Hoogtepunt van de Hotelmens: de ambassadeur van de week

Zondag 7 december vloog ik van Amsterdam naar Berlijn. Ik zat naast een dame die tegen me zei: ‘Wij kennen elkaar, wij hebben elkaar in Frankfurt ontmoet, ik ben de ambassadeur in Berlijn. Wij zien elkaar woensdag.’

Dat was waar, ik zou die woensdag voorlezen op de Nederlandse ambassade. En de dame was Monique van Daalen.

Voorafgaand aan de lezing was een diner gepland op de ambassade. Het was buitengewoon gezellig. De ambassadeur verscheen toen de anderen al klaar waren met eten, maar dat vond ik wel chique. Als ik boven de zestig ben en nog enkele prijzen gewonnen heb schuif ik ook aan bij diners als de anderen bezig zijn aan het dessert.

Vaag deed de ambassadeur mij aan Frans Timmermans denken, die ik enkele jaren geleden tijdens een discussie over Europa in de Amsterdamse Stadsschouwburg heb leren kennen. Timmermans, voor wie ik veel achting heb, was toen nog Kamerlid, begon over zijn grootvader en de mijnen in Limburg en was buitengewoon intelligent en charmant. Sommige van mijn vrienden zeggen: ‘Ja, maar Timmermans heeft indertijd het mes in de borst van Cohen gestoken.’

Iemand moest het doen, zullen we maar zeggen.

Tijdens de avond in Berlijn bleef het rustig. Wel was de speech die de culturele attaché gaf van buitengewoon hoog niveau. Wil diegene die die speech heeft geschreven zich bij mij melden? Geen angst, dit is geen ironie. De speech was echt goed. Ik wil een prijs uitreiken.

Na afloop verdween de ambassadeur weer, maar ze nam nog keurig afscheid van me en was bij gesprek en lezing aanwezig geweest. Dat is al bijzonder genoeg. Nee, Monique van Daalen is de ambassadeur van de week, en omdat het jaar bijna om is, zeg ik, ambassadeur van het jaar. Wie weet knoop ik volgende lente een relatie met haar aan, want een ambassadeur in de familie kan nooit kwaad.

Lees hier de column van de week terug