Ruim vijf jaar geleden stortte Lehman Brothers in. Volgens velen was dit het begin van de financiële crisis. Een jaar later stonden de Europese kranten vol met berichten over recessies en reddingsoperaties. De storm in de eurozone lijkt inmiddels te zijn gaan liggen, al is de kans op een nieuwe recessie nog altijd 40 procent, aldus het

Hoe is het nu met de eurolanden die rond 2011 bij de Europese Unie moesten aankloppen voor Kunnen we ervan uitgaan dat ze rustig opkrabbelen en onze hulp niet meer nodig hebben? Of moeten we inderdaad op onze hoede blijven voor een nieuwe recessie?

Vijf vragen over Spanje, van alle crisislanden het land met de grootste economie, beantwoord door gastcorrespondent Annerijn Vink.

Hoe heeft de crisis het dagelijks leven in Spanje veranderd?

Spanje is beter voorbereid op een crisis dan een land als Nederland. Het land is meer gewend aan economische pieken en dalen. Merijn de Waal, oud-correspondent Spanje van NRC Handelsblad: ‘Spanjaarden vergelijken hun land weleens met een boulimia-patiënt. In goede tijden wordt er heel veel gegeten, maar in slechte tijden moet er ook veel worden uitgekotst.’

Met andere woorden: Spanje, en dan met name de arbeidsmarkt, is gewend aan korte perioden van flinke economische groei en tijden van recessie. De afgelopen veertig jaar heeft het geen gekend voor langer dan een jaar.

Maar hoe gaan de Spanjaarden om met deze langdurige recessie? Er worden veel tijdelijke baantjes aangenomen. De zwarte markt wordt op een kwart van het bbp geschat door Gestha, de vakbond van belastinginspecteurs van het Spaanse ministerie van Financiën. De deeleconomie doet het Grootouders nemen kinderen en kleinkinderen in huis, zodat het huis van de kinderen kan worden verhuurd als appeltje voor de dorst. Hoogopgeleide jongeren keren terug naar Meer avontuurlijke lieden pakken het vliegtuig naar Spaanssprekende Zuid-Amerikaanse landen als Chili en Peru, waar de taal hetzelfde is en de carrièremogelijkheden

De echte boosheid, op Spaanse bankiers en politici, of op Europese leiders, is grotendeels weggeëbd. De boosheid lijkt over te zijn gegaan in wantrouwen. Recente cijfers van de European Social Survey (ESS) laten zien dat, op een schaal van 1 tot 10, het parlement een 3,4 scoort, het rechtssysteem een 4,7 en individuele politici maar een Het Europarlement kan op slechts een klein beetje meer vertrouwen rekenen: een 3,9.

De Waal: ‘Soms wordt er gezegd dat het maar goed is dat de Europese Unie er nog is om alles recht te trekken.’ Het is een beetje zoals een kies laten trekken bij de tandarts: leuk is anders, maar het is goed dat iemand het doet.

Maar wat is dan de huidige economische situatie in Spanje?

Deze drie grafieken vatten de Spaanse situatie goed samen:

Bron: Eurostat

Hoe hoger de rente die investeerders vragen bij het kopen van staatsobligaties, hoe minder zij de Spaanse overheid vertrouwen wat betreft het terugbetalen van deze ‘leningen’. Ter vergelijking is in de grafiek Duitsland weergegeven - een land dat door veel investeerders werd en wordt gezien als een van de betrouwbaarste landen van de eurozone. Belangrijk om te weten is dat de afname van de rente vanaf midden 2012 ook te maken heeft met de geruststellende uitspraak van Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank, die beloofde elk euroland te hulp te schieten.

Bron: Eurostat

Om aan te geven wat voor effect de crisis had op de Spaanse bevolking: in 2013 zei bijna één op de vijf Spaanse huishoudens grote moeite te hebben om rond te komen. Dit is een zelf-gerapporteerde indicator op schaal van ‘makkelijk - redelijk makkelijk - enige moeite - moeite - grote moeite.’

Bron: OECD. Stat

Spanje heeft nog altijd het hoogste werkloosheidspercentage van de eurozone. Let op: werkloosheid verwijst naar de hoeveelheid mensen die zowel geschikt voor als op zoek naar een baan is. Hierbovenop komen dus de mensen die geen werk hebben maar dat ook niet willen, en de mensen die (tijdelijk) niet kunnen werken.

Waardoor belandde Spanje ook alweer in een crisis?

Spanje is een cocktail van een hoog werkloosheidspercentage, toenemende emigratie en een snufje politiek wantrouwen. Dat was voor de crisis wel anders. Toen ging het Spanje voor de wind dankzij de vrije handel in de eurozone en een soepel draaiende huizenmarkt. En in tegenstelling tot bijvoorbeeld Griekenland had Spanje geen enkel probleem met zijn overheidsfinanciën. In de aanloop naar 2008 verminderde Spanje zijn staatsschulden beetje bij beetje. Toch, na jaren van spectaculaire groei, kromp de Spaanse economie in het derde kwartaal van 2008. Een recessie. Wat ging er mis?

Huizenprijzen die tussen 2004 en 2008 toenamen met 44 procent, namen net zo snel weer af, tot een derde van de 2008-prijzen in De export naar andere landen in crisis liep terug. En het belangrijkste: Spaanse banken zagen hun buffers teruglopen en kwamen in de problemen.

In een poging de banken te redden, gaf Spanje steeds meer geld uit. Bovendien werd geld ophalen op de internationale financiële markten almaar duurder. Omdat investeerders er niet op vertrouwden dat Spanje binnen een paar maanden of jaren de staatsobligaties terug kon betalen, vroegen ze een steeds hogere rente. Zo werd het redden van Spaanse banken zeer kostbaar.

In 2012 bleek dat de regering van premier Mariano Rajoy het niet meer kon bijbenen en moest Spanje bij de Europese Unie aankloppen. In de zomer van 2012 werd er afgesproken dat Spaanse banken tot 100 miljard euro konden lenen van verschillende Europese

Anders dan bij eerdere reddingsoperaties in Griekenland of Portugal, werd het geld niet van het noodfonds naar de overheid gestuurd, maar juist naar het bankwezen. Het probleem lag immers niet primair bij de overheid, maar bij de banken. Bovendien voorkwam Spanje zo dat de EU verplichte bezuinigingsmaatregelen kon eisen. Wel werden er afspraken gemaakt over het hervormen van het Spaanse bankwezen, waar de zou meekijken.

Sinds president van de Mario Draghi in juli 2012 beloofde dat hij zou doen ‘wat er ook nodig is’ om de eurolanden in leven te houden, is de rust ook op de Spaanse financiële markten teruggekeerd. Op Nieuwjaarsdag 2014 stapte Spanje uit het reddingsplan. Uit het pakket van 100 miljard had Spanje ‘slechts’ 41,3 miljard euro geleend (minder dan Portugals 78 miljard euro en Griekenlands 240 miljard euro). Afgelopen donderdag voorspelde het IMF dat Spanje in 2015 de grootste economische groei van het continent zal doormaken.

Mooi, maar wat zijn de Spanjaarden dan anders gaan doen?

Als voorwaarde op de noodhulp heeft Spanje, met hulp van de trojka, de bezem door de bankensector gehaald. Voor de crisis waren er veel kleine spaarbanken, de zogenoemde cajas. Hun bestuurders hadden regelmatig banden met de lokale politiek, waardoor er onverantwoorde vastgoedprojecten werden aangegaan en de huizenbubbel verder werd opgeblazen. Bovendien konden de cajas door hun beperkte grootte de klappen zelf niet opvangen.

Banken die er heel slecht aan toe waren werden verkocht of gingen failliet. De financiering van ongezonde banken is hersteld en de cajas zijn samengevoegd in groepjes van zeven of acht banken. Daardoor zijn risico’s meer gespreid, maar als ze dreigen om te vallen, moet de staat weer

Daarbij is dankzij de Europese bankenunie het toezicht en zijn de regels

Of deze voorjaarsschoonmaak in de Spaanse financiële sector goed genoeg is geweest? Veel Spanjaarden zijn er sceptisch over. Spanje-specialist en econoom Michiel Verduijn van de Rabobank wil afwachten tot de uitslag van de Europese stresstest eind oktober wordt gepubliceerd. Merijn de Waal ziet het somber in: ‘De Spaanse banken zijn strenger doorgelicht dan bijvoorbeeld Duitse of Italiaanse financiële instellingen en er is meer transparantie en betere regelgeving. Maar we zullen nooit weten of álle lijken uit de kast zijn.’

En nu?

De voorgaande jaren werd de Spaanse economische groei voornamelijk gedragen door de vastgoedsector, die werd gefinancierd door goedkoop buitenlands krediet dat vóór de euro niet beschikbaar was in Spanje. Nu zal Spanje een nieuwe economische motor moeten creëren, zoals de Duitse economie gestoeld is op industriële productie.

Hoe groot is de kans dat Mark Rutte de komende jaren weer in de Tweede Kamer staat om een Spaanse reddingsoperatie uit te leggen? Verduijn is voorzichtig positief. ‘Bezuinigingen, het moeten afbetalen van schulden en de moeizaam verstrekte kredieten hielden de rem op de binnenlandse vraag. Nu die factoren verbeteren, verwacht ik een lichte groei van de Spaanse economie.’

Maar dat plezier kan van korte duur zijn. De Waal: ‘Het zou me niet verbazen als Spanje in een nieuwe recessie belandt. Te makkelijk verstrekte leningen waren een oorzaak van de eurocrisis. Maar we hebben de Europese banken op precies dezelfde manier gered: door een hele hoop leningen te verstrekken tegen lage rentes. Het medicijn zou wel eens erger kunnen uitpakken dan de kwaal.’

Voor dit artikel is er gesproken met oud-correspondent Spanje van NRC Merijn de Waal en Michiel Verduijn, Spanje-specialist en econoom bij de Rabobank.

Spanje is geen economische motor Oké, dan is Spanje straks uit de crisis, en dan? Moeten we Spanje wel modelleren naar ons Noord-Europees economisch model van lage inflatie en veel export? Caspar Jansen (van de Volkskrant) schreef een hartstochtelijk betoog om Spanje vooral Spanje te laten zijn: zonnig, dienstbaar, maar nooit de motor van de Europese economie. Lees het verhaal hier terug De paradox van de permanente crisis Correspondent Lynn Berger schreef vorig jaar een stuk over de term ‘crisis.’ Volgens politici is het al vijf jaar ‘crisis.’ Maar kan dat wel: vijf jaar lang in crisis verkeren? De term is verworden tot een manier om politieke verantwoordelijkheid af te schuiven, terwijl aan de wortels van de problemen niets wordt gedaan. Lees het verhaal hier terug