Afgelopen weekend bracht ik een derde bezoek aan Weggis, een dorpje aan de Vierwaldstättersee, ongeveer een halfuur varen vanaf Luzern. Ik was er in 2003 geweest, toen ik een dokter nodig had.

In de nazomer van 2003 logeerde ik een paar dagen in Vitznau, een huidinfectie speelde mij daar parten. De dichtstbijzijnde dokter had een praktijk in Weggis, zodoende belandde ik in Weggis.

Van de lente was ik er weer, ik wilde een paar dagen in alle rust aan mijn novelle werken tussen verplichtingen in München en Boedapest door. Daarover heb ik ook op deze plek geschreven, de terugkeer naar

Terwijl ik op vrijdagavond in Kaufleuten – een theater annex restaurant annex café in Zürich – uit Der Mann, der nie krank war voorlas, reisden mijn petekind en zijn moeder per nachttrein van Amsterdam naar Zürich. Er gaat weinig boven de nachttrein.

Zaterdagochtend in alle vroegte haalde ik hen op van Zürich Haupfbahnhof. ‘Je stond niet op het perron,’ zei mijn petekind. ‘Nee,’ zei ik, ‘maar jullie kwamen ook erg vroeg aan en ik moest gisteravond nog laat voorlezen.’

We aten snel een croissant in de stationsrestauratie voor we doorreisden naar Luzern. Van Luzern zouden we de boot nemen naar Weggis.

Weer keek ik toe. Dat is nu eenmaal mijn beroep en mijn taak in het leven, al geef ik me nu en dan ook weleens over aan participerend onderzoek

Op het plein voor het station van Luzern was echter een kermis gaande en mijn petekind wilde per se balgooien. Het was nog niet druk op de kermis. Ik keek toe terwijl hij de ballen wierp. Later moest hij ook nog vissen uit een vijver vissen.

Weer keek ik toe. Dat is nu eenmaal mijn beroep en mijn taak in het leven, al geef ik me nu en dan ook weleens over aan participerend onderzoek. Het petekind won een voetbal en een soort portemonneetje dat hij aan zijn moeder gaf.

Behalve van ballen werpen op de kermis houdt mijn petekind erg van zwemmen. Hij was vrij laat met het halen van zijn zwemdiploma’s, maar toen hij ze eenmaal had gehaald wilde hij niets liever dan zwemmen; de waterrat die in hem woonde was met onvermoede kracht naar buiten gekomen. Speciaal voor hem had ik daarom een hotel gereserveerd met zwembad.

Het hotel bleek zich iets buiten het dorp te bevinden. Vanaf de aanlegsteiger van de boot was het zeker nog een kwartier lopen, maar het was een mooie zaterdagmiddag. Het petekind speelde lopend met de bal, zijn moeder en ik sleurden koffers achter ons aan alsof we nooit iets anders hadden gedaan en nooit iets anders zouden doen.

Het hotel was leeg. Een receptioniste in een folkloristisch kostuum heette ons hartelijk welkom en maakte nog gewag van welkomstdrankjes die we te allen tijde konden nuttigen. Het zwembad bleek dringender dan de welkomstdrankjes.

Op zondag namen we de kabelbaan naar Rigi Kaltbad – die naam alleen al, Rigi Kaltbad – om vandaar naar Vitznau te lopen. Voor mijn tienjarige petekind viel de afdaling toch wat tegen. ‘Andere kinderen mogen de hele dag spelletjes spelen in de herfstvakantie,’ zei hij, ‘en ik moet hier lopen.’

Dat was waar. Hij moest lopen, voor de terugkeer naar Rigi Kaltbad was het te laat, we waren zeker halverwege. Uit woede, vermoed ik, begon hij te rennen. Hij rende de berg af tot we hem niet meer zagen. Maar in Zwitserland stelen ze geen kinderen. Zekerheidshalve rende ik toch een beetje achter hem aan.

Een ding begreep ik toen de zwaartekracht steeds meer grip op mijn lichaam kreeg en ik besefte dat het niet meer lang zou duren voor ik zou vallen: thuis ben je dus ook waar je de berg afrent.

Thuis ben je waar dronken mannen voor altijd bij je willen blijven De Hotelmens loopt rond over de Frankfurter Buchmesse, een van de grootste boekenbeurzen ter wereld. Sinds 1990 bezocht hij de beurs regelmatig. Wat er veranderd is? Niet veel, behalve dat iedereen mobieltjes heeft en de Hotelmens geen uitgever meer wil worden. Lees hier de column van vorige week terug Thuis ben je waar je partner een mysterie is De Hotelmens brengt de avond door met Virginie. De Française werkt in de informatica, leest veel en heeft een twee maanden te vroeg geboren dochter. De vraag is: wie is haar man? En weet ze dat zelf eigenlijk wel? Lees de column hier terug