Is de PKK een vijand of een bondgenoot?
Twintig jaar geleden, in januari 1994, zette de Ierse Sinn Féin-leider Gerry Adams voet op Amerikaanse bodem. De Amerikaanse president Bill Clinton had hem een visum verleend voor 48 uur. Hij forceerde daarmee een staakt-het-vuren door de IRA later in datzelfde jaar en de vredesonderhandelingen die in 1998 resulteerden in het Goede Vrijdag-akkoord.
Clintons beslissing om de politieke tak van de gewelddadige afscheidingsbeweging IRA te erkennen, deed de Britse premier John Major schuimbekken, terwijl Clintons eigen State Department, de CIA en de FBI openlijk hun afkeuring uitten. Twintig jaar later wordt Clinton geprezen dat hij de ban op Sinn Féin (en de IRA) brak, en daarmee een historische bijdrage leverde aan de vrede in Noord-Ierland.
Wat als ‘fout’ wordt bestempeld, is vooral politiek
De IRA en Sinn Féin zijn niet de enige verzetsbewegingen waarover het historische oordeel veranderde. Het beroemdste voorbeeld is het ANC, lang beoordeeld als een terreurorganisatie en uiteindelijk erkend als de politieke beweging die de Zuid-Afrikaanse apartheid een beslissende klap toebracht.
De PLO werd tot het midden van de jaren tachtig beoordeeld als een terreurorganisatie, maar in de aanloop naar de Oslo-akkoorden (1993 en 1995) van die status bevrijd en in 1994 uiteindelijk door de Verenigde Staten verwijderd van de terreurlijst. En ook de Iraanse Mujahideen, lang een verzetslieveling van de Verenigde Staten, Israël en Frankrijk (waar het hoofdkwartier tot midden jaren tachtig zetelde) gold vanaf 1997 als een terreurorganisatie in de VS en vanaf 2002 in Europa. In 2009 haalde Europa de Mujahideen weer van de lijst en in 2012 volgden de Verenigde Staten.
De reden dat verzetsbewegingen nu eens aan de ‘foute’ en dan weer aan de ‘goede’ kant van de geschiedenis terechtkomen heeft niet zoveel van doen met het geweld dat men pleegt. Zo gebruikte de Iraanse Mujahideen met en zonder het predikaat ‘terreurorganisatie’ geweld. In 1997 wilde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright, een gebaar maken naar de net aangetreden gematigde regering van Mohammad Khatami. Veroordeling van de Mujahideen was er daar een van.
Het zijn dikwijls politieke en diplomatieke belangen die het internationale oordeel van verzet naar terreur doen overhellen
Het zijn, met andere woorden, dikwijls politieke en diplomatieke belangen die het internationale oordeel van verzet naar terreur doen overhellen. Zoals, omgekeerd, verwijdering van de internationale terreurlijsten bepaald niet betekent dat de voormalige terroristen pacifisten zijn geworden.
Een onontkoombare bondgenoot
De Koerdische arbeiderspartij PKK wordt sinds lang als een terreurorganisatie beoordeeld. Onder leiding van de sinds 1999 gevangen Abdullah Öcalan pleegde de PKK de afgelopen decennia aanslagen in Turkije. Toch is de aanmerking als terreurorganisatie omstreden.
De van oorsprong marxistische PKK heeft geweld gebruikt tegen onschuldige burgers en angst verspreid in grote delen van Turkije. Daar staat tegenover dat het doel van de strijd - de erkenning van de Koerdische taal en cultuur en de vestiging van een onafhankelijke Koerdische staat - legitiem is. Bovendien zijn de Koerden in Turkije de afgelopen eeuw gewelddadig, vaak misdadig, onderdrukt.
Het behoeft weinig betoog dat de Verenigde Staten en Europa met de veroordeling van de PKK ook NAVO-partner en Europees bondgenoot Turkije een dienst hebben willen bewijzen. In 2008 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de PKK verwijderd diende te worden van de Europese lijst omdat terreur niet kon worden aangetoond. Dat rechterlijk oordeel is sindsdien door Europese bestuurders genegeerd.
Inmiddels moeten de kaarten opnieuw worden geschud. De titel ‘terreurorganisatie’ staat effectieve samenwerking met de Koerden tegen IS in de weg. Zo moest minister Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken, PvdA) tijdens een debat in de Tweede Kamer nog uitleggen dat hij een ingenieus tracking and tracing-system in het leven heeft geroepen om ervoor te zorgen dat de Nederlandse helmen en schervenvesten wel bij de Koerdische peshmerga’s terechtkomen, maar niet bij de PKK.
Ondertussen lijken de geharde guerrilla’s van de PKK beter dan de peshmerga’s in staat de strijd tegen IS aan te binden. Als het Westen het hoofd wil bieden aan de terreur van IS, kan het niet om de PKK heen. Vooral in de belegerde Koerdische stad Kobani op de grens van Turkije en Syrië, is het de PKK die genocide door IS de afgelopen weken probeerde te verhinderen. PKK-leider Abdullah Öcalan heeft een waarschuwing aan Turkije afgegeven dat als het geen vaart maakt in de bescherming van Kobani, de PKK een einde zal maken aan de ‘Koerdische vrede’ die hij in 2013 heeft afgekondigd.
De Verenigde Staten en Europa zouden een belangrijk signaal afgeven door de PKK te verwijderen van de internationale lijst van terreurorganisaties
De Turken moeten inderdaad nu, terwijl de inwoners van Kobani onder hun ogen worden vermoord, besluiten dat IS een groter gevaar is dan de Koerdische PKK. De Verenigde Staten en Europa zouden daarbij een belangrijk signaal afgeven door de PKK te verwijderen van de internationale lijst van terreurorganisaties. Het is namelijk lastig strijden als een belangrijke bondgenoot tegen IS moet worden genegeerd omdat deze het etiket terreurorganisatie draagt.
Er is nog een overweging om de PKK niet langer als terreurorganisatie te bestempelen. Onvermijdelijk leidt de strijd tegen IS op termijn tot nieuwe territoriale grenzen. De kunstmatige, een eeuw geleden getrokken grenzen tussen de landen botsen met de etnische, culturele en geloofsverschillen tussen de bevolkingsgroepen die er leven. In een artikel in The Atlantic werd een voorschot genomen op zo’n nieuwe indeling. Op de getekende landkaart bij het artikel figureert onafhankelijk Koerdistan prominent.
De erkenning van Koerdistan is niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid tegenover de Koerden, de grootste groep statenlozen ter wereld, zij dient ook een internationaal belang. Een seculiere Koerdische staat kan een belangrijke bondgenoot en buffer zijn tegen moorddadige islamitische extremisten.
Koerdistan zonder de PKK is een fictie: de partij kent grote populariteit, die alleen maar toeneemt nu de PKK-strijders hun leven riskeren (en verliezen) in de strijd tegen IS. Het is aan de Verenigde Staten, aan Europa en vooral aan Turkije om de knopen op hun jas te tellen en te erkennen dat de PKK van een vijand een onontkoombare bondgenoot is geworden.