Niet eerder ben ik bij een grensovergang geweest die zo’n contrast met zich meebracht als die tussen de Dominicaanse Republiek en Haïti
De landen liggen op hetzelfde eiland - Hispaniola, een van de eerste Caribische eilanden die door Christopher Columbus werd ‘ontdekt’ - maar verschillen in zoveel opzichten van elkaar dat ze ook in twee verschillende continenten hadden kunnen liggen.
In de Dominicaanse Republiek in het oosten spreekt men Spaans, in Haïti in het westen Creools en Frans. De Dominicanen verdienen bijna tien keer zoveel als de Haitianen. En vooral: de blanken aan de Dominicaanse kant van de grens zijn roodverbrande toeristen, de blanken aan de Haïtiaanse kant zijn hulpmedewerkers.
In een geaircode bus reisde ik dit weekend van vakantieoord Dominicaanse Republiek, naar ‘negatief reisadvies’-land Haiti. Samen met fotograaf Pieter van den Boogert ga ik hier kijken hoe het land ervoor staat, bijna vijf jaar na de verwoestende aardbeving van 2010.
Er gingen destijds miljarden aan hulp naar Haïti, inmiddels is de aandacht van de internationale gemeenschap verschoven naar andere gebieden. Hoe probeert Haïti nu een economie op te bouwen, na jarenlang aan het hulpinfuus te hebben gelegen?
Mochten jullie nog tips of vragen hebben, dan horen we het heel graag.