Dit gaat er schuil achter de dagelijkse kledingstrijd van de vrouw
Het nieuwe boek Women in Clothes gaat over alledaagse kledingkeuzes van alledaagse (en, vooruit, iets minder alledaagse) vrouwen. Achter dit ogenschijnlijk eenvoudige en oppervlakkige onderwerp blijkt een wereld aan verrassende, diepzinnige en ontroerende verhalen schuil te gaan.
Vrouwen dragen kleren. Allemaal. Elke dag. En vaak neemt de keuze van die kleding meer hersenruimte in beslag dan we misschien zouden willen toegeven.
Toch lees je zelden over kleding. Over mode, ja, daar worden boeken en tijdschriften over volgeschreven. De succesformules achter concerns als H&M en Zara worden eens in de zoveel tijd uitgemeten op de economiepagina’s en lifestyleblogs en -katernen houden je op de hoogte van het laatste hippe ding onder hipsters.
Maar misschien wel veel interessanter dan de lengte van de rokjes op de catwalk, of het decennium dat dit jaar ‘helemaal terug’ is, is de manier waarop gewone vrouwen zich dagelijks kleden, wat ze daarbij denken en hoe ze zich daarbij voelen.
Wat zijn de kledingregels die je er voor jezelf op nahoudt? Wat probeer je te bereiken wanneer je je mooi aankleedt?
Een paar jaar geleden ging de Canadese schrijfster Sheila Heti op zoek naar een boek over precies dat soort zaken. Dat bleek er niet te zijn. Daarom mailde ze haar vriendinnen met vragen als: Wat zijn de kledingregels die je er voor jezelf op nahoudt? Hoe koop je kleding? Ga je alleen op zoek naar bepaalde kledingstukken wanneer je ze nodig hebt, of ben je altijd op de uitkijk? Winkel je online? Wat probeer je te bereiken wanneer je je mooi aankleedt?
Een van die vriendinnen, schrijfster en redacteur Heidi Julavits zag het potentieel voor een boek. Illustrator Leanne Shapton kwam aan boord, er ging een enquête de deur uit waarop uiteindelijk meer dan zeshonderd vrouwen reageerden; er werd geïnterviewd, gedicht, getekend, gefotografeerd en geschreven, en het resultaat is het vuistdikke Women in Clothes, dat in september verscheen.
Mijn lichaam gaat jou niets aan
Women in Clothes bevat onder meer bijdragen van Lena Dunham, Tavi Gevinson, Miranda July en Cindy Sherman. Maar ook minder bekende vrouwen uit andere delen van de wereld komen aan het woord.
De in India opgegroeide schrijfster Kiran Desai vertelt bijvoorbeeld hoe haar westerse kleding er altijd ‘verkeerd’ uitziet wanneer ze haar moederland bezoekt. Moslima Umm Adam vertelt waarom ze een hijab draagt: ‘I believe my clothing is meant to cover. When I cover myself, I am passing on a message to others, saying: I respect myself, my body is precious and beautiful. I know that, but it is none of your business. It is my private business and I respect my privacy and will allow only those whom I please to allow into that private space.’
Kleuriger, fleuriger en goedkoper dan de kleding die ze dag in dag uit produceren
Sommige stukken zijn persoonlijk en licht, zoals het essay van Sarah Nicole Prickett over de outfits die ze droeg op verschillende sleutelmomenten van haar relatie. Andere zijn geëngageerd – zoals de interviews met vrouwelijke naaisters in kledingfabrieken in Cambodja. Zij spreken over hun eigen kleding, die kleuriger, fleuriger en goedkoper is dan de jeans en bh’s die ze dag in dag uit produceren, en die bedoeld zijn voor de westerse markt: ‘Everyone loves good material and nice things to wear…but we cannot afford it because we have small salaries, plus we need to adapt to the environment at the factory, which is very hot. We need the material that makes us coolest.’
Mensenrechtenjournalist Mac McClelland vertelt hoe ze zich als tiener realiseerde dat ze, door te winkelen bij kledingketen Gap, deel uitmaakte van een web van moderne slavernij en uitbuiting: ‘And H&M, oh my god, I can’t even be in an H&M…To me it smells like diesel or something – gas fumes and textile chemicals. It smells like a terrible factory.’
Een transseksueel vertelt over haar onzekerheid toen ze zich voor het eerst als vrouw begon te kleden
Dat kleding voor de meeste vrouwen veel verder gaat dan er gewoon leuk uitzien, dat het een belangrijk onderdeel kan zijn van emancipatie, blijkt onder meer uit het interview met Juliet Jacques, een transseksueel. Zij vertelt over haar onzekerheid toen ze zich voor het eerst als vrouw begon te kleden – de gebloemde jurk en het korte zwarte rokje die haar vervelende opmerkingen opleverden, en de vriendin die haar vervolgens mee uit winkelen nam. Jacques’ dankbaarheid om die ene daad van vriendschap is nog altijd voelbaar.
Kleding, zo blijkt uit Women in Clothes, is communicatie en identiteit; het is een bron van plezier en ook, net zo vaak, een bron van wanhoop.
Een collectief gesprek
Voor de buitenwereld niet van elkaar te onderscheiden gestreept T-shirts
De essays en interviews worden afgewisseld met antwoorden op de enquête, gegroepeerd naar thema – waaronder klimaatgerelateerde kledingeisen, borsten, werk en leeftijd. Er staan fotoseries in over een voor mij in elk geval herkenbaar fenomeen: het feit dat veel vrouwen hoofdzakelijk díe kledingstukken kopen die ze al in veelvoud in de kast hebben hangen, met als gevolg een grote collectie van voor de buitenwereld niet van elkaar te onderscheiden gestreepte T-shirts of zwarte jurkjes. Ook stuurden de respondenten foto’s in van hun moeders uit de tijd dat ze nog geen kinderen hadden, en omschreven ze wat ze op die foto’s zagen – met vaak ontroerend resultaat.
Women in Clothes is als het verslag van de gesprekken die vrouwen met elkaar voeren wanneer ze, bijvoorbeeld, kleren met elkaar ruilen, over rommelmarkten struinen, of elkaar in het voorbijgaan complimenteren met hun outfits. Het is een speels boek over de onverwacht onthullende of diepzinnige ideeën achter kledingkeuzen en garderobes.
Het gaat over iets waar alle vrouwen elke dag mee te maken hebben en waar ze vaak onzeker van worden, maar het vertegenwoordigt saamhorigheid en verbinding, meer dan competitie, afgunst en afkeer. Vooral dat laatste maakt het boek hartverwarmend.