Het grootste schip ter wereld is niet een of ander cruiseschip, maar een onlangs opgeleverd hijsvaartuig met twee boegen dat pijpleidingen in zeebodems kan leggen en boortorens kan ontmantelen. Het is in bezit van een Nederlands bedrijf dat heet.

De baas van dat bedrijf heet Edward Heerema (67) en hij vond het passend om het ruim één miljard kostende gevaarte ter grootte van acht voetbalvelden te vernoemen naar zijn vader, Pieter Schelte Heerema, een pionier in de offshore-industrie, die het bedrijf onder een andere naam

Behalve offshorepionier, was vader Pieter Schelte Heerema ook een fervente nazi. Toen de Duitsers Nederland in mei 1940 binnenvielen bood hij het Germaanse broedervolk zijn hulp aan.

Contact met het verzet

Net als Anton Mussert geloofde hij dat de Duitsers uiteindelijk een Noordse, Arische superstaat zouden oprichten waarbinnen Nederland zelf zijn boontjes zou mogen doppen. Heerema trad toe tot de Nederlandse SS, en in 1942 tot de Waffen-SS. Vervolgens werd hij teruggestuurd naar Nederland om een door Meinoud Rost van Tonningen opgerichte koloniale handelsonderneming te gaan leiden; de Nederlandsche Oost Compagnie (NOC).

Heerema: ‘Waar het Jodendom overheerscht, zal het Arische volk ten gronde gaan. Daarom moet in elk Arisch land de Joodsche kwestie opgelost worden’

Heerema was een invloedrijk figuur in nationaalsocialistische kringen; zo nu en dan hield hij ergens een voordracht. Zoals in juni 1941 in het Haagse Odeontheater, waar hij onder meer sprak over een ‘scheppend Arisch ras’ tegenover een ‘parasitair Joods ras.’ ‘Waar het Jodendom overheerscht,’ aldus Heerema, ‘zal het Arische volk ten gronde gaan. Daarom moet in elk Arisch land de Joodsche kwestie opgelost worden.’

In de oorlog trouwde hij met de dochter van een Haagse tapijthandelaar. Op de huwelijksreceptie in Hotel Des Indes aan de Lange Voorhout in Den Haag verschenen hoge SS-officieren en andere pro-Duitse figuren. De Storm, het landelijke SS-tijdschrift, plaatste een bericht over het huwelijk op de voorpagina. Heinrich Himmler stuurde hem een bericht: ‘herzlichen Glueckwuensche zur Hochzeit.

Langzaam maar zeker zag Heerema in dat de Duitsers slechts voor een Duitse hegemonie streden; de groot-Germaanse samenwerking was een farce. Tijdens zijn berechting na de oorlog – wegens landverraad werd hij tot anderhalf jaar celstraf veroordeeld – verklaarde Heerema dat hij vanaf dat moment contact begon te zoeken met een Haagse verzetsgroep.

Verantwoordelijkheid van de reder

Die contacten zijn er inderdaad geweest, werd vastgesteld. Maar de Haagse verzetsgroep in kwestie, constateerden NIOD-onderzoekers David Barnouw en A.J. van der Leeuw later, was ‘een mistig tweemansverzetsgroepje’ dat dekking zou hebben verleend aan meerdere, plotselinge bekeerlingen uit pro-Duitse kringen.

In 2001, Pieter Schelte Heerema was toen twintig jaar dood, kreeg Allseas van de Nederlandse overheid ruim 800.000 euro subsidie om het naar hem te noemen schip te kunnen gaan ontwikkelen. De naam van het schip stond toen al vermeld in de projectplannen.

‘De historische context van die naam was ten tijde van de subsidietoekenning niet bekend bij de leden van de Adviescommissie Technologische Samenwerkingsprojecten van SenterNovem die alle projectvoorstellen destijds beoordeelde,’ verklaarde minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven (CDA) in 2008 toen er wat ophef over ontstond.

Bovendien, zei de bewindsvrouw in antwoord op Kamervragen: ‘De naamgeving van een schip is de verantwoordelijkheid van de reder. De subsidievoorschriften voorzien niet in enigerlei bemoeienis met de naamgeving van een schip.’

Aan het einde van dit jaar zal de Pieter Schelte de Rotterdamse haven in varen, om daar te worden ‘afgebouwd’. Het grootste schip ter wereld, van Nederlandse makelij, in Nederlandse wateren. Welke hooggeplaatste functionaris zal deze heugelijke gebeurtenis plechtig inluiden? Zal Willem-Alexander de Pieter Schelte ten doop gaan houden?

Deze column werd afgelopen donderdag voorgedragen bij Nooit Meer Slapen van de VPRO.

Hoe Clemens K. de grootste Nederlandse subsidieroof ooit pleegde Boekhouder Clemens K. trok een kunstfonds leeg om zijn criminele handelen te bekostigen. Zijn bizarre verhaal is door Rudie Kagie en Marian Husken opgeschreven in het net verschenen boek De miljoenenroof. Hoe boekhouder Clemens K. het kunstfonds kaalplukte en spoorloos verdween. Een aanbeveling. Lees het verhaal hier terug