Als we ze niet kunnen martelen, moeten we ze maar vermoorden

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie

President Obama’s gebruik van drones in Pakistan en Jemen is mogelijk een schending van de mensenrechten. Dat is de tragiek van de liberals.

Amnesty International en Human Rights Watch brachten vandaag een rapport naar buiten over het gebruik van in Pakistan en Jemen. Sinds 2004 worden ze ingezet om terroristische doelwitten uit te schakelen en militante organisaties te ontregelen. Oud-president Bush maakte er spaarzaam gebruik van. Onder president Obama is het drone-programma sterk uitgebreid.

Wat cijfers. Volgens schattingen van het  zijn er tussen 2004 en heden minstens 430 drone-aanslagen geweest, het overgrote deel in Pakistan. Deze schatting is nog aan de lage kant, mogelijk zijn het er 547. Het Bureau of Investigative Journalism baseert zich op publieke bronnen en gelekte documenten. 

Het aantal doden is groot. In Pakistan zijn zeker 2.525 mensen gedood, waaronder zeker 407 burgers, waaronder zeker 168 kinderen. Dit zijn de aantallen die bevestigd konden worden. De werkelijke aantallen liggen waarschijnlijk hoger. In Pakistan raakten zeker 1.117 mensen gewond.

In Jemen doodden de drones zeker 268 mensen, waaronder 21 burgers en 5 kinderen. Zeker 65 mensen raakten gewond. In Somalië tot slot, zijn zeker 7 mensen gedood. Mogelijk zijn er ook 15 burgers gedood, maar dat is nog niet bevestigd.

Oorlogsmisdaden

De regering-Obama staat onder druk om meer informatie te geven over de aard en omvang van het drone-project. In de VS neemt de kritiek toe, maar ook daar buiten. De Verenigde Naties dringen al langer aan op meer openheid. En nu hebben Amnesty International en Human Rights Watch allebei dus gepubliceerd over de gevolgen van de drone-aanvallen.

Beide mensenrechtenorganisaties onderzochten het aantal aanvallen en komen tot de conclusie dat Amerikaanse bestuurders mogelijk oorlogsmisdaden hebben gepleegd. Amnesty International ziet enkele aanslagen bijvoorbeeld als buitengerechtelijke executies. Daarnaast menen beide organisaties dat de VS te weinig moeite hebben gedaan om het leven van onschuldigen te beschermen.

Tragiek

Bij het lezen van deze berichten, moest ik denken aan een goed artikel van rechtenprofessor Stephen Holmes (New York University) in de London Review of Books. Hij bespreekt in dit lange stuk het boek van New York Times-verslaggever Mark Mazzetti The Way of the Knife: The CIA, a Secret Army and a War at the Ends of the Earth. Die heeft een interessante these. Volgens hem is de regering-Obama op het drone-pad gegaan om vuile handen te vermijden.

Het is de tragiek van de liberals, de ogenschijnlijk meer linkse Amerikanen die in begin 2009 het landsbestuur overnamen van de haviken Bush en Cheney. Jarenlang hebben ze geageerd tegen Guantánamo Bay, de black sites in dictatoriale landen waar het vuile ondervragingswerk voor de VS werd opgeknapt, het waterboarden, de zinloze en uitzichtloze oorlogen in Irak en Afghanistan. Ze wilden er hun vingers niet meer aan branden. Maar, zo betoogt de national security elite tegen Mazzetti: wie niet wil martelen, zal moeten doden. ‘With few options for detaining terror suspects, and little appetite for extensive ground operations (...), killing sometimes was a far more appealing option than capturing.’

Obama wordt hierin toegejuicht door de CIA, die het programma grotendeels uitvoert. De betrokkenen bij de rendition en ondervragingsprogramma’s vrezen voor vervolging. Hoe minder gevangenen er ‘verwerkt’ moeten worden, hoe minder risico op juridische problemen. Het opblazen van militanten en terroristen in gevaarlijke en voor journalisten onbereikbare gebieden, is dan opeens heel aantrekkelijk.