Dalligate: de val van een eurocommissaris en het masterplan van de tabakslobby
Precies twee jaar geleden werd eurocommissaris John Dalli gedwongen af te treden. Hij zou 60 miljoen aan smeergeld van een tabaksbedrijf hebben gevraagd in ruil voor afgezwakte regels. Documenten in handen van De Correspondent en informatie uit een vorige week uitgezonden Franse documentaire maken aannemelijk dat zijn val heel andere oorzaken had dan zijn vermeende misdragingen.
Het is 16 oktober 2012, kwart voor twee ’s middags. Nietsvermoedend loopt John Dalli, op dat moment eurocommissaris verantwoordelijk voor gezondheid, het kantoor van José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie, binnen. Daar krijgt Dalli te horen dat er twee persberichten klaarliggen. Eén waarin hij ontslag neemt, één waarin Barroso hem ontslaat. Kwart over drie is de bijeenkomst voorbij. ‘Barroso had terminated me,’ schrijft Dalli in het feitenrelaas dat hij later zou maken.
De Maltese oud-commissaris schreef dat relaas ten behoeve van een rechtszaak die momenteel loopt bij het Europese Hof van Justitie. Dalli verzoekt het Hof het besluit van 16 oktober 2012 nietig te verklaren en de Europese Commissie te veroordelen tot vergoeding van immateriële en materiële schade. Die is niet gering. Zijn leven en dat van zijn familie is verwoest, tekent Dalli op in zijn achtergrondverhaal dat in het bezit is van De Correspondent.
Zestig miljoen euro smeergeld gevraagd?
De beschuldiging die Dalli de kop kostte, was dat hij via een Maltese connectie Swedish Match, een partner van tabaksfabrikant Philip Morris, onder druk zou hebben gezet. Hij zou zestig miljoen euro hebben gevraagd om het toen op de hele Europese markt, behalve in Zweden, geldende verbod op de verkoop van snus, een soort tabak, op te heffen.
Het fraudebureau OLAF van de Europese Unie deed onderzoek naar de klacht van Swedish Match. De conclusie van het op 15 oktober 2012 gedateerde en later uitgelekte rapport luidde: ‘Er is geen doorslaggevend bewijs voor de deelname van commissaris John Dalli als initiatiefnemer of brein van de operatie die geld in ruil voor politieke diensten vroeg.’
Wel oordeelde het bureau dat daar ‘circumstantial evidence’ - indirect bewijs - voor was. Ook nam OLAF het Dalli kwalijk dat hij ontmoetingen had met belanghebbenden uit de tabaksindustrie.
Het rapport wist geen ‘doorslaggevend bewijs’ aan te dragen. Bovendien oordeelde het eigen Supervisory Committee van OLAF twee maanden later in een vertrouwelijke, maar in juli 2014 geopenbaarde analyse nogal kritisch over de grondigheid en onafhankelijkheid van het eigen rapport. De Maltese autoriteiten kwamen in juni 2013 tot de conclusie dat er geen grond voor strafvervolging was.
Mensen uit de Europese Commissie, ook uit het kabinet van Barroso zelf, hebben in de afgelopen jaren zeker veertien niet openbaar gemaakte ontmoetingen met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie gehad
Barroso ontsloeg Dalli dus op basis van onbewezen feiten. Maar het was toch wel aangetoond dat de Maltees ontmoetingen had gehad met tabakslobbyisten? Zo zou hij Tomas Hammargren van ESTOC, de branchevereniging van de producenten van rookvrije tabak, op 20 augustus 2010 hebben gesproken tijdens wat OLAF een ‘off the record meeting’ noemt.
Dalli’s eigen versie is dat hij, toen hij in zijn zwembroek in het café van zijn vakantiehotel zat, werd voorgesteld aan Hammargren. Op het moment dat hem duidelijk werd wie de beste man was, zou hij het gesprek hebben afgekapt.
En zelfs áls Dalli met mensen uit de tabaksindustrie sprak, is dat dan voldoende reden om hem te ontslaan? Dat zou een gevalletje van de pot verwijt de ketel zijn. Want mensen uit de Europese Commissie, ook uit het kabinet van Barroso zelf, hebben in de aanloop naar de herziening van de Europese tabaksrichtlijn verschillende ontmoetingen gehad met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie.
Over die ontmoetingen is door Corporate Europe Observatory, een lobbywaakhond in Brussel, een klacht bij de Europese Ombudsman ingediend. In een brief van 10 oktober jongstleden aan Barroso laat de Ombudsman weten dat ze niet tevreden is over de uitleg die de Europese Commissie heeft gegeven over de contacten die ze had met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie. Volgens door de EU onderschreven regels van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) moeten overheidsinstanties altijd transparant zijn over dergelijke contacten. De Ombudsman is er niet van overtuigd dat aan die eis is voldaan.
Het is raadselachtig: Barroso stuurde een eurocommissaris naar huis op basis van niet bewezen feiten. En aan de feiten die wél enigszins bewezen zijn, hebben mensen uit zijn eigen kabinet zich ook bezondigd.
Er zijn twee opties: Barroso schrok zo van het verhaal van de chantagepoging dat hij in alle haast, om imagoschade te voorkomen, de politieke beslissing nam dat Dalli het veld moest ruimen. Of hij had een andere reden waarom hij van de Maltees af wilde.
Nog een slachtoffer: de tabaksrichtlijn
Dat laatste is het geval, claimt Dalli. Hij schrijft in zijn feitenrelaas: ‘Naast ikzelf en mijn familie, wier levens zijn verwoest door Kessler [de baas van OLAF, TV], Barroso en hun entourage, was de tabaksrichtlijn waar ik aan werkte het slachtoffer van de intrige.’
Die nieuwe richtlijn zou de regels voor de samenstelling van tabaksproducten en de verkoop en marketing ervan strenger maken. ‘Barroso wilde de richtlijn niet,’ schrijft Dalli. ‘In een ontmoeting die ik met hem had op 11 november 2011 probeerde hij me te overtuigen te stoppen met het werk aan de richtlijn.’
Op 19 mei 2014 is die nieuwe Europese wet van kracht geworden. Maar wel met verzwakkingen ten opzichte van het voorstel dat er lag in de zomer van 2012, voor de val van Dalli. Zo wilde hij zogeheten ‘universeelverpakkingen’ voor sigaretten introduceren, pakjes waarop nauwelijks nog ruimte was voor imagobuilding door de tabaksfabrikanten. Die zijn er niet door gekomen.
Het klinkt nogal onwaarschijnlijk dat met Dalli is afgerekend omdat hij te strenge regels wilde. Toch is er bewijs dat vanuit de omgeving van Barroso druk is uitgeoefend om de richtlijn niet te streng te maken en er niet te veel haast mee te maken. De Correspondent is in het bezit van verschillende e-mails waarin Catherine Day, als secretaris-generaal de hoogste ambtenaar van Barroso, om uitstel van de richtlijn vraagt. Ook is er een e-mail aan Day en Luis Romero Requena, de directeur-generaal van de juridische afdeling, waarin een hoge ambtenaar van DG Gezondheid en Consumentenzaken beschrijft hoe de conceptrichtlijn naar aanleiding van een ‘akkoord’ met hen is aangepast. Wat volgt is een lijst van zes maatregelen die een verzwakking van de tabaksrichtlijn inhouden.
Onder de radar
Waarom wilden Barroso’s ambtenaren de richtlijn dan verzwakken? In de vorige week uitgezonden Franse documentaire ‘Cash Investigation: la grande manipulation de l’industrie du tabac’ wordt gewezen op miljardencontracten die de Europese Commissie heeft met de tabaksindustrie, onder andere met Philip Morris. Dat geld is bedoeld voor de bestrijding van tabakssmokkel.
Maar in niet-geopenbaarde annexen van die contracten zouden formuleringen staan over de ‘redelijke verwachtingen’ die de tabaksindustrie mag hebben van de Europese Commissie. Die zouden tot gevolg hebben dat de fabrikanten de geldkraan kunnen dichtdraaien, zodra de Commissie te veel ongewenste maatregelen neemt.
In de ogen van de José Bové en Bart Staes, Europarlementariërs van de Groenen, vormen deze contracten de achterliggende verklaring voor Dalligate. Ze zien de affaire als een set-up om van Dalli af te komen en de nieuwe tabaksrichtlijn te vertragen. De geheime afspraken met bedrijven als Philip Morris zouden daar de reden voor zijn. 16 oktober 2012 is in hun ogen dan ook ‘een zwarte dag voor de Europese democratie.’
16 oktober is in de ogen van Bové en Staes een zwarte dag voor de Europese democratie.
De politici van De Groenen suggereren net als Cash Investigation dat de val van Dalli het gevolg was van een opzetje van de tabaksindustrie.
De Franse documentaire is voor een belangrijk deel gebaseerd op een intern document van Philip Morris dat Florence Berteletti, directeur van de anti-rookorganisatie SmokeFreePartnership, in haar postvak vond. In dit document van zeshonderd bladzijden zet Philip Morris de strategie uiteen om de tabaksrichtlijn te vertragen en te verzwakken. Zo zijn alle Europarlementariërs voorzien van de kleur groen of rood; vrienden of vijanden van de tabaksindustrie. Hun hobby’s, zwakheden en kwaliteiten zijn allemaal in beeld gebracht, om aanknopingspunten te hebben voor beïnvloedingsstrategieën.
Ook benoemt het document als doel de verantwoordelijke Europese Commissaris - Dalli dus - op alle mogelijke manieren in het vizier te krijgen en de koers van de Commissie aan te passen, met ‘extreme measures by stealth,’ extreme maatregelen onder de radar dus.
Een bijzondere rol in de documentaire is weggelegd voor Michel Petite. We zien beelden van hoe hij als directeur bij Juridische Zaken van de Europese Commissie in 2004 een contract voor meer dan een miljard euro met Philip Morris ondertekent.
Na zijn vertrek in 2008 ging Petite werken voor advocatenkantoor Clifford Chance, dat onder meer Philip Morris als klant heeft. En wie was de man die namens Swedish Match de klacht over Dalli meldde bij de secretaris-generaal Catherine Day? Juist: Michel Petite.
De beste man was wonderlijk genoeg tot december 2013 ook voorzitter van het ethisch comité van de Europese Commissie. Dat houdt zich nota bene bezig met de vraag of bij wat eurocommissarissen na hun aftreden doen geen belangenverstrengeling optreedt. De Europese Ombudsman adviseerde hem te vervangen en zei bij zijn vertrek dat de geloofwaardigheid van het comité in het geding was geweest vanwege mogelijke belangenverstrengeling.
Een vooropgezet plan
Samenvattend: de man die in 2004 bij de Europese Commissie een contract met Philip Morris ondertekende, werkte later als advocaat voor Philip Morris. Hij was ook de man die namens Swedish Match, een partner van Philip Morris, de klacht over Dalli bij de Europese Commissie deponeerde en hij mocht bij de Commissie de ethicus uithangen.
Petite onthoudt zich van commentaar op het onderzoek van Cash Investigation. Ook de Europese Commissie hult zich in zwijgen. Er loopt immers nog een rechtszaak.
Net als in de zaak tégen Dalli is het bewijs dat hij juist het slachtoffer is van een opzetje van de tabaksindustrie niet meer dan ‘circumstantial.’
Toch is een aantal dingen wel aantoonbaar. De tabaksindustrie had een tot in detail uitgewerkt plan om de nieuwe tabaksrichtlijn te verzwakken en te vertragen. Onderdeel daarvan waren ‘extreme maatregelen onder de radar.’ Feit is dat de richtlijn is verzwakt ten opzichte van een concept dat er eerder lag. Daar hebben hoge ambtenaren binnen de Commissie aan meegewerkt. Mensen uit het kabinet van Barroso hadden contacten met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie. En de Europese Ombudsman is er vooralsnog niet van overtuigd dat die volgens de regels verliepen.
José Manuel Barroso kan niet rustig achteroverleunen, nu zijn termijn als voorzitter van de Europese Commissie bijna ten einde is gekomen. De affaire-Dalli is nog lang niet afgelopen.