‘Mijn tampon zit niet lekker. Heb jij zeker ook weleens?’ Ik snap nu pas dat ze niet aan het was. Ze schudde haar tampon goed.

Druppel in mijn nek. Het zweet van de bovenlippen en de decolletés van mijn toiletzusters stijgt op, plakt aan het lage plafond en komt als koude druppels weer naar beneden. Het linkerhokje gaat open. Eerst valt er een telefoon uit, dan een meisje. Ze pakt de elleboog van de volgende die aan de beurt is vast en hijst zichzelf omhoog. ‘Ieuw. Het stinkt daar wel, hoor. Volgens mij heeft degene voor mij zitten poepen.’ Die truc.

Tampon is moe. Ze moet morgen vroeg werken en had eigenlijk gepland maar tot elf uur te blijven, ‘maar ik weet wel hoe dat is.’ Haar hoofd hangt tegen mijn schouder, mijn heup rust in haar zij.

Het linkertoilet is al zes keer opengegaan sinds ik hier sta, maar het rechter nog niet

Ik wijs naar het rechterhokje en zeg tegen Tampon: ‘Gaat volgens mij niet goed daar.’ Het linkertoilet is al zes keer opengegaan sinds ik hier sta, maar het rechter nog niet. Ik zie geen bezorgde vriendinnen en hoor geen kokhalzen, dus besluit even op de deur te kloppen.

‘Hallo?’ Geen gehoor. ‘Gaat het goed daar?’ Tampon probeert door een sleutelgat te kijken dat er niet is. Het linkerhokje gaat open, het meisje dat eruit komt waarschuwt me niet voor een poepgeur. Ik ga naar het linkertoilet, Tampon gaat na mij.

Ik was mijn handen, doe een poging mijn kapsel te redden en zoek in mijn tas naar lipstick die in mijn colbert zit. Nog maar een keer kloppen. ‘Gaat het goed?’ Tampon is intussen ook klaar. Ze slaat de wasbak over ‘want die kraan is viezer dan mijn handen.’

Ik hurk en probeer onder het hokje door te kijken. Tampon probeert ook te hurken en valt om. Vanaf de grond steekt ze haar wijsvinger in de lucht. ‘Ik weet iets. We gaan een briefje schrijven en onder de deur door schuiven.’ Ik heb niet echt een beter idee, dus ik zoek naar papier. Mijn zakdoekjes zijn op.

Het wordt later, de rij buiten het toilet langer. Eén meisje wringt zich naar voren. Ze heeft een papier in haar hand. Ik verbaas me erover dat zij hetzelfde plan had als wij. Dan zie ik dat ze een schort om heeft. Ze werkt hier. Met haar tanden scheurt ze een stuk plakband af en plakt een wit vel met rode letters op de rechterdeur.

‘Defect.’

Iemand die ik niet ken: Met C.O.C.K. Elke twee weken schrijf ik over een moment dat ik deelde met iemand die ik niet ken. Een ontmoeting die de betovering verbrak, of het ongrijpbare verklaarde. Deze week: mijn ontmoeting met Met C.O.C.K. Lees hier de Ontmoeting terug