Je ziet hem niet, maar hij is er wel. De Amsterdamse straatkunstenaar Laser 3.14, die overal in de stad kritische leuzen op de muren spuit. Gefascineerd door zijn teksten, volg ik Laser 3.14 al een tijd. Al gaat dat vrij lastig als je nooit weet waar zijn teksten opduiken. Wie gaat er eigenlijk schuil achter de vragen over consumptiedrift en religieuze gekte?

In de hoop wat antwoorden te krijgen, zocht ik contact. Ik ging op zoek in de graffitiwereld, maar kwam niet ver: men is niet zo spraakzaam in die kringen. Maar Laser 3.14 bleek een kind van zijn tijd. Via Facebook wist ik hem te achterhalen.

Mijn eerste vraag: hoe komt hij aan zijn opvallende pseudoniem? In het boek Watching my name go by van Norman Mailer, over de vroege graffitiscene in New York, kwam een combinatie van cijfers en namen vaak voorbij. Laser las het boek stuk en ging op zoek naar een vergelijkbare naam, vertelt hij.

Rond 2000 luisterde hij naar het nummer ‘Public Image’ van de gelijknamige De initialen van de titel vormen pi. Dit gegeven intrigeerde hem. Een mysterieus getal dat nog altijd niet volledig is doorgrond, terwijl het toch zo vaak gebruikt wordt en overal terugkomt - precies wat hij zelf uit wilde dragen.

Laser besloot 3.14 (pi) aan zijn naam toe te voegen en begon gedichten te verspreiden via het medium dat hij zo goed kende: de muren van de stad. Jaren later leg ik deze tot Amsterdamse straatpoëet uitgegroeide kunstenaar zes van zijn teksten voor. Hoewel hij ooit zei dat zijn werk voor zich zou moeten spreken, was hij bereid te reageren.

‘Toen ik in de jaren tachtig met graffiti begon kon alles, maar eind jaren negentig was graffiti enorm conservatief geworden. De scene zat vast in regeltjes en dat stoorde me enorm. Bepaalde stijlen konden wel, andere niet. Dat ging in tegen alles waar graffiti ooit om was begonnen.’

‘Daarom zocht ik naar manieren om die regeltjes te leren kennen. Juist om ze terzijde te kunnen schuiven. Door mijn gedichten en teksten hoop ik te laten zien dat je meer kunt met graffiti.’

‘Mijn ouders waren Jehova’s getuigen, maar als ik bad, voelde ik niets. Tegenwoordig geloof ik niet in een god, vandaar dat ik mezelf zie als een ‘dedicated follower of nothing.’ Het gekke is dat ik door mijn huidige werk zelf ‘volgers’ heb gekregen. Dat maakt het enorm gelaagd. Ook vragen mensen weleens of ik hiermee de doorgeslagen popcultuur op de hak neem. Als zij dat willen doe ik dat. Los daarvan wil ik trouwens wel toegeven dat de prekerige dominees uit mijn jeugd waarschijnlijk hier en daar nog wat doorklinken in mijn teksten.’

‘De meeste mensen staan toe te kijken terwijl andere mensen aan de boom schudden om te zien wat voor fruit eruit valt. Die laatste groep is my kind of people. Je zou misschien niet verwachten dat ik dit zou zeggen, maar iemand als Geert Wilders is heel erg nodig om de boel wakker te houden. Dat betekent niet dat je het ook met zo iemand eens hoeft te zijn, natuurlijk.’

‘Ik hoop daarom zelf ook een troublemaker te zijn. Het is belangrijk dat niet iedereen in de pas loopt, omdat je binnen een groep anders moeilijk tot nieuwe ideeën komt. Dat zie je in de politiek, in de muziek en beeldende kunst. Toen Andy Warhol zijn wereldberoemde Brillodozen voor het eerst tentoonstelde was dat schokkend – hij stelde de toenmalige kunstwereld ter discussie. Maar dat leidde wel tot nieuwe inzichten en nieuwe kunst.’

‘Waarom werken sommige logo’s wel en andere niet? Ik heb veel onderzoek gedaan naar de werking van merknamen en kwam tot de conclusie dat ik mijn tag als een soort logo moest benaderen. Vervolgens heb ik de klassieke graffiti-tag losgelaten. Die is vaak alleen leesbaar voor ingewijden. Mijn teksten zijn nu losjes geschreven en als lettertype niet per se graffiti. Ik wil namelijk dat de hele wereld het kan lezen, vandaar ook dat ik het in het Engels doe. Internationaal dus, zoals een groot medium – ik speel daar voortdurend mee. En zolang ik daarin geloof, ga ik ermee door.’

‘Op dit moment maak ik me zorgen om religieus, politiek en ideologisch extremisme. We zijn terechtgekomen in een maalstroom van escalerende fricties op basis van religie en idealisme. Islamitisch extremisme is een zorgenkindje. Het is niet veilig meer om met ‘god’ te spotten. Aangezien dat in Nederland voorheen wel kon, zie ik dat als een groot verlies. De ziel van een maatschappij floreert als men zich veilig voelt en de veiligheid van critici gegarandeerd kan worden. In mijn ogen moet alles aan kritiek onderworpen kunnen worden zonder dat er een tsunami aan doodsbedreigingen op critici afkomt.’

‘De politiek valt ook onder deze tekst, in mijn ogen. Er is simpelweg te veel overheidsbemoeienis. Doordat de staat tot achter de puntkomma wil meekijken, is er een hoop dynamiek verdwenen. Kijk naar een stad als Amsterdam, die twintig jaar geleden veel leuker was. Het weghalen van de oude kraakpanden, die door krakers waren omgevormd tot vrijplaatsen, vond ik een doodsteek voor Amsterdamse cultuur. Die panden zeiden iets over de mentaliteit van toen. Tegenwoordig moet je langs tien ambtenaren om iets gedaan te krijgen. De spontaniteit is weg.’

‘Dat was mijn commentaar op burgemeester Eberhard van der Laan, die eigenlijk bepaalde hoelang de Occupybeweging gedoogd werd. Met andere woorden: de overheid bepaalt vanaf nu hoe, waar en wanneer je demonstreert! Dat vond ik echt bizar. Een ander voorbeeld: tijdens de kroning van Willem-Alexander werden er vakken aangewezen waar je mocht demonstreren. Dat is toch niet het doel van een protest? Sterker nog, als mensen daarin meegaan is er iets goed mis in een maatschappij!’

‘Zelf was ik als klein jongetje gefascineerd door protestleuzen, die je toen nog overal zag, vooral van punkers. De kracht daarvan sprak me enorm aan. Ik wilde dat ook maken, al was ik me daar op dat moment nog niet van bewust. Wel wist ik al vroeg dat ik een atelier wilde, om in te werken. Die twee zijn aardig samengekomen.’

Kerstkijktip: een geweldig, absurd maar toch realistisch fotoverhaal De hoeveelheid kerstdiners, kerstliedjes en kerstverhalen waarmee we deze weken overspoeld raken, zal wederom enorm zijn. Correspondent Sterre Sprengers tipt dit jaar alleen het fotoboek The Christmas Tree Bucket van Trent Parke. Want dat is het beste kerstverhaal dat ik in jaren heb gezien. Bekijk hier het fotoboek