Eens met IS? Ja/Nee (doorhalen wat niet van toepassing is)

Rob Wijnberg
Oprichter

Aan bizarre islamdebatten hebben we de afgelopen jaren geen gebrek gehad.

Weet u nog?

Of de Koran even bij wet uit de schappen van de boekhandels kon worden geweerd. Of we niet een belasting op hoofddoekjes konden heffen. Ja, zelfs de prangende kwestie of een profeet uit de zesde eeuw (ik wilde zeggen: na Christus) nou wél of géén pedo was, is in 2009 nog even onderwerp van parlementair debat geweest.

Je zou zeggen: op een gegeven moment heb je alles wel gehad. Maar inmiddels kunnen we weer een nieuw dieptepunt bijschrijven - en dit keer werd ’ie niet eens aangezwengeld door Geert Wilders: het Nationale Moslims-Moeten-Afstand-Nemen-Van-IS-Debat.

De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb begon ermee, met een instemmend glunderende Joost Eerdmans in zijn kielzog: moslims op te roepen ‘afstand te nemen’ van een terreurgroep die op 4.491 kilometer van de havenstad een bloedbad aan het aanrichten is (50 uur rijden volgens Google Maps,

Sindsdien is het hek van de dam. Journalist Arnold Karskens, VVD-raadslid Samira Bouchibti, PvdA’er Ahmed Marcouch, ex-gijzelaar Arjan Erkel, jongerenwerker Ibrahim Wijbenga, ja, - allemaal stonden ze op de bühne om moslims openlijk trouw te laten zweren aan de oer-Hollandse kernwaarde Gij zult niet onthoofden.

Karksens deed dat zelfs keurig op zijn met een stuk getiteld - ik verzin dit niet - Een frase waar je als online hipster dan direct achteraan hoort te twitteren: ‘En de tweede zal je verbazen!’ - en inderdaad: reden twee is, volgens Karskens, dat ‘alleen moslims IS kunnen verslaan.’

Dat u het weet.

Publicist Youssef Azghari deed er daarna in NRC Handelsblad trouwens nog een kolderiek schepje bovenop met het nu al legendarische geschrift waarin hij de stelling poneert dat het hoog tijd wordt dat ‘wij moslims wereldwijd niet alleen ons fel uitspreken tegen radicale moslimextremisten, maar ze ook uitkotsen uit de islamitische familie.’

Een soort geloofsboulimia, zeg maar.

Wolven in schaapskleren

Het zorgwekkende aan deze oproep is vooral dat het een soort denken verraadt dat je tot voor kort alleen bij PVV-ideoloog Martin Bosma & Co. tegenkwam, maar die kennelijk al veel meer mainstream is geworden dan ik dacht: het idee dat moslims stiekem toch wolven in schaapskleren zijn.

‘Afstand nemen’ impliceert een nabijheid die niets, maar dan ook niets meer is dan guilt by association

En dat dus, zolang ze niet hardop tegen IS ageren, de verdenking op zijn plaats is dat ze wel enige sympathie zullen koesteren voor die hoofdenafhakkers uit de Levant. Want ja, zelfde gebedshuis. Dus je kunt het maar beter dubbelchecken.

Naam: Mohammed

Nationaliteit: Nederlands

Geloof: Islam

Eens met IS? JA/NEE/NOG NIET UIT* (*doorhalen wat niet van toepassing is)

Anders gezegd, ‘afstand nemen’ impliceert een nabijheid die in dit geval niets, maar dan ook niets meer is dan guilt by association. Alsof alle Ajacieden hardop ‘niet mee eens’ moeten zingen iedere keer als er acht hooligans op de F-side racistische spreekkoren inzetten.

Geloofsgemeenschap? Welke geloofsgemeenschap?

Erger nog dan die ‘verdacht tenzij,’ is dat de oproep ook nog eens verraadt dat ‘moslims’ kennelijk - en zelfs door sociologen - als uniforme groep worden gezien. Dat blijkt ook uit het woord ‘geloofsgemeenschap’ waarmee de oproepers voortdurend schermen: alsof moslims één grote TROS-familie zijn.

Je hoeft het lijvige SCP-rapport er maar op na te slaan en je ziet onmiddellijk hoe potsierlijk dat is. Zet 20.000 moslims in een voetbalstadion en je hebt ongeveer evenveel sociologische overlap als bij een doorsnee voetbalwedstrijd: ja, ze zijn allemaal op de een of andere manier fan van dezelfde club, maar daar houdt de overlap ook wel op.

Zet 20.000 moslims in een voetbalstadion en je hebt ongeveer evenveel sociologische overlap als bij een doorsnee voetbalwedstrijd

Neem alleen al zoiets basaals als moskeebezoek: acht op de tien moslims van Turkse komaf gaat minstens een paar keer per maand naar een gebedshuis, onder Iraanse en Afghaanse moslims is het precies omgekeerd - acht op de tien gaat nooit. Marokkaanse mannen ouder dan 45? Driekwart gaat wekelijks. Marokkaanse vrouwen tussen de 20 en 40? Acht op de tien is er met geen stok naartoe te krijgen.

En dat is pas één factor. De lijst met verschillen is eindeloos: één derde tot de helft van Afghaanse, Iraanse en Iraakse moslims in Nederland praktiseert geen enkel (!) voorschrift van de islam (bidden, halal eten, naar de moskee). Een op de vijf Turkse moslims houdt het geloof bij: halal eten. Acht op de tien Afghaanse moslima’s draagt geen hoofddoek, acht op de tien Somalische moslima’s wel. Twee derde van Afghaanse en Iraakse moslims vindt zelfs dat moslims niet hoeven te leven ‘volgens de regels van de islam,’ de helft van de Turkse moslims vindt weer van wel. Enzovoorts enzoverder.

De pregnante ironie is dus dat ‘moslims’ al lang en breed zo geïndividualiseerd en verschillend zijn als hun critici vaak willen dat ze zijn, maar tegelijkertijd door diezelfde critici aangesproken blijven worden als een amorfe, dogmatische groep gelovigen die zó eenvormig is dat ze het verschil met terroristen 4,5 duizend kilometer verderop hardop moeten benadrukken voordat duidelijk is wat ze eigenlijk van elkaar onderscheidt.

Dat ze zich niet als een sektarisch collectief distantiëren van quasi-geloofsgenoten aan de andere kant van de wereld: dát is pas een geruststelling. Zo groot is de afstand dus.