Wat de paraplu en kachel ons leren over innovatie
Het lijken malle en onbenullige ontwikkelingen: een stormparaplu en een efficiëntere houtkachel. Maar ze laten zien dat zelfs de oudste en onveranderlijke uitvindingen nog voor verbetering vatbaar zijn. Op zoek naar hun opvolgers.
Dit voorjaar interviewde ik de maker van de Senz paraplu’s, een Nederlands bedrijf dat paraplu’s maakt. Irritant, was mijn eerste gedachte, zo’n merknaam die eindigt op een z - bijna net zo erg als een q. En na het interview dacht ik nog: daar valt weinig eer aan te behalen. Al duizenden jaren zijn paraplus min of meer hetzelfde.
Maar dat was juist de reden voor de mensen van Senz om een keertje naar het ontwerp te kijken. Waarom heeft de paraplu al honderden jaren dezelfde vorm? Dat de vorm niet optimaal is, weet iedereen die in een windvlaag zijn paraplu wel eens zag omklappen. Senz ontwierp een nieuwe paraplu, die er nogal mal uitziet, maar wel bestand is tegen Nederlandse stormen. Het is een succesvol exportproduct.
Houtkachel
Toen ik afgelopen week de The New York Times las, moest ik weer denken aan Senz. In Washington, op een steenworp afstand van het Amerikaanse ministerie van Energie, staat een tent met een stuk of tien schoorstenen, las ik in de krant. In de tent staan kachels. De bouwers ervan doen mee aan een wedstrijd waarbij wordt gekeken wie de meest efficiënte houtkachel heeft.
Daar keek ik al evenzeer van op: je zou denken dat honderden jaren ervaring met houtkachels intussen wel de meest efficiënte vorm heeft opgeleverd. Niet dus. De meeste kachels hebben een efficiëntie tussen de 40 en 50 procent. De fijne geur die je altijd ruikt als je langs een houtgestookt huis of woonboot loopt, bestaat eigenlijk uit onverbrande gassen, energie die verloren gaat door de schoorsteen. En het is niet alleen maar energie: ook veel warmte gaat verloren door de schoorsteen. Een vuur moet net genoeg zuurstof krijgen om te blijven branden, maar te veel zuurstof gaat als warmte door de schoorsteen. Wat bleek tijdens de wedstrijd: de efficiëntie van een houtkachel kan worden opgevoerd tot liefst 90 procent.
Dat is een fascinerend gegeven: dat zelfs de oudste (en volgens mij de belangrijkste) uitvinding van de mensheid - het beheersen van het vuur - nog lang niet geperfectioneerd is. In Amerika stoken 2,3 miljoen mensen hun huis met een houtkachel. Een efficiënter model zou dus een hoop hout en CO2-uitstoot kunnen schelen.
Op zoek naar de opvolger van de stormparaplu en de efficiënte houtkachel
In Nederland zal het minder uitmaken, hier heeft bijna niemand een houtkachel, omdat hout te schaars is. Maar de les van de paraplu en de houtkachel is voor ons eveneens van belang: er is nog heel veel mogelijk op het gebied van duurzaamheid en innovatie, zelfs met materialen, technieken - of instituten - die wij onveranderlijk achten. Er kan meer dan wij voor mogelijk houden, zelfs in ons dichtgetimmerde landje waar elke vierkante meter wel een bestemmingsplan heeft. Misschien dwingt de crisis ons wel tot creatievere oplossingen en het afschudden van de slechte gewoonten die ons erin hebben gestort.
Zoals jullie misschien weten ga ik in het komende jaar op zoek naar goede ideeën, waar we Nederland beter mee kunnen maken. Daar kan ik jullie hulp goed bij gebruiken. Samen met mijn stagiair lees ik de reacties die jullie hebben achtergelaten, op deze pagina en via e-mail. Maar meer ideeën zijn nog altijd welkom. In december gaan we kijken welke twaalf thema’s bij welke twaalf provincies passen. En verder ben ik nog naarstig op zoek naar een camper, waar ik die twaalf maanden het land mee door ga crossen. Op zoek naar, misschien wel, de opvolger van de stormparaplu en de efficiëntste houtkachel.