Twintig jaar na dato vallen er in Bosnië nog steeds doden door de oorlog
In Bosnië vielen sinds het einde van de burgeroorlog 8.000 gewonden te betreuren - 600 Bosniërs vonden de dood. De reden? Landmijnen die daar twintig jaar geleden zijn neergelegd en die dit voorjaar zijn losgespoeld door overstromingen. Ik maakte een reportage vanuit een regio waar elke stap je laatste kan zijn.
We staan op een dijk langs de rivier de Sava in Noordoost-Bosnië. Aan de rechterkant zien we een boerendorp. Aan de linkerkant een wildbegroeide strook land die al ruim twintig jaar is afgezet. Het is een mijnenveld. Sinds de Bosnische burgeroorlog, zo’n twintig jaar geleden, heeft niemand er ooit een ontmijningsteam aan het werk gezien.
De landmijnen lagen daar sindsdien onaangeroerd in het veld. Tot dit voorjaar de natuur toesloeg.
Op 18 mei dit jaar stroomde de woeste Sava met ongekende kracht door de provincie Posavina. Door het hevige noodweer brak een dam. In het dorp Vucilovac baande het wassende water zich een weg door het mijnenveld en stroomde vervolgens de dijk over, recht het dorp in. Het hele mijnenveld stond onder water en losgewrikte explosieven verspreidden zich.
De Balkan is getroffen door de hevigste overstromingen in ruim honderd jaar tijd. Hele dorpen en steden in Bosnië, Servië en Kroatië kwamen onder water te staan. In Bosnië-Herzegovina kwamen 21 mensen om het leven. Bergachtig Noordoost-Bosnië zag zo’n 5.000 aardverschuivingen een ravage van ongekende grootte aanrichten, meer dan 100.000 huizen werden volledig verwoest. 70 procent van het overstroomde land ligt in gebieden waar de grond nog vol zit met landmijnen.
Dubbel getroffen
Zoals hier in Posavina in het Brcko District, in het grensgebied van Bosnië, Servië en Kroatië. Hier lagen de frontlinies waar begin jaren negentig de Kroaten en de Serviërs elkaar bevochten. Ze legden werkelijk overal landmijnen neer om de vijand op afstand te houden.
Svetlana Pavlovic kijkt hoofdschuddend vanaf de dijk naar het drassige mijnenveld. De bomen staan nog altijd diep in het water. ‘Al het land dat overstroomd was en bij een mijnenveld in de buurt ligt, is nu gevaarlijk,’ legt ze uit. ‘Het water heeft van alles kunnen meesleuren. Mijnen, handgranaten, munitie, wapens. En we hebben geen idee hoeveel en waarnaartoe.’
Het water heeft vanalles kunnen meesleuren. Mijnen, handgranaten, munitie, wapens. En we hebben geen idee hoeveel en waarnaartoe
Pavlovic is directeur van de non-gouvernementele organisatie Posavina bez Mina. Ze vecht al jaar en dag voor een mijnvrij Bosnië. Sinds de overstromingen probeert haar team van een tiental mijnexperts opnieuw in kaart te brengen waar de mijnenvelden liggen. Want het water heeft ook een hoop waarschuwingsborden weggespoeld. ‘Het is onbegonnen werk,’ zucht Pavlovic.
Omdat er te weinig geld is om ontmijningsteams in te zetten en het opsporen van verschoven mijnen tijdrovend is, wordt de eerste maanden alleen aan voorlichting gedaan. ‘We gaan alle huizen langs en vertellen mensen dat ze extra voorzichtig moeten zijn omdat er mijnen kunnen liggen waar je ze niet verwacht.’
Meer dan 50.000 mensen wonen hier in de buurt van overstroomde mijnenvelden. ‘Alle potentiële risicogebieden leeghalen en afzetten vanwege het nieuwe gevaar is geen optie,’ zegt Pavlovic. ‘Dan moeten we hele dorpen ontzetten, dat gaat niet. Mensen willen door met leven, ze moeten wel.’ Maar er is geen garantie dat het veilig is.
‘Hier leef ik van’
Veel Bosniërs zijn na de overstromingen nog niet teruggekeerd naar hun huizen. Anderen nemen het risico wel. Boer Jovan Nikolic uit Vucilovac is alweer begonnen het stuk land waar hij maïs op verbouwde te cultiveren. ‘Wat moet je anders?,’ zegt hij. ‘Hier leef ik van.’
Het mijnactiecentrum registreerde sinds de overstromingen meer dan 2.000 verschillende soorten landmijnen, explosieven en clustermunitie buiten de oorspronkelijke mijnenvelden
Het mijnactiecentrum BHMAC registreerde sinds de overstromingen meer dan 2.000 verschillende soorten landmijnen, explosieven en clustermunitie buiten de oorspronkelijke mijnenvelden. Gevolg van aardverschuivingen en waterstromen. Daarnaast is nog zo’n 10.000 stuks kleine munitie gevonden, afkomstig van in de overstroomde gebieden gelegen wapenopslagen en weggespoeld uit huizen.
Landmijnen maakten sinds de oorlog al ruim 8.000 slachtoffers, waarvan 600 het niet meer kunnen navertellen. Door overstromingen verschoven landmijnen hebben begin september het eerste slachtoffer geëist. Men gaat ervan uit dat de mijn die deze man fataal werd, door een aardverschuiving in voorheen veilig gebied terecht is gekomen.
‘Het is een wonder dat er sinds mei niet meer slachtoffers zijn gevallen,’ zegt Svetlana Pavlovic. Hoe cru ook, dat is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat veel mensen nog niet zijn teruggekeerd naar hun verwoeste huizen na de overstromingen. ‘We houden ons hart vast de komende maanden.’
Steeds minder ontmijners
Bosnië is sinds het eind van de oorlog gestaag bezig met het ruimen van landmijnen, een zware klus die al niet zo vlekkeloos verloopt. Nu moet op veel plekken opnieuw worden begonnen. Volgens mijnexpert en directeur van het Landmine Survivors Initiative Amir Mujanovic betekent de natuurramp een terugval van ten minste twee jaar. ‘Bosnië zit aan het eind van dit jaar met een pijnlijk unieke situatie. In plaats van minder mijnenvelden, hebben we meer mijnenvelden dan vorig jaar,’ zegt hij vanuit zijn kantoor in Tuzla.
Bosnië heeft nu nog 1.200 vierkante kilometer aan mijnverdachte gebieden
Toen in 1995 een eind aan de oorlog kwam, deed Bosnië haar inwoners een belofte: Bosnië zal voor 2009 mijnvrij zijn. Dat plan blijkt niet haalbaar en de deadline werd verschoven naar 2019. Maar met een gemiddelde ontmijnsnelheid van 13 vierkante kilometer per jaar, bleek ook dat een onrealistisch doel. Bosnië heeft nu nog 1.200 vierkante kilometer aan mijnverdachte gebieden. Een simpele rekensom wijst uit dat als Bosnië in dit tempo doorgaat, het nog bijna honderd jaar zal duren alvorens het land mijnvrij is.
Bosnië faalt in het opruimen van gevaarlijke landmijnen, vindt Mujanovic. En hij is niet de enige. Het roept de vraag op: waarom is het Bosnië na twintig jaar nog niet gelukt die mijnen op te ruimen?
‘Moeilijke vraag, simpel antwoord,’ zegt Mujanovic. ‘De Bosnische staat heeft nooit genoeg geld vrijgemaakt voor het ruimen van mijnen. Ondanks de vele slachtoffers zijn landmijnen geen prioriteit. En nu zien we opnieuw waarom dat wel noodzakelijk is.’
Er zijn genoeg ontmijners, daar ligt het niet aan. Honderden mijnenvelden staan al jaren op de lijst ontmijnd te worden en toch gebeurt er niks. Er is geen geld, zeggen de autoriteiten. Bosnië is een van de armste landen van Europa.
In totaal is ruim 300 miljoen euro nodig om Bosnië volledig mijnvrij te maken. Bosnië kon in 2013 slechts 8,5 miljoen euro vrijmaken voor ontmijning. Daar kwam nog 9,5 miljoen bij uit buitenlandse fondsen van onder andere de EU en de VN.
Omdat zoveel projecten stilliggen, trekken veel ervaren Bosnische ontmijners naar het buitenland. ‘Ze worden weggekocht door bedrijven die in landen als Irak en Afghanistan ontmijnen,’ vertelt Mujanovic. ‘Dus zelfs al zou er meer geld beschikbaar komen, dan is er straks niemand meer die het werk kan doen.’
Waar is het geld gebleven?
Bosnië is ook een van de corruptste landen van Europa. Het verbaast dan ook niemand dat ook in de ontmijningssector geld verdwijnt.
Op 24 april dit jaar werd de directeur van mijnactiecentrum BHMAC, Dusan Gavran, gearresteerd op verdenking van corruptie. Hij zou met financiële middelen, bedoeld voor ontmijning, hebben gesjoemeld en steekpenningen hebben ontvangen voor de aanbesteding voor een ontmijningsproject. ‘Weet je waar we verbaasder over zijn?’ zegt Mujanovic. ‘Over het feit dat ze hem hebben gearresteerd.’ Dit is dus waarschijnlijk nog maar het topje van de ijsberg.
Hier doet men alleen mee met verkiezingen om de macht te herverdelen
Bosnië heeft op 12 oktober landelijke verkiezingen. De straten hangen vol verkiezingsposters, maar in geen enkele campagne komt het woord ‘landmijn’ voor.
Weer niet verrassend, legt Nidzara Ahmetasevic uit. ‘Geen enkele machthebber heeft zich ooit zorgen gemaakt over het feit dat wij nog steeds tussen de mijnen leven. Dat zullen ze ook nu niet doen.’ Ahmetasevic is publicist en was een van de drijvende krachten achter de demonstraties die Bosnië in februari dit jaar opschudden. Demonstranten waren het zat: de armoede, werkeloosheid, bureaucratie en vooral de corrupte leiders die hun land naar de afgrond helpen.
Het negeren van de landmijnproblematiek is volgens Ahmetasevic exemplarisch voor waarom de Bosniërs begin dit jaar massaal de straat opgingen. ‘Er wordt hier geen politiek bedreven uit overtuiging iets willen verbeteren, hier doet men alleen mee met verkiezingen om de macht te herverdelen.’
Doordat de oorlog nog maar zo kort geleden was, wordt er in Bosnië nog steeds langs etnische lijnen gestemd. Een Bosnische moslim stemt op een Bosnische moslimpartij, een etnisch Kroaat zal altijd op een Bosnisch-Kroatische partij stemmen en hetzelfde geldt voor de Bosnische Serviërs. Het leidt ertoe dat politieke campagnes niet inhoudelijk hoeven te zijn, zegt Ahmetasevic: ‘Politici komen ermee weg. Ons zal altijd worden voorgehouden: in de oorlog was het erger. En dat is de schuld van de ander. Dus stem op mij.’
Slachtoffers binnen en buiten de mijnenvelden
‘Een landmijn maakt geen onderscheid tussen een Bosniak, Serviër of Kroaat,’ zegt landmijnslachtoffer Aladin Mujacic (56) terwijl hij zijn kleine auto de stoep opdraait.
Mujacic raakte een van zijn benen kwijt. Hij werkt nu voor het Landmine Survivors Initiative, waar hij andere slachtoffers helpt hun leven vorm te geven na het ongeluk. Mujacic heeft een kunstbeen waar hij mee heeft leren leven. Hij rijdt er zelfs auto mee.
We zijn op bezoek bij de familie Siko. Vader Selmir (33), moeder Nahida (32) en zoontje Almedin (2). Een foto van een vrolijk lachend jongetje in een lijstje aan de muur is het pijnlijke bewijs dat er één familielid mist. Sejdo (10) stierf afgelopen januari. Samen met zijn vader was hij op pad; ze verzamelden schroot, metaal en hout om te verkopen. ‘We weten waar de mijnenvelden liggen, daar blijven we altijd ver bij vandaan,’ zei Selmir. Toch vond er een tragisch ongeluk plaats. De kleine Sejdo raakte met zijn voet een anti-personeelsmijn die buiten de afgezette mijnenvelden lag. Een ontploffing volgde, Sejdo werd dodelijk geraakt.
Boeren denken: het is al zo lang afgezet, zouden er wel echt mijnen liggen? Ze gaan één keer, twee keer, drie keer, er gebeurt niks. Dan gaat het een keer fout
‘Ook voor de overstromingen vielen er regelmatig slachtoffers buiten de afgezette mijnenvelden,’ vertelt Amir Mujanovic. Hoewel de mijnen zo goed en zo kwaad als het ging in kaart zijn gebracht, liggen ook buiten de mijnenvelden explosieven.
De meeste slachtoffers vallen echter in de mijnenvelden. Daar zijn twee redenen voor. Mensen gaan doelbewust de mijnenvelden in. Het zijn vaak bosrijke stukken land, waar veel brandhout te halen is. ‘Na al die jaren vertrouwt men de afzettingen niet meer. En mensen hebben dat hout nou eenmaal nodig,’ zegt Mujanovic. ‘Boeren denken: het is al zo lang afgezet, zouden er wel echt mijnen liggen? Ze gaan één keer, twee keer, drie keer; er gebeurt niks. Dan gaat het een keer fout.’
De tweede reden is dat de rode waarschuwingsborden die mensen ervan moeten behoeden het mijnenveld in te lopen, vaak verdwijnen. Ze worden meestal gestolen omdat het ijzer geld oplevert. ‘Dat is een groot probleem,’ zegt Mujanovic. ‘Er wordt maar eens per jaar gecontroleerd of de borden nog wel staan waar ze horen te staan. Dat kost mensenlevens.’
Een nieuwe ontmijningswet moet daar verandering in brengen. Daarin wordt vastgelegd dat het stelen van de waarschuwingsborden een crimineel delict is. Maar door geruzie in het parlement het lukt het Bosnische parlementariërs al jaren niet om de wet aan te nemen.
Weinig hoop
Het mijnactiecentrum is pas net begonnen in kaart te brengen waar de nieuwe mijnenveldgrenzen liggen. Tot die tijd verspreidt de regering de boodschap: ga niet naar de regio’s waar overstromingen waren en mijnenvelden liggen.
Het is de vraag of Bosnië, als het effectiever en minder corrupt was geweest, inmiddels wel mijnvrij had kunnen zijn. Ontmijning is verschrikkelijk moeilijk in een land waar zo hevig is gevochten, waar de frontlinies constant verschoven en waar drie verschillende legers en paramilitaire groepen overal landmijnen neerlegden.
In de ogen van Pavlovic is dan ook weinig hoop te lezen. ‘Ik zie het elk jaar trager gaan, er worden elk jaar minder landmijnen geruimd,’ zegt ze teleurgesteld. Buitenlandse donoren hebben jarenlang veel geld in de ontmijning van Bosnië gestoken, maar het heeft niet geholpen. ‘Er is te veel geld in verkeerde zakken verdwenen,’ zucht ze. ‘En het eind is nog lang niet in zicht.’