Het verhaal van de Griekse crisis, verteld door een rentegrafiek
Griekenland maakte dit najaar voor het eerst in zes jaar economische groei in plaats van krimp mee en is dus officieel uit de recessie. Het verhaal van de Griekse crisis blijkt achteraf goed te vertellen aan de hand van de rente op staatsobligaties. Ik zet twaalf cruciale momenten op een rij.
Het langzaam weer wat beter met de Griekse economie. Hoe is dat precies gegaan? De Griekse tragedie blijkt achteraf mooi te reconstrueren aan de hand van de rente op staatsobligaties. Deze rente is in feite een index van het vertrouwen in de regering: hoe hoger de rente, hoe onrustiger de situatie in Athene. Hieronder heb ik de twaalf belangrijkste momenten - van het begin van de crisis tot het voorzichtige herstel - op een rij gezet.
1. September 2008: Lehman Brothers valt om: het begin van de wereldwijde financiële crisis.
2. Herfst 2009: Een nieuw, links kabinet treedt aan in Griekenland en stelt vast dat het begrotingstekort van 2009 veel groter zou zijn dan verwacht.
3. Voorjaar 2010: Ondanks bezuinigingen heeft de Griekse overheid geld nodig, maar kan dat niet meer ophalen op de financiële markten. Premier George Papandreou vraagt om hulp van de trojka. Er komt een drie jaar durend reddingspakket van 110 miljard euro op voorwaarde van bezuinigingsmaatregelen die 30 miljard euro moeten opleveren. Protesten volgen, maar het parlement gaat akkoord met de bezuinigingen.
4. Oktober 2011: Eurozone-leiders stemmen in met een tweede reddingsoperatie. Bovendien worden staatsobligaties afgewaardeerd: voor iedere euro die investeerders hebben geleend aan Griekenland, krijgen ze nu 50 cent terug.
5. November 2011: Premier Papandreou stelt voor om de tweede reddingsoperatie in een referendum aan het volk voor te leggen. Dit leidt tot paniek op de markten en in de Europese politiek, die vrezen dat het volk het belang van de reddingsoperatie niet inziet. Hij trekt het voorstel in, overleeft ternauwernood een vertrouwensstemming van het parlement, maar treedt uiteindelijk toch af. Een technocratische interimregering neemt het roer over.
6. Februari 2012: Het tweede reddingspakket wordt in werking gesteld. De eurozone stelt 130 miljard euro beschikbaar, waarvan 30 miljard euro garanties zijn aan banken en hedge funds. Dit alles op voorwaarde van meer bezuinigingen en privatiseringen. Bovendien moeten investeerders nog verder inboeten: hun obligaties worden met 53,5 procent afgewaardeerd. Dankzij het reddingspakket keert de rust op de markt terug.
7. Mei 2012: Parlementsverkiezingen worden gehouden. Kabinetspartijen verliezen, eurosceptische partijen winnen, maar een coalitie kan niet worden gevormd. Er wordt gespeculeerd over een ‘Grexit,’ waarbij Griekenland uit de euro stapt.
8. Juni 2012: Opnieuw verkiezingen en dit keer kan er wel een kabinet worden gevormd met drie pro-Europese partijen. Namens de gematigd conservatieve Nieuwe Democratie-partij wordt Antonis Samaras premier.
9. Juli 2012: Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank (ECB), spreekt de magische woorden: ‘De ECB zal doen wat nodig is om de euro te redden.’ Het vertrouwen in Europese staatsobligaties neemt toe.
10. Zomer 2013: In ruil voor forse bezuinigingen en hervormingen ontvangt Griekenland het derde en vierde deel van het hulpprogramma.
11. April 2014: Griekenland keert succesvol terug op de financiële markten en verkoopt voor het eerst in vier jaar weer staatsobligaties tegen een rente die lager is dan verwacht. Daarnaast ontvangt de Griekse overheid deel vijf van het hulpprogramma.
12. Oktober 2014: Griekenland maakt voor het eerst in zes jaar economische groei mee in plaats van krimp en is dus uit de recessie. Samaras kondigt aan het IMF-programma vroegtijdig te willen verlaten.