Eind vorig jaar presenteerde minister Ivo Opstelten (VVD, Veiligheid en Justitie) het plan van het kabinet om fraude aan te pakken. Van faillissements- tot zorgfraude, van verzekerings- tot beleggingsfraude: het kabinet ziet frauderende burgers en organisaties als een groot maatschappelijk en economisch probleem. Naast misgelopen miljarden, kan het volgens de regering ‘leiden tot een vermindering van het maatschappelijke draagvlak voor sociale voorzieningen en tot aantasting van het rechtsgevoel.’

In de zet Opstelten het plan uiteen, dat door het ministerie van Veiligheid en Justitie zal worden overzien. Wetgeving wordt aangepast, ministeries gaan meer met elkaar en overheidsdiensten als de Belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) samenwerken en gegevens over burgers, organisaties en geldstromen worden in toenemende mate uitgewisseld.

Vooral dat laatste, schrijft Opstelten, is cruciaal in de gecoördineerde aanpak van fraude. Want door ‘realtime’ gegevens uit te wisselen, is de overheid in staat om fraude te ‘voorkomen, [te] ontdekken en [te] bestraffen.’

Fraude bestrijden met Big Data

Het Systeem Risico Indicatie (SyRI) is een goed voorbeeld van de wijze waarop de regering fraude wil bestrijden. Dit instrument is in de verankerd en bepaalt dat overheidsinstanties gegevens van burgers mogen uitwisselen om fraude op te sporen en fraudeurs een halt toe te roepen.

Met behulp van big data kunnen risicoprofielen worden opgesteld. Normafwijkend gedrag kan op deze manier meteen worden opgespeurd en bestraft.

Deze nieuwe vorm van fraudebestrijding vraagt om de juiste technologie. Tools die databases van verschillende overheidsinstanties aan elkaar koppelen en de snelle uitwisseling van grote hoeveelheden data mogelijk maken. Met behulp van data-analyse kunnen risicoprofielen van burgers worden opgesteld. Normafwijkend gedrag kan op deze manier meteen worden opgespeurd en bestraft.

De Belastingdienst is al bezig met het toepassen van intelligence om het gedrag van de belastingbetaler te analyseren. Ook gemeenten beginnen het nut van informatiegestuurde handhaving te zien. Zoals de gemeente Den Haag, die een aantal maanden geleden begon met het geautomatiseerd analyseren van data over haar inwoners door middel van het softwarepakket Smartbox. Het systeem koppelt bijvoorbeeld gegevens over het watergebruik aan informatie over het aantal mensen dat op datzelfde adres woont. Wanneer de software afwijkende patronen detecteert – weinig of geen watergebruik kan erop duiden dat niemand op dat adres woont – gaat er bij de gemeente een belletje rinkelen. Als het aan het kabinet ligt, gaat iedere gemeente software als Smartbox gebruiken.

Het onderzoek

De Nederlandse samenleving is in toenemende mate een fraudebestrijdingssamenleving aan het worden. Daar zijn goede redenen voor – fraude ís een serieus probleem – maar het is ook een ontwikkeling die kritisch gevolgd moet worden. Dat het ingrijpende SyRI zonder debat door minister Lodewijk Asscher door de Kamer is geloodst, is een veeg teken – zeker omdat zowel de Raad van State als het College Bescherming Persoonsgegevens kritisch was over de plannen.

De komende tijd willen wij onderzoek doen naar de Nederlandse fraudebestrijdingssamenleving. Ten eerste willen we in kaart brengen op welke manier overheidsinstanties en ministeries samenwerken om fraude te bestrijden. Welke gegevens over Nederlanders worden er uitgewisseld en wat gebeurt er met die data? Welke rol speelt privacy en hoe wordt die gewaarborgd? Welke private partijen en technologiebedrijven werken mee aan de uitvoering van de plannen van het kabinet? En, misschien wel de belangrijkste vraag: hoe groot is het probleem van fraude eigenlijk?

Jullie hulp kunnen we daarbij goed gebruiken. We zijn nu nog in de eerste fase van ons onderzoek, dus tips over wie we moeten spreken, welke documenten we moeten lezen en naar welke voorbeelden we moeten kijken, zijn meer dan welkom. Dat kan hieronder of per e-mail: maaike@decorrespondent.nl.