In Memoriam: Zo klinkt de laatste boodschap van Reyhaneh Jabbari

Karel Smouter
Journalist, gespecialiseerd in boerenprotesten
Reyhaneh Jabbari tijdens de eerste hoorzitting in de rechtbank van Teheran (Iran) op 15 december 2008. Foto: Golara Sajadian/ANP

Afgelopen zaterdag kreeg de Iraanse Reyhaneh Jabbari de doodstraf. Zij zou zeven jaar eerder een man hebben vermoord. Vandaag, op Allerzielen, herdenk ik een vrouw die wel werd gedood, maar uiteindelijk niet werd gebroken.

Het is 2007. Reyhaneh Jabbari, een jonge interieurontwerpster, ontmoet in een café in Teheran ene Morteza Abdolali Sarbandi. De man, een medewerker van de Iraanse inlichtingendienst, vraagt haar mee naar zijn kantoor te komen. Hij heeft een klusje voor haar, zo zegt hij.

Eenmaal aangekomen neemt Sarbandi de jonge vrouw mee naar een ander appartement, waar hij haar probeert te verkrachten.

Vanaf dit moment lopen de verklaringen uiteen. Jabbari beweert dat ze haar belager uit zelfverdediging heeft gestoken. Ze zou daarna direct de hulpdiensten hebben gebeld en de flat zijn uitgerend. Een andere man, die op dat moment in het appartement aanwezig was, zou volgens haar de moord op Sarbandi op zijn geweten hebben. ‘Ik stak hem slechts in de schouder,’ houdt ze tegen de rechter vol.

Alleen de familie van het slachtoffer kan haar nog redden

Sarbandi’s zoon stelt dat het hier om moord met voorbedachten rade gaat. Ze zou immers hebben toegegeven dat ze twee dagen voor haar treffen een mes heeft gekocht.

Jabbari verdwijnt in de cel, waar ze twee maanden lang geen mens te spreken krijgt. Via haar advocaat brengt ze later via een blog haar verhaal naar buiten. Het mag niet baten: ze wordt ter dood veroordeeld. Ondanks wereldwijd protest tegen de oneerlijke rechtsgang, werd de afgelopen maanden duidelijk dat het vonnis hoe dan ook zou worden voltrokken.

In Iran kan alleen de familie van het slachtoffer een veroordeelde genade schenken. Een enkele keer gebeurt dat ook, zoals dit voorjaar, toen de moeder van een vermoorde zoon de moordenaar op het schavot een klap in het gezicht verkocht en de executie Maar Sarbandi’s nabestaanden zijn duidelijk: alleen als Jabbari haar versie van de gebeurtenissen aanpast en toegeeft de man met voorbedachten rade om het leven te hebben gebracht, zouden ze haar genade schenken.

Dat weigert de jonge vrouw pertinent.

Irans lelijke gezicht

En zo wordt het 24 oktober 2014. Een zaal vol lezers van De Correspondent komt op deze regenachtige vrijdagavond bij elkaar voor een avondje Iran. Geen verhalen over ayatollahs en kernwapens, zo belooft de presentator. Maar ook geen clichés over hoe mooi de vrouwen en hoe gastvrij de mensen wel niet zijn. Op grote schermen zien we die avond films uit het project voorbijkomen en luisteren we naar de verhalen van de makers en van enkele lezers.

Volgens de wetgeving in het land is een vrouw maar de helft van een man waard

Een klein uur voor ik zelf het podium op moet om mijn belevenissen in het land te vertellen (ik bezocht het land tussen voorjaar 2006 en december 2009 zesmaal) fluistert een bezoeker in mijn oor. ‘Vanavond om 21 uur wordt Reyhaneh Jabbari naar de dodencel gebracht. Morgen zal ze ter dood worden gebracht, als de familie van het slachtoffer haar tenminste niet vergeeft.’

Precies om 21 uur loop ik het podium op en besluit ik het niet over de vele mooie, maar over het lelijke gezicht van Iran te hebben. Volgens de wetgeving in het land is een vrouw maar de helft van een man waard. In een zaak als deze, is een jonge vrouw doorgaans kansloos.

Terwijl wij ons een avond lang met Iraniërs en Nederlanders samen vrolijk willen maken over de mooie kanten van dit bijzondere volk, gaan duizenden vrouwen de straat om te demonstreren tegen een wet jongens die emmers zoutzuur over verkeerd geklede vrouwen heen gooien in bescherming wil nemen.

Haar laatste boodschap: verbitterd en verbeten

Op 25 oktober wordt het vonnis voltrokken. Vergeving door Sarbandi’s familie blijft uit.

Twee dagen later verschijnt een boodschap waarop Jabbari’s stem te horen is. Deze boodschap werd een halfjaar geleden opgenomen en na haar dood verspreid en

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Deze geluidsopname, gericht aan haar moeder Sholeh, werd enkele weken voor haar dood in de gevangenis gemaakt en na haar dood verspreid

‘De wereld stond me slechts negentien jaar toe om te leven. Die vreselijke nacht zouden ze me hebben moeten vermoorden. Mijn lichaam zou dan in een hoek van de stad zijn gedumpt en na een paar dagen zou jij [Jabbari’s moeder Sholeh, KS] naar het hoofdkantoor van de politie worden geroepen om mijn lichaam te identificeren. Daar zou je ontdekken dat ik niet alleen vermoord ben, maar ook verkracht.’

Vervolgens vraagt ze haar moeder om vergeving, omdat ze niet langer meer van dit land en haar religie zegt te kunnen houden. ‘Mijn ideologie is veranderd,’ vertelt ze haar moeder. ‘Op de eerste dag in het politiekantoor, toen een oude, ongetrouwde agent mij pijn deed vanwege mijn nagels, begreep ik dat dit tijdperk is voor schoonheid. Uiterlijke schoonheid, de schoonheid van wensen en gedachten, een mooi handschrift of de schoonheid van het oog of zelfs een mooie stem; de wereld zit op niets van dat alles te wachten.’

Ik wil niet onder de aarde wegrotten

Het zijn intens verdrietige woorden uit de mond van een vrouw, die van plan was als interieurontwerper de wereld mooier te maken. ‘Ik wil niet onder de aarde wegrotten,’ zegt ze dan ook. Ze vraagt haar moeder om haar organen weg te geven en de rest ‘aan de wind te geven.’

Ze had nog kunnen leven, als ze tegen de familie van het slachtoffer de schuld voor de moord op zich had genomen. Dat zij ervoor koos bij haar versie van de gebeurtenissen te blijven, laat zien hoe zij diep vernederd, maar ongebroken de dood tegemoet gegaan is. Haar laatste woorden klinken nu eens verbitterd, dan weer berustend, maar tegen het eind van haar boodschap toch ook: verbeten.

‘De wereld hield niet van ons. Het wilde mijn lot niet. En nu geef ik er aan toe en omhels ik de dood. Want in het hof van God zal ik de detectives, de rechter en het Hoge Gerechtshof aanklagen, zij die me sloegen terwijl ik wakker was en die zich niet inhielden bij hun vernederingen. In het hof van de schepper zal ik [...] al degenen aanklagen die, uit onwetendheid of leugenachtigheid, niet wilden zien wat zich voordoet als de werkelijkheid soms heel anders is.’

Reyhaneh Jabbari werd 26 jaar.

Voor dit artikel bedank ik Susan Irani, de lezeres die mij over het lot van Reyhaneh Jabbari vertelde.