Minister Opstelten doet een poging tot humor (en toont weer eens zijn ware gezicht)

Het was een gênante vertoning gisteravond.

Voor de vierde keer won minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) de Big Brother Award, de publieksprijs voor de grootste privacyschender van het jaar.

En de prijs was welverdiend. Een van de redenen was dat zijn ministerie stug de plannen doorzet om de bel- en internetgegevens van alle Nederlanders te bewaren, ondanks dat het Europese Hof van Justitie deze zogenoemde bewaarplicht illegaal acht.

Ach, die vervelende grondrechten toch.

De minister weigerde weer eens om de prijs zelf af te halen en zette blijkbaar zijn woordvoerders aan het werk om het boze publiek te paaien. De nijvere communicatiemensen bedachten een ludieke vorm om, tsja, wat wilden ze eigenlijk?

Wat wilden ze eigenlijk zeggen met de vorm van een gelekt kabelbericht, in het jaar na grote onthullingen over wereldwijde spionage op onverdachte burgers? Een vorm van spionage nota bene waar onze eigen regering binnenkort ook aan gaat beginnen?

Wat wilden ze eigenlijk zeggen met de drie spoken - cybercrime, kinderporno en jihadisme - die telkens weer worden misbruikt om ongegeneerd datagraaien mee te legitimeren bij een banggemaakt publiek, want u bent toch niet vóór cybercrime, kinderporno en jihadisme? Nou dan.

Wat wilden ze eigenlijk zeggen met het zwartmaken van passages in de tekst, de veelgebruikte methode om gevoelige overheidszaken niet aan het publiek te openbaren? En dat in een week waarin de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om totaal oneigenlijke redenen flink is ingeperkt?

Ik zou zeggen, lees zelf de reactie van het ministerie waar Veiligheid letterlijk voor Justitie lijkt te staan.