmate we daar met meer mensen vaker overheen lopen, wordt dat de weg om ergens te komen.
Zelfs een alleenheerser staat machteloos tegen het mechanisme. In 1937 vaardigde de Portugese dictator António de Oliveira Salazar een decreet uit tegen QWERTY, waarna zijn ambtenaren dertig jaar lang op een speciaal Portugees toetsenbord met andere lettervolgorde tikten. In 1968 was Salazars heerschappij voorbij. Kort erna veroverde de pc vanuit de VS de wereld. Inmiddels tikt men in Portugal gewoon weer op QWERTY.
Je kunt QWERTY ook zien als een vorm van evolutie. Evolutionair bioloog Stephen Jay Gould vergeleek het toetsenbord ooit met de duim van een panda, die is ontstaan uit een stukje vergroeide pols (zo schrijft hij in Bully for Brontosaurus,1992). Een opponeerbare duim zoals de mens heeft is handiger, maar de panda heeft genoeg aan een stompje om aan bamboe te peuteren. Op dezelfde manier, stelt Gould, is QWERTY met zijn toevallige ontstaansgeschiedenis goed genoeg voor de mens. Zelfs voor Chinezen, met hun karakterschrift.
Het toetsenbord van De Correspondent
Het feit dat een econoom en een evolutionair bioloog in de twintigste eeuw zulke heldere antwoorden hebben geformuleerd op de vraag waarom we QWERTY nog gebruiken, en zelfs een dictator daar niets aan kan veranderen, roept een nieuwe vraag op.
Waarom zijn mensen nu nog bezig met alternatieve toetsenborden, als QWERTY-gebruikers toch niet overstappen?
Waarom zijn mensen nu dan nog steeds bezig met het ontwikkelen van alternatieve toetsenbordlay-outs, als inmiddels duidelijk is dat QWERTY-gebruikers toch niet overstappen?
Twee wetenschappers die op dit moment werken aan alternatieve toetsenborden heb ik gevraagd wat ze proberen te bereiken, en waarom. Hun antwoorden leveren een kijkje in de toekomst van het toetsenbord op smartphones en tablets op, plus een optimaal toetsenbord voor Nederlands, speciaal ontwikkeld voor De Correspondent. Dat wij en u waarschijnlijk niet gaan gebruiken.
De beste en de verschrikkelijkste lay-out
Sinds 2000, al bijna vijftien jaar dus al, zoekt natuurkundige Martin Krzywinski (Warschau, 1971) met zijn computer naar toetsenbordlay-outs die handzamer zijn dan QWERTY. Hij heeft een verzameling regels opgesteld die beschrijven hoe mensen willen typen en daar een algoritme voor geschreven. Als hij dit computerprogramma een grote hoeveelheid tekst voert, begint deze lettervolgorden uit te spugen die prettig in het gebruik zijn.
Krzywinski zocht ook uit hoe je software kan maken voor mensen die een vinger of een hand missen. En hij produceerde de meest verschrikkelijke, onbruikbare lay-out voor Engels. Voor de natuurkundige is QWERTY geen zaak van levensbelang. Hij is onderzoeker bij Canada’s Michael Smith Genome Sciences Centre in Vancouver, waar hij software ontwikkelt om DNA te visualiseren, zodat een mens beter begrijpt waar hij naar kijkt.
Het verbeteren van toetsenborden is een langlopend nevenproject en een intellectuele uitdaging, legt hij uit via Skype. ‘Achter iets simpels als typen, blijkt een heel ingewikkelde vraag over menselijk gedrag te schuilen.’
Het ideale Nederlandse toetsenbord
Op zijn website schreef Krzywinski dat hij graag onderzoek zou doen naar andere talen dan het Engels. Op mijn verzoek heeft hij zijn algoritme losgelaten op een bestand met alle 6,3 miljoen woorden die in tien maanden tijd op de website van De Correspondent zijn geschreven, door correspondenten en leden. Druk 6,3 miljoen woorden af en je hebt tweeënhalf keer de Statenvertaling. Vermoedelijk is deze enorme berg woorden vrijwel volledig getikt met QWERTY.
Krzywinski heeft toegezegd de brongegevens alleen voor dit experiment te zullen gebruiken en niet te zullen publiceren. Het beste toetsenbord voor Nederlands dat zijn algoritme vond, begint met de letters QFKLMW. Alle letters uit het woord ‘stewardess’ behalve de W staan nu op de home row, de middelste en meest toegankelijke rij van het toetsenbord.
Doordat de puntkomma, een bekende ergernis van QWERTY-haters, een nederig plekje linksonder heeft gekregen, telt de home row nu tien letters, waarmee 74 procent van alle letters in het tekstbestand van 6,3 miljoen woorden kunnen worden geschreven. Op QWERTY is dat slechts 34 procent.
Een onverwachte ontdekking voor Krzywinski is dat dit toetsenbord voor Nederlands efficiënter is dan zijn beste toetsenbord voor Engels: het scheelt ongeveer 3 procent typmoeite. Kennelijk is een toetsenbord bestaande uit drie rijen dus (iets) beter te gebruiken voor Nederlands dan voor Engels. Voor de liefhebber: Krzywinski vermoedt dat het te maken heeft met een gelijkmatiger distributie van drielettercombinaties.
Een Nederlander die zich deze opmaak helemaal eigen heeft gemaakt, kan volgens Krzywinski typen met een geschatte 48 procent minder ‘typinspanning’ - een wiskundige benadering voor een subjectief begrip. Hoeveel ergonomischer en sneller het toetsenbord uiteindelijk typt, ligt onder meer aan het aantal vingers waarmee een gebruiker typt.
Op Krzywinski’s site staat alle informatie over het toetsenbord. Maar als u wilt weten waarom de kans groot is dat u aan QWERTY vast zal blijven zitten, zelfs als u uw toetsenborden eenvoudig zou kunnen vervangen, leest u dan verder.
Denksnelheid versus typsnelheid
Hoe snel denkt een mens? Denkt hij sneller dan hij kan typen? Dat is een relevante kwestie voor wie wil weten of QWERTY aan onze eisen voldoet. Vreemd genoeg is de vraag pas onlangs wetenschappelijk onderzocht.
Ingenieur Per Ola Kristensson (Limhamn, 1979), verbonden aan het Department of Engineering van de universiteit van Cambridge, liet honderdvijftien Amerikaanse proefpersonen zo snel als ze konden een Engelstalige tekst overtypen op een normaal QWERTY-toetsenbord.
Daarna moesten ze zelf een tekst componeren, een antwoord op een mail. ‘Bij de eerste taak was dus geen creativiteit vereist. Bij de tweede taak wel,’ licht Kristensson toe in een Skype-gesprek.
Het resultaat: gemiddeld typten de proefpersonen teksten over met een snelheid met 68 woorden per minuut. Bij het zelf verzinnen van een tekst typten ze langzamer: 52 woorden per minuut. Anders gezegd dachten de proefpersonen niet zo snel als ze met QWERTY kunnen typen.
‘Wat betekent dat het QWERTY-toetsenbord nooit vervangen gaat worden,’ concludeert Kristensson. Althans niet op laptops en computers.
Zoals bioloog Stephen Jay Gould al concludeerde: QWERTY is voor de gemiddelde mens goed genoeg. Zeker voor mensen die met minder dan tien vingers typen.
Maar Kristensson heeft nu wel een streefcijfer voor de toetsenborden die hij voor smartphones en tablets probeert te ontwikkelen: 52 woorden per minuut moet je er in elk geval mee kunnen tikken.
Motorisch geheugen
Het Massachussetts Institute of Techology heeft Kristensson vorig jaar uitgeroepen tot een van de 35 vernieuwers van onder de 35, in de categorie: visionairs. Dat heeft hij mede te danken aan zijn onderzoek naar het prototype van het gesture keyboard voor de eerste palmtops met aanraakschermpjes, tien jaar geleden.
Bij gebarentoetsenborden veegt de gebruiker zijn vinger van de ene letter naar de andere. De destijds ontwikkelde technologie wordt nu breed toegepast. Gebarentoetsenborden hebben een belangrijk voordeel ten opzichte van normale toetsen op een aanraakscherm: hoe vaker iemand woorden veegt met zijn vinger, hoe minder hij naar die vinger hoeft te te kijken. Dit komt doordat veel herhaalde bewegingen bij de mens in het motorisch geheugen worden opgeslagen. ‘Het is als bij het invoeren van de pincode in een pinautomaat: de vinger kiest als vanzelf de goede toetsen,’ legt Kristensson uit.
Slordig gebaren is geen probleem. Net zoals er woordcorrectiesoftware is voor wie normaal typt, zo herkent een gebarenherkenningssysteem incorrecte veegbewegingen en stelt verbeteringen voor. Met beide systemen kunnen woorden worden voorspeld en aangevuld.
Vorig jaar heeft Kristensson meegewerkt aan een poging om een toetsenbord met een alternatieve lettervolgorde te ontwerpen voor tablets. Wie een Android-smartphone of tablet heeft, kan het resultaat downloaden, de app KALQ, die is geoptimaliseerd voor duimtypen. De toetsen op dit toetsenbord zijn verdeeld in twee vierkante blokken, die zijn gecentreerd rond twee spatietoetsen. Alle klinkers zitten aan één kant.
De recordtypsnelheid op KALQ, behaald door een proefpersoon die het programma enkele weken gebruikte, staat volgens het onderzoek van Kristensson op 37 woorden per minuut. Met een QWERTY-duimtoetsenbord haalden proefpersonen 27 woorden per minuut.
Maar met je vinger leren slepen over het QWERTY-toetsenbord blijkt veel makkelijker dan overstappen op een heel nieuw ontwerp voor twee duimen. De topsnelheid typen op een gebarentoetsenbord staat inmiddels op 45, nog maar zeven woorden onder de gewenste ‘creatieve denksnelheid’ van 52 per minuut.
We zijn gewoontedieren
QWERTY helemaal opgeven is makkelijker gezegd dan gedaan. Niet alleen voor de wereld als geheel, maar ook voor elk individu afzonderlijk. Het omschakelproces wordt door de meeste mensen als zeer frustrerend ervaren.
Niet helemaal zonder frustratie in zijn stem geeft Krzywinski het toe: ook hijzelf tikt nog steeds op het QWERTY-toetsenbord, na veertien jaar onderzoek
‘Dit is hoe de mens werkt. We zouden niet zo goed nieuwe dingen kunnen leren als we niet ook heel goed waren in gewoonten creëren,’ zegt Martin Krzywinski. ‘Door steeds hetzelfde te doen word je er ook beter en sneller en efficiënter in. Daarom kan je piano leren spelen: je hoeft er steeds minder bij na te denken. En dan zegt iemand opeens tegen je: nu dwarsfluit.’
Om de overstap naar een andere lettervolgorde te vergemakkelijken, liet Krzywinski zijn algoritme enkele jaren geleden een volgorde berekenen die maar in vijf toetsen afwijkt van QWERTY en toch 25 procent minder typinspanning oplevert. Maar ook dat is geen hit geworden.
Niet helemaal zonder frustratie in zijn stem geeft Krzywinski het toe: ook hijzelf tikt nog steeds op het QWERTY-toetsenbord, na veertien jaar onderzoek. ‘Ik wil mij een wereld voorstellen waarin mensen niet verschrikkelijke gewoontedieren zijn. Maar ik ben het zelf ook, net als iedereen.’
Raakt hij niet gedemotiveerd van het besef dat hij zelf niet kan overstappen? Het is deels idealisme, zegt Krzywinski. ‘De wereld heeft heel veel problemen waarvan de oplossing afhangt van ons vermogen om te veranderen, en die moeilijk te veranderen zijn. Als we zeggen dat we nou eenmaal gewoontedieren zijn, dan zal er nooit iets veranderen.’
Het nut van de omweg
Idealiter zouden we de Nederlandse toetsenbordenlay-out van Martin Krzywinski nu proberen te combineren met Per Ola Kristenssons gebarentechnologie, om tot het allerefficiëntste toetsenbord voor Nederlands ooit gemaakt te komen.
Maar 136 jaar na de uitvinding van de typemachine lijkt de conclusie onontkoombaar dat ‘idealiter’ helemaal geen optie is.
Als QWERTY iets duidelijk maakt, dan is het dat een mens een nieuwe techniek die hem iets oplevert razendsnel kan omarmen, om het trucje dat hij geleerd heeft daarna nauwelijks meer te kunnen veranderen. De grote kracht van de mens - zijn vermogen om snel nieuwe gewoontes te creëren - is tegelijkertijd zijn zwakte. Niet alleen de maatschappij heeft te maken met path dependence, ook het individu.
De mens kan een nieuwe techniek die hem iets oplevert razendsnel omarmen, om het trucje dat hij geleerd heeft daarna nauwelijks meer te kunnen veranderen
Heeft het dan nog wel zin, onderzoek doen naar alternatieve lay-outs? ‘Als we niet zoeken, dan vinden we nooit het antwoord,’ zegt Per Ola Kristensson over duimtoetsenbord KALQ. Maar hij richt zijn aandacht nu weer op gebarentoetsenborden die uitgaan van QWERTY. Die wil hij gaan combineren met geavanceerde vormen van autocorrectie. Een toetsenbord dat rekening houdt met het gewoontedier in de mens, kortom.
Martin Krzywinski heeft moeite met autocorrectie. ‘Ik denk dat het toetsenbord je niet te veel moet helpen. Dan blijven we over zonder vaardigheden, dan worden we bedieners. Ik wil geen computerbediener worden.’
We moeten mensen blijven verwarren, vindt hij. ‘Dit is hoe mensen leren. Als we altijd de kortste route kiezen, dan lopen we daardoor vaak inzichten mis.’
Een voorbeeld van zo’n inzicht, opgedaan tijdens zijn zoektocht naar QWERTY-alternatieven?
‘Tijdens dit onderzoek ben ik gaan beseffen dat ik lang niet alle mogelijkheden overzie die voorafgaan aan elke keuze die ik maak,’ zegt Krzywinski. ‘Ik had van tevoren gedacht dat heel duidelijk zou zijn welke criteria ik moest kiezen voor een optimaal toetsenbord, maar dat bleek helemaal niet zo te zijn. Dat besef heeft me geholpen om meer waardering op te brengen voor mensen die andere keuzes maken dan ik.’
Met dank aan Sebastian Kersten van Momkai, voor het beschikbaar maken van het gebruikte tekstbestand.