Ik volg de politiek niet meer. Stukken over de laatste ontwikkelingen in Den Haag sla ik over. Politieke DWDD-commentatoren zap ik weg. Nieuwsuur skip ik. Alles wat uit de Nieuwspoort komt, mijd ik.

Via via krijg ik wel wat mee. Diederik Samsom heeft lang ‘een eerlijk verhaal’ verteld en kreeg problemen met illegalen en straaljagers. Mark Rutte gaf uit zijn hoofd een ‘ongeïnspireerde’ speech en wil dat we optimistisch zijn. Alexander Pechtold liep een ‘blauwtje’ en de PVV organiseert tegenwoordig demonstraties.

Veel mensen met wie ik erover spreek, zeggen de politiek over te slaan. Met een schuldgevoel, dat zeker, maar de gedachte dat het zonde van de tijd is, overheerst. Want wie de politiek volgt (er was een tijd dat ik dat deed), krijgt al snel de indruk dat het draait om het lijfsbehoud van politici zelf. Als er een mediagenieke asielzoeker moet worden uitgezet, gaat het vooral over hoe de minister zijn handelen kan ‘verkopen’ en hoe de peilingen reageren, nauwelijks over de vraag hoe het past in een idee van beschaving.

Mede daarom starten leeftijdsgenoten uit onvrede idealistische initiatieven - duurzame kleding, biologisch voedsel - als ze iets verkeerd vinden in de maatschappij. Dat bewonder ik, alleen is het geen vervanging van de volksvertegenwoordiging. Politiek is er om machten te controleren die ons als burgers vaak ver te boven gaan. Zonder volksvertegenwoordiging hebben multinationals vrij spel. Zonder goede politici gaan publieke voorzieningen achteruit.

Als we ons afkeren van de politiek, keren we ons af van het welzijn van ons land. Als we ons afkeren van de politiek, keren we ons af van de zwakkeren in de maatschappij. Maar van die overtuigingen zie ik zo weinig terug in het dagelijkse politieke verkeer. De partijprogramma’s bevatten wel vergezichten, alleen hoor ik na de verkiezingen bijna nooit een politicus zeggen hoe we ons de komende dertig jaar gaan redden. 

Ik wil absoluut geen cynicus zijn die zijn morele verhevenheid denkt te ontlenen aan het gratuit afserveren van politici. Ik begrijp dat je in Den Haag voor duivelse dilemma’s staat. Natuurlijk moet je offers brengen om aan het einde van de streep meer goeds dan slechts op je geweten te hebben. Maar na honderden keren gehoord te hebben over partijgeneuzel, het belang van compromissen, de laatste peilingen, haak ik af. Dan is politiek volgen niets meer dan prettig popcornvermaak. in het echt. Maar niet iets waar ik vertrouwen in heb. Niet iets waar ik in kan geloven - terwijl ik dat zo graag wil. Over drie jaar mag ik weer stemmen. Ik twijfel wat ik met dat recht aanmoet.