Hoe vrouwvriendelijk is het moderne kookboek?

Lynn Berger
Correspondent Zorg
Foto: Getty Images

De moderne moeder kookt met plezier voor het hele gezin. Althans, als je de nieuwste kookboeken moet geloven. In een prikkelend essay vraagt de Amerikaanse journaliste Virginia Heffernan zich af of die boodschap niet al te anti-feministisch is.

De die nu gelukkig al weer op z’n retour lijkt te zijn, kwam mij altijd behoorlijk vrouwonvriendelijk voor. Ga maar na: volwassen, weldenkende vrouwen werden aangemoedigd om infantiele gebakjes te maken, één en al lege calorieën en tijdrovend versierd. Bovendien is de cupcake een individualistisch gebakje: een taart, bedoeld om te delen, zou misschien nog enig gevoel van solidariteit teweeg kunnen brengen, maar cupcakes? Op deze manier, dacht ik, wordt het nooit wat met die collectieve bewustwording die het feminisme nodig heeft.

Sowieso zou je de hele home cooking / slow food / Do It Yourself-cultus, samenvattend ook wel new domesticity kunnen zien als weinig feministisch. Of in elk geval als weinig gemeenschappelijk: trek je terug op je keukeneiland, geniet van het deeg dat door je handen gaat, waardeer de afwas en al het huiselijke. Voed en verzorg je geest, je lichaam en je gezin. Leef in het nu. Voor een bredere politieke bewustwording, gericht op de toekomst en de ander, blijft er al met al weinig ruimte over. (Knipogende smiley.)

Wie haar kinderen écht een mooi leven wil geven, duikt allereerst de keuken in

Een reactionaire bijsmaak heeft het ook, schrijft de Amerikaanse journaliste Virginia Heffernan in New York Times Magazine. In ‘What If You Just Hate Making Dinner?’ bespreekt ze de nieuwste trend in kookboekland: ‘mother cookbooks,’ oftewel, kookboeken met recepten voor het hele Koken, zo luidt de boodschap van die boeken, is het allerbelangrijkste dat je als moeder voor je kinderen kan doen: processed food is immers slecht slecht slecht, en wie haar kinderen écht een mooi leven wil geven, duikt allereerst de keuken in.

Allemaal leuk en aardig, schrijft Heffernan, maar waarom is het altijd de moeder die wordt aangesproken in dit soort boeken en niet de vader? En wat nou als ik andere dingen met mijn tijd en hersenruimte wil doen dan nadenken over de beste biologische groenten en de meest eiwitrijke oergranen? Wat nou als ik ooit geloofde dat de magnetronmaaltijd de bevrijding van de vrouw een slag dichterbij zou brengen? En wat als ik gewoon een hekel heb aan koken? Ben ik dan een waardeloze moeder?

Heffernans essay is over the top, natuurlijk, en de repliek is niet lastig te bedenken: als die boeken je zo irriteren, dan lees je ze toch niet? Maar ze heeft wel een punt. De kook-thuis, geef-je-kinderen-het-allerbeste-mee beweging (die in de Verenigde Staten veel verder gevorderd is dan in Nederland) is vooral gericht op vrouwen, en is geneigd hen, onder het mom van moderne zingeving en gezondheid, terug te sturen naar de jaren vijftig. En met hun impliciete boodschap dat niemand, behalve jijzelf, te vertrouwen is wanneer het op het voeden van je kinderen aankomt, werken ook deze boeken bepaald geen solidariteit, wederzijds vertrouwen of gemeenschapszin in de hand. Wel veel angst, overigens – voor voedselfabrikanten en al het slechts dat zij in hun producten stoppen.

Ik weet wel: het is allemaal zo simpel niet. Er is ook nog zoiets als keuzevrijheid – alles wat ik hierboven heb geschreven kan je ook omdraaien. Het is maar welke definitie van bevrijding en feminisme en emancipatie je erop nahoudt. Toch is het fijn wanneer iemand de betuttelende kantjes van lifestyletrends uitvergroot en belachelijk maakt – en in dit essay doet Heffernan dat met verve en humor.