Niemand weet wat die sociale wijkteams vanaf 2015 gaan doen
Vanwege de decentralisaties heeft bijna iedere gemeente vanaf 1 januari sociale wijkteams: teams van hulpverleners die buurtbewoners bijstaan in de zorg, jeugdzorg en problemen rond werk en inkomen. Maar recent onderzoek laat zien dat het vaak niet duidelijk is wat deze wijkteams precies gaan doen. Hierdoor is ook de privacy van burgers in het geding.
Vanaf 2015 heeft bijna iedere Nederlandse gemeente sociale wijkteams. Dit zijn teams van hulpverleners die buurtbewoners gaan bijstaan in de zorg, jeugzorg en problemen rond werk en inkomen, zoals uitkeringen en schuldhulpverlening. De gemeenten zien die wijkteams als onmisbaar om de decentralisaties vanaf 1 januari 2015 aan te kunnen.
De drie nieuwe wetten (Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet) die bij de decentralisaties horen, worden straks namelijk niet meer door drie verschillende afdelingen aangepakt, maar door één team. In plaats van verschillende instanties komt er straks één hulpverlener over de vloer bij een gezin met, bijvoorbeeld, een kind dat jeugdzorg nodig heeft en een vader die in de schuldhulpverlening zit. Dat is prettiger voor het gezin en efficiënter en goedkoper voor de gemeente.
Maar uit onderzoek dat de Universiteit Twente vorige week uitbracht in samenwerking met de gemeenten Enschede, Leeuwarden en Zaanstad, Platform 31 en BMC Advies, blijkt dat het nog lang niet duidelijk is hoe die wijkteams straks in de praktijk te werk zullen gaan. Sterker nog: veel gemeenten weten nog niet hoe hun wijkteams straks georganiseerd moeten worden en wat precies hun taken zullen zijn.
De organisatie van wijkteams wordt nu veelal aan de hulpverleners zelf overgelaten, zonder dat ze zich daarbij aan bepaalde uitgangspunten moeten houden. Hierdoor is het moeilijk om een werkwijze te ontwikkelen en moet vaak nog worden uitgevonden hoe straks binnen de wijkteams met grote hoeveelheden gevoelige persoonsgegevens wordt omgegaan. Daarmee is de privacy van veel burgers per 2015 in het geding.
Geen heldere kaders
Met de decentralisaties in het vooruitzicht hebben de meeste gemeenten gekozen om met wijkteams te gaan werken. Het idee is hierbij dat de teams straks samen met buurtbewoners gaan kijken of zij zelf, of met hulp van hun omgeving, oplossingen kunnen vinden voor hun problemen. Is dit niet het geval, dan kan het wijkteam zelf ondersteuning bieden of gespecialiseerde hulp inzetten op het gebied van jeugdzorg, werk en inkomen en de zorg voor ouderen en langdurig zieken. Het kabinet en de gemeenten denken zo de organisatie van de ondersteuning aan burgers gemakkelijker én goedkoper te kunnen maken.
Gemeenten laten de werkwijze veelal aan de wijkteams over. Maar dat kan alleen als de opdracht van de teams en de kaders waarbinnen ze moeten werken helder zijn
Maar uit het onderzoek van de Universiteit Twente blijkt dat het bij gemeenten vaak nog onduidelijk is hoe zo’n wijkteam georganiseerd moet worden. Zo kan het wijkteam bedoeld zijn als aanspreekpunt voor mensen die een probleem hebben, waarbij gespecialiseerde hulp nodig is – zoals thuiszorg voor een oudere, alleenstaande vrouw met een gebroken heup. Maar er zijn ook gemeenten waar wijkteams al in een eerder stadium voor informele hulp uit de omgeving moeten zorgen. Daar wordt een oude, alleenstaande vrouw zónder gebroken heup, maar die moeilijk loopt, bijvoorbeeld via het wijkteam in contact gebracht met een vrijwilliger die haar boodschappen voor haar kan doen.
Gemeenten laten het veelal aan de medewerkers in de wijkteams over om een goede werkwijze te ontwikkelen. Maar dat kan alleen als de opdracht van de teams en de kaders waarbinnen ze moeten werken helder zijn, iets waar het bij veel gemeenten op dit moment aan ontbreekt.
‘Er moet nog heel veel geregeld worden’
De onduidelijkheid over die kaders waarbinnen wijkteams straks moeten werken, roept ook vragen op over de manier waarop de teams zich gaan verantwoorden. Iedere wijkcoach moet straks bijhouden welke hulp aan welke buurtbewoner is verleend, om hier vervolgens verantwoording over af te leggen. Daar komen veel privacygevoelige gegevens bij kijken. Maar wie mag dan straks welke gegevens inzien?
Onderzoeker Henk van der Kolk ziet in die verslaglegging en verantwoording van de wijkteams het voornaamste probleem: omdat de werkwijze van de wijkteams nog grotendeels ontwikkeld moet worden, kan ook nog niet worden vastgelegd hoe zij straks precies met persoonsgegevens zullen omgaan. ‘Het is begrijpelijk dat gemeenten wijkteams willen die allerlei soorten problemen aan kunnen pakken. Maar het is heel moeilijk om daarbij de waarborging van privacy vast te leggen: als hulpverlener één weet dat er in een gezin sprake is van kindermishandeling, en hulpverlener twee weet dat er sprake is van alcoholmisbruik, mag je die gegevens dan zomaar met elkaar combineren of vraag je daarvoor toestemming aan dat gezin? We zien dat daar bij gemeenten veel over wordt nagedacht. Maar er moet gewoon nog heel veel worden geregeld.’
Grote verschillen
Ook blijkt uit het onderzoek van de Universiteit Twente dat er veel verschillen bestaan tussen wijkteams – zowel tussen als binnen gemeenten. Die variatie is in principe geen probleem: iedere wijk is anders, dus is het logisch dat het wijkteam er anders te werk gaat.
Die grote verscheidenheid tussen wijkteams leidt tot grote verschillen in opvattingen over privacy
Maar dit blijkt vaak niet de oorzaak van de verschillen. De onderzoekers vonden in de beleidsteksten van de onderzochte gemeenten namelijk geen uitgebreide analyses van hun wijken. ‘In veel gemeenten zijn wijkteams ontstaan uit eerdere pilots,’ legt hoofdonderzoeker Mirjan Oude Vrielink uit. ‘Gemeenten kijken dan vaak welke hulporganisaties mee willen doen en bouwen vanuit daar een wijkteam op. De samenstelling van zo’n wijkteam is dan niet afgestemd op de behoeften van de wijk, maar het gevolg van de bereidheid van instanties om mee te werken aan de pilot.’ Ook de onzekerheid van gemeenten in de zoektocht naar de juiste organisatie van wijkteams speelt hierbij een belangrijke rol.
Die grote verscheidenheid tussen wijkteams leidt ook tot grote verschillen in opvattingen over privacy. Oude Vrielink deed als onderdeel van ‘De vormgeving van sociale (wijk)teams’ diepte-onderzoek bij de gemeenten Enschede, Leeuwarden en Zaanstad, drie steden die als voorlopers te boek staan. Hier zijn de privacyprotocollen van de wijkteams al grotendeels rond. Zo heeft ieder wijkteam in Enschede een procesondersteuner, die veel beperktere toegang heeft tot persoonsgegevens dan de daadwerkelijke hulpverleners in het team.
Wat gaat er met je persoonsgegevens gebeuren?
Hoe zit dit dan bij andere gemeenten? Uit het onderzoek blijkt dat ambtenaren zich bij elf van de 26 andere onderzochte gemeenten ernstig zorgen maken over de waarborging van de privacy per 1 januari. Een kwart van de onderzochte gemeenten laat wijkteams niet zelf de informatie inwinnen van de burgers die ze helpen, maar gebruikt informatie waar de gemeente al over beschikt.
Dit zou kunnen betekenen dat wanneer je psychologische hulp aanvraagt en je drie jaar geleden in de bijstand hebt gezeten, de wijkcoach straks bij je aan tafel zit met de volledige kennis uit dat bijstandsdossier, waaronder gegevens over je inkomen. En dat terwijl je alleen een doorverwijzing nodig hebt voor de psycholoog.
Ook gaan zeven van de 26 gemeenten de gegevens van burgers delen met het hele wijkteam. Dat kan betekenen dat niet alleen je directe hulpverlener, maar ook de rest van het wijkteam je persoonsgegevens kan inzien. Dit is bij wet toegestaan wanneer het wijkteam de gegevens zelf heeft verzameld – en dus geen gebruikmaakt van oude dossiers die misschien nog bij de gemeente rondzwerven. Maar het betekent alsnog dat jouw situatie niet alleen door je regisseur – die van ‘één gezin, één plan, één regisseur’ – maar ook door tot wel twintig andere hulpverleners kan worden ingezien.
Kortom: omdat het nog steeds niet duidelijk is hoe wijkteams precies gaan werken vanaf 2015, is het ook nog steeds niet duidelijk wat er precies met je persoonsgegevens gaat gebeuren. Hoewel gemeenten hier veel over nadenken, is het vaak nog steeds niet helder wie welke gegevens mag inzien en waar die gegevens vandaan worden gehaald.
Vanaf 2015 heeft bijna iedere Nederlandse gemeente sociale wijkteams. Maar wat ze precies gaan doen, daar zullen we in 2015 pas achterkomen.