‘Persoonlijk ben ik dol op Brussel,’ zegt de Iraanse taxichauffeur en dichter in de documentaire Our City. ‘Het is een stad vol energie. Mensen glimlachen makkelijk hier. Er is de schoonheid van de kleuren en het leven in al zijn diversiteit.’
Maar de dichter is bang dat Brussel zijn bekoring aan het verliezen is. ‘Ze veranderen de stad in een kantoor.’ Terwijl de camera langs kille kantoorkolossen glijdt, somt hij op welke organisaties de stad allemaal huisvest – het Europees Parlement, de NAVO, vele ngo’s. ‘Een droge, zielloze staat heeft Brussel gestolen,’ zegt hij gedragen.
In een van de mooiste scènes van de film declameert de taxichauffeur in de lege gangen van het Europarlement een gedicht over vrijheid. ‘Laat de macht de vrijheid niet koloniseren,’ spreekt de man die Iran ontvluchtte na de revolutie van 1979.
Our City is een schitterende evocatie van hoe de mensen in de marges van de macht hun eigen leven weten te leiden maar er soms ook door worden vermalen. Zeer indringend is de scène waarin iemand van wie we het gezicht niet zien, in een vervallen en vervuild pand vertelt hoe hij bij zijn eerste poging naar Europa te vluchten twee jaar in een gevangenis op het Spaanse eiland Fuerteventura belandde. ‘Waarom betaalt Europa daarvoor?’ Nu hij het beloofde land heeft bereikt, is er een diepe deceptie. ‘Ik dacht hier iets goeds te vinden, maar er is eerlijk gezegd niets.’
Een romantische ode aan Brussel is Our City dus niet. Toch spreekt uit de film, van de uit Milaan afkomstige regisseur Maria Tarantino – goede naam voor een filmer –, een grote liefde voor de veelstemmige en veelkleurige stad. Tarantino, die in Leuven filosofie studeerde, verkent de stad van laag tot hoog. Letterlijk: van de ondergrondse krochten tot hoog in de torenflats. En figuurlijk: van de sans-papiers die in de stadsjungle proberen te overleven tot de haute société die elkaar treft op chique diners en bals. Overal ontmoet ze paradijsvogels, mensen die met een onvermoede energie en creativiteit hun leven kleur geven.
Geen parkeergarage!
De charme van Brussel is dat hoog en laag, arm en rijk, bewoners en beambten, ondanks de angst van de dichter, nog pal op elkaar leven. In veel steden is het centrum een opgepoetst paradijs voor rijkelui, kantoorwerkers en toeristen. De rest van de bevolking is verdreven naar steeds verdere buitengebieden. In Brussel kan het stadsdecor dat de wandelaar ziet bij elke stap wisselen en zijn mooi en wanstaltig innig verweven. Ook het kroegleven is nog niet in de greep van het doelgroepdenken en de segregatie. In veel cafés treffen jong en oud, arbeider en kantoorklerk, wit en zwart elkaar nog.
Een van de ontmoetingsplekken voor vogels van diverse pluimage is het Vossenplein. De befaamde brocantemarkt op dit plein in de wijk de Marollen vindt al sinds 1873 dagelijks plaats.
In Brussel kan het stadsdecor dat de wandelaar ziet bij elke stap wisselen en zijn mooi en wanstaltig innig verweven
Alleen dreigt ook hier de macht de mensen te vermalen. De gemeente Brussel wil een parkeergarage onder het Vossenplein aanleggen. Dit is onderdeel van een op het eerste gezicht prettig plan de grote boulevards die het centrum doorsnijden autovrij te maken en het verkeer aan de rand op te vangen. Bij nader inzien is het een voorbode van de opgepoetste toeristenstad die wordt verkocht met slogans als ‘een bereikbaar hypercentrum.’
De volksmensen uit de Marollen en de intellectuelen van de stad hebben elkaar gevonden in protest tegen de parking. De handelaren vrezen dat hun nering door de jarenlange werkzaamheden te gronde zal gaan. De actievoerders wijzen erop dat in en om het centrum al zeer veel onbenutte parkeercapaciteit is en dit plan alleen maar meer verkeer naar het centrum zal lokken.
Meer dan twaalfduizend mensen tekenden inmiddels een petitie tegen de parkeergarage. Ook bekende Belgen lieten van zich horen. Marc Didden, filmer (Brussels by Night) en publicist wijdde er in De Morgen een column aan met als titel ‘Geen parkings maar parken.’ Historicus Sophie De Schaepdrijver tekende op Facebook op dat ze als inwoner van Brussel en de VS weet ‘wat het betekent als een cultuur zijn steden opoffert aan auto’s.’
In een tumultueuze vergadering keurde de gemeenteraad de plannen voor de garage maandag goed. ‘De dag waarop het grote geld won van het volk,’ was te lezen op de Facebookpagina van het actiecomité. Ook Brussel Deze Week schuwde het drama niet. Het zag in de ‘kleine volksopstand’ tegen de garage het zoveelste teken dat ‘de bevolking zich niet meer vertegenwoordigd voelt door de politiek.’
Het vrouwelijke Europa
Het ultieme symbool van de afstand tussen burger en politiek is natuurlijk niet het stadsbestuur van Brussel maar Brussel als pars pro toto voor de Europese Unie. De opkomst bij de Europese verkiezingen zakte afgelopen mei tot een nieuw dieptepunt.
In Our City figureert ook Philippe Samyn, de architect van het nieuwe gebouw van de Europese Raad, dat in de volksmond ‘Het ei van Van Rompuy’ heette, nu dus ‘Het ei van Tusk.’ De architect zegt dat alle bouwwerken van de EU tot nu toe hard en mannelijk waren en dat hij een ‘vrouwelijk’ en ‘jazzy’ gebouw heeft willen scheppen dat de dansende godin Callipyge verbeeldt. Oude kastanjehouten raamlijsten uit gesloopte panden uit heel Europa worden erin verwerkt.
‘Europa is,’ legt Samyn uit, ‘een lappendeken van realiteiten, samengebonden door een filosofische eenheid: eenheid in diversiteit. Van veraf is Europa verenigd, van dichtbij zie je de verschillen.’ En zo moet het gebouw ook werken. ‘Van veraf straalt de façade eenheid uit, van dichtbij begint je blik te vervagen.’
Een cynicus zal het afdoen als mooipraat over een protserig paleis voor een Europese zonnekoning, waarvan de bouwkosten intussen tot meer dan 300 miljoen euro zijn opgelopen. Maar wie in de ban is van de energie en de hoop die ook uit Our City spreken, voelt de vage verwachting dat de woorden van de architect aankondigen dat ooit de stad van de mensen en de stad van de machten dichter bij elkaar zullen komen en dat de dansende godin een symbool zal zijn van een zacht, vrouwelijk, luisterend Europa.
Onlangs was de première van ‘Our City’ op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA). De film gaat volgend jaar in België in roulatie.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!