Oorlog kent geen winnaars, leren deze vijf indrukwekkende documentaires over trauma
De vijf mooiste documentaires die ik dit jaar op het IDFA zag, tonen aan dat oorlogstrauma’s vele slachtoffers kent: van dronepiloten tot vluchtelingen, van verkrachte vrouwen tot kindsoldaten. Dit weekend zijn de films nog te zien in Amsterdam. Een weemoedige aanbeveling.
Trauma. Dat bleek het overkoepelende thema van de documentaires die ik dit jaar keek op het Internationaal Documentaire Festival Amsterdam (IDFA). Het trauma van soldaten, het trauma van vrouwen die verkracht zijn in een oorlog, het trauma van dronepiloten, het trauma van mensen die hun hele leven al in oorlogsgebied wonen, het trauma van kindsoldaten, het trauma van vluchtelingen.
Het gevoel dat ik na uren docu-kijken overhield was dit: oorlogen kennen geen winnaars. Trauma zit aan alle kanten van het front. En trauma blijft, lang nadat de bommen gestopt zijn te vallen. Trauma kan het hart van een samenleving wegknagen.
Ik stelde voor jullie mijn IDFA-top-5 van dit jaar samen. Alle films zijn dit weekend (vrijdag en zaterdag) nog te zien in Amsterdam.
1. Of Men and War
Deze documentaire volgt een groep Amerikaanse Irak-veteranen, die hun leven thuis niet meer op de rails krijgen: ze lijden aan een posttraumatische stressstoornis. Als laatste redmiddel komen ze terecht in een veteranenhuis waar ze tijdelijk wonen en groepstherapie krijgen. Dat levert hilarische beelden op - de stoere jongemannen die basketballen terwijl de gepensioneerde veteranen langsschuifelen achter hun rollators - maar vooral hartverscheurende verhalen.
De meeste mannen vertellen in de groep voor het eerst openlijk over hun herinneringen aan Irak. Een vriend die opgeblazen wordt voor hun ogen, het leeghalen van een vrachtwagen vol lijken, het doodtrappen van een kind, het per ongeluk neerschieten van een kameraad.
Zelden heb ik zo gevoeld wat oorlogstrauma inhoudt. De opgekropte woede, de tics, de fysieke reactie op de herinnering. Eén veteraan moet overgeven als hij zijn verhaal doet. Bijna alle mannen hebben zelfmoord overwogen.
De film toont ook hoe moeilijk het is toe te geven dat de oorlog je heeft geraakt - de meeste mannen willen eigenlijk niet praten. En hoe onwerkelijk het is om na een oorlog weer een gezinsleven op te pakken - we zien een veteraan die een nieuw huis gaat inrichten met zijn vrouw, en vanachter zijn zonnebril niet meer dan ‘Wat jij wil honey’ kan uitbrengen. De film is een heftige, regelrechte aanklacht tegen oorlog.
2. Drone
Een completere documentaire over het gebruik en de impact van drones in oorlogsvoering, kun je bijna niet wensen. De film heeft de ambitie de drone-impact van Amerikaanse zijde (de grootste ‘gebruiker’), als van Pakistaanse zijde (de grootste ‘ontvanger’) te tonen. Getraumatiseerde Amerikaanse dronepiloten, tegenover getraumatiseerde Pakistaanse kinderen. Een dronepiloot komt er achter dat zijn werk geen videospel is. Een Pakistaans kind tekent op school geen huisjes, bloemen of katten, maar drones.
De film maakt korte metten met het idee dat Amerikaanse drones de war on terror zullen helpen winnen. Want hoewel de Amerikanen steevast claimen dat er een minimaal aantal burgerslachtoffers valt, toont een kijkje in Pakistan het tegenovergestelde. En zo drijft elke dronebom meer mensen in de armen van radicale groepen.
Maar het blijft niet bij het tonen van trauma: de film stelt ook juridische kwesties aan de kaak. Amerika is niet in oorlog met Pakistan. Hoe kan het dan toch dat Pakistanen, zonder enige vorm van proces, door Amerikaanse drones gedood worden? Zouden dronepiloten niet kunnen worden vervolgd voor oorlogsmisdaden?
De conclusie van de film is beangstigend, want, zo stelt een expert in de documentaire, er is nooit een oorlogswapen ontwikkeld dat niet ook door de vijand is overgenomen. Met andere woorden: hoe lang nog voor de drones van bijvoorbeeld Iran boven New York vliegen?
3. We Were Rebels
Zelden zal je zo’n positief persoon hebben leren kennen als de hoofdpersoon in deze documentaire. De Zuid-Soedanese Agel werd als tienjarige jongen gerekruteerd door de Sudan People’s Liberation Army om te vechten voor een onafhankelijk Zuid-Soedan. Later kreeg hij daarna asiel in Australië. Maar in 2011 keert hij terug naar zijn land, als aanvoerder van het eerste Zuid-Soedanese basketbalteam, en om te helpen de jongste staat ter wereld te bouwen.
Het leven van Agel toont het dromen van een onafhankelijk Zuid-Soedan én de harde realiteit. Als de basketbalcoaches het al niet eens kunnen worden over de tactiek van het team, hoe kunnen politici het dan eens worden over de koers van het land? Niemand is gewend iets anders te doen dan vechten. Maar Agel houdt hoop: je kunt ook niet van een tweejarig kind verwachten dat ‘ie zich als een volwassene gedraagt, zegt hij.
Maar als er een burgeroorlog uitbreekt tussen president Salva Kiir en vice-president Riek Machar - die tot een andere stam behoren - trekt Agel zijn uniform weer aan en pakt hij zijn AK-47. Zelfs hij grijpt weer naar geweld.
4. War of Lies
De Amerikanen begonnen de oorlog in Irak op basis van één Iraakse informant, die gedetailleerde gegevens verschafte over de massavernietigingswapens van Saddam Hussein. Die informant heet Rafid Ahmed Alwan al-Janabi. En zijn informatie was verzonnen.
War of Lies is een interview met Al-Janabi. Een ongemakkelijk interview. Hij vertelt hoe hij vluchtte naar Keulen, daar de aandacht trok van de Duitse inlichtingendiensten omdat hij chemisch ingenieur was en langzaam in het web van de geheime diensten werd getrokken. Ze boden hem geld, een appartement, een verblijfsvergunning. Zolang hij maar hielp. Dat wilde hij maar al te graag, want hij had, zoals hij zelf zegt, hetzelfde doel als het Westen: de dictator waarvoor hij was gevlucht, Saddam Hussein, omver werpen. Al moest hij daar soms iets voor uit zijn duim zuigen.
Al-Janabi ziet zichzelf als slachtoffer en niet als dader. Maar het wordt ook duidelijk dat hij een ontzettend manipulatief persoon is. Het woord dat hij het meest gebruik is ‘eerlijk.’ ‘Ik zeg je nu eerlijk wat er écht gebeurd is.’ En daar twijfel je als kijker direct aan. De film laat je met een onbehaaglijk gevoel achter.
5. Beats of the Antonov
De volken van de Blauwe Nijl en de Nubabergen in Soedan worden elke nacht gebombardeerd. Om mensen in de schuilkuilen te krijgen, blijft in elk dorp altijd een groep jongeren wakker tot de Antonov-bommenwerpers komen. Ze spelen de rababa en zingen zelfgeschreven liederen.
Deze documentaire - waar de etno-antropologie er soms iets te dik bovenop ligt - toont op een mooie manier hoe deze volken een plek in Soedan proberen te verwerven. Hoe zij als zwarten als onechte moslims worden beschouwd. Hoe ze hun huid bleken om er meer als Arabieren uit te zien. En hoe muziek hen niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk in leven houdt.