Deze asieldrama’s passeerden in 2014 de revue. Hoe is het nu?
Verschillende correspondenten volgden dit jaar asielzoekers die vastliepen in de Nederlandse asielbureaucratie. Hoe is het deze mensen vergaan sinds hun verhalen hier te lezen waren? Samen met correspondenten Dick Wittenberg, David van Reybrouck en Joris van Casteren maak ik de balans op.
De Skrijevski’s moeten nog altijd terug naar een land waar ze nooit woonden
Op 10 februari 2014 deden we het complexe verhaal van Igor en Galina Skrijevski uit de doeken. Dit echtpaar vluchtte begin jaren negentig uit de Sovjet-Unie naar de Verenigde Staten. De twee bouwden een leven op in Amerika, met maar liefst drie eigen huizen en een succesvolle beleggingspraktijk. Eind 2006 raakt het stel in de problemen als blijkt dat ze niet over geldige papieren beschikken. De Skrijevski’s worden uitgewezen naar het deel van de Sovjet-Unie waar ooit hun wieg stond: de regio rond Donetsk, in Oekraïne.
De Oekraïners erkennen hen niet als staatsburgers en zetten het stel op het vliegtuig naar Schiphol. Daar worden de twee gedwongen asiel aan te vragen in Nederland. Het wordt een lange procedure, met een onbevredigende uitkomst. Het stel belandt op straat en wacht in de illegaliteit af hoe het nu verder moet. Ze willen graag naar Amerika, maar de Dienst Terugkeer en Vertrek blijft volhouden dat het stel naar Oekraïne moet.
In het afgelopen jaar is Igor Skrijevski nog een tijd in hongerstaking geweest en bleef het echtpaar hun positie aankaarten bij de Nederlandse autoriteiten. Telkens kregen ze nul op het rekest. ‘We hebben nog steeds geen rechten in Nederland, maar de inwoners van Apeldoorn blijven om ons heen staan. Daardoor hebben we zelfs een relatief vrolijke kerst achter de rug,’ laten ze desgevraagd weten. De gemeente gedoogt hun positie, zolang het stel zich elke week bij de politie meldt en de gemeentegrenzen niet overschrijdt. ‘En zo glijdt het leven ons als zand door de vingers, hoewel we steeds minder zand hebben om te verspillen.’
Op 7 april 2014 verklaart de regio Donetsk zich onafhankelijk van Oekraïne en wordt hun verhaal nog complexer dan het al was. Ze zouden nu moeten terugkeren naar een regio die onder het bestuur van de rebellen staat. ‘Er zijn 600.000 ontheemden en nog eens 500.000 mensen die het land ontvlucht zijn. En dan zouden wij daar terug naartoe moeten. Tsja, als wij geen recht op bescherming in Nederland of Amerika hebben, wie dan wel?’
De Aliyeva’s kregen een uitspraak van de rechter voor de kiezen
Op 7 april 2014 schreef correspondent Joris van Casteren over de houders van een curieus record: de familie die het langst in een asielzoekerscentrum woont. Mevrouw Aliyeva (62) en haar zoon Anar (26) verblijven nog altijd in het asielzoekerscentrum in het Groningse dorp Musselkanaal. Inmiddels wonen ze ruim dertien jaar in voor tijdelijke huisvesting bestemde oorden.
Op dinsdag 1 juli – hun steeds wanhopigere advocaat Metis Gavami en Joris van Casteren waren erbij – pinden zij in een kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in Hoofddorp 1900 euro aan leges, geld dat met hulp van VluchtelingenWerk en crowdfunding bijeen was geharkt.
Zonder betaling van dat bedrag zou het in maart door Gavami ingediende verzoek om de Aliyeva’s op humanitaire gronden alsnog een verblijfsvergunning te verlenen niet in behandeling worden genomen.
Na te hebben gepind mochten moeder en zoon voor de zoveelste maal hun verhaal doen. Gedurende hun eindeloze asielprocedure zijn de Aliyeva’s door twee rechtbanken in het gelijk gesteld. Tegen die uitspraken ging de IND in beroep, waarop de uitspraken op juridische, niet-inhoudelijke gronden werden vernietigd.
Met het verzoek van afgelopen maart deed Gavami een beroep op de zogenoemde discretionaire bevoegdheid van staatssecretaris Teeven (VVD), die zogenoemde schrijnende gevallen met één pennenstreek alsnog van een verblijfsvergunning kan voorzien.
In een interview met de Volkskrant vorige week vertelde Teeven dat hij ‘vijf, acht, tien’ van dit soort verzoeken in het weekend bekijkt. Als hij naar een wedstrijd van Ajax is geweest en die op Studio Sport heeft teruggezien. Medelijden heeft hij niet ‘met die dossiers,’ wel als het gaat om een klein meisje ‘met zo’n spandoekie in d’r hand.’
De aanvragen van de Aliyeva’s heeft Teeven onlangs ook bekeken. Op 5 december liet hij Gavami per brief weten dat hij ze had afgewezen. De Aliyeva’s dienen terug te keren naar Azerbeidzjan, waar mevrouw Aliyeva, die half-Armeens en christelijk is, haar leven niet zeker is.
Het is onduidelijk of Anar, die aan een zware vorm van suikerziekte lijdt, ter plaatse aan de juiste medicatie kan komen. Het Bureau Medische Advisering van de IND denkt, anders dan verschillende artsen, dat dat geen probleem zal zijn.
Hoewel Anar jarenlang in Nederland naar school is gegaan – hij studeert – en mevrouw Aliyeva ondanks de angststoornis en depressies waar ze aan lijdt jarenlang vrijwilligerswerk heeft verricht, zijn ze volgens Teeven onvoldoende ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Wat waarschijnlijk wel klopt, aangezien ze zonder identiteit en met een leefgeld van enkele euro’s per week al dertien jaar lang vrijwel nergens aan kunnen deelnemen.
De huidige directie van azc Musselkanaal is minder tolerant dan de vorige. In januari zullen de Aliyeva’s te horen krijgen dat ze het centrum moeten verlaten. Gavami, die de Aliyeva’s al dertien jaar bijstaat, vermoedt dat ze vervolgens zullen worden overgeplaatst naar een uitzetcentrum.
Wordt vervolgd. De Rwandese asielzoeker Lin Muyizere blijft in onzekerheid
Op 27 oktober publiceerden we een open brief van correspondent David Van Reybrouck, waarin hij staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie, VVD) voor de voeten werpt Lin Muyizere zonder overtuigend bewijs de Nederlandse nationaliteit te willen ontnemen. Nederland beschuldigt hem van betrokkenheid bij de genocide in Rwanda, op basis van bewijzen uit de in alle opzichten gebrekkige Rwandese rechtspraak. De ironie wil dat Nederland diezelfde dag zijn steun aan de Rwandese rechtsstaat verdubbelde met 10 miljoen.
Het artikel leidde tot Kamervragen van de SP’ers Sharon Gesthuizen en Michiel van Nispen. Op 25 november werden die beantwoord: ‘We hebben in Nederland een zorgvuldige procedure.’ Van Reybrouck is niet overtuigd: ‘Mijn artikel toonde net aan dat dat echt niet het geval is.’
De finale beslissing wordt genomen wordt door mensen die onvoldoende autonoom kunnen werken
Op 7 november verwijst Ybo Buruma, raadsheer van de Hoge Raad, naar het stuk in het Nederlands Juristenblad. Hij zegt dat het voor rechters ‘niet steeds doenlijk is om een diepgravend tegenwicht te bieden.’ Daarmee bevestigt hij wat Van Reybrouck al aanstipte: dat de finale beslissing genomen wordt door mensen die onvoldoende autonoom kunnen werken.
Op 9 november besteedt Brandpunt aandacht aan de kwestie, in de uitzending De lange arm van Kagame. Dit programma leidt in de weken erna tot nieuwe Kamervragen, dit keer van Sjoerd Sjoerdsma en Gerard Schouw (D66) aan minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken). Het antwoord: ‘Op basis van de uitspraken van het International Criminal Tribunal for Rwanda (ICTR) kan worden geconcludeerd dat het Rwandese rechtssysteem inmiddels grotendeels voldoet aan de internationale standaarden.’
Terugblikkend stelt Van Reybrouck vast: ‘Het artikel leidde tot veel publieke verontwaardiging, ook op een erg hoog niveau, maar het antwoord van de uitvoerende macht is een wereldvreemd vastbijten in procedures en een argeloos afkloppen van de schouders die nochtans met erg veel roos bedekt zijn.’
Eerder deze maand ontving Van Reybrouck nog een sms van Muyizere zelf. ‘Om u te zeggen dat ik voortaan grootvader ben van een meisje. Ze heet Nehea.’
De Nigeriaanse activist Sunny Ofehe wil niet veroordeeld verder leven
Op 28 oktober, de dag dat het proces tegen de Nigeriaanse mensenrechtenactivist Sunny Ofehe begon, publiceerden we zijn relaas, opgetekend door correspondent Dick Wittenberg. Een maand later deed de rechter uitspraak: Ofehe werd vrijgesproken van de beschuldiging dat hij schuldig zou zijn aan mensensmokkel, maar veroordeeld voor het huisvesten van een Nigeriaanse illegaal.
Het vonnis maakt een gewaardeerde activist monddood en vleugellam
De rechtbank veroordeelde hem tot 74 dagen gevangenisstraf, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, plus 240 uur taakstraf. Het Openbaar Ministerie had achttien maanden cel geëist. Met een taakstraf had Ofehe nog kunnen leven, niet met een gevangenisstraf. Ook al worden de twee weken voorarrest daarvan afgetrokken en hoeft hij feitelijk de gevangenis niet meer in. Dat de rechtbank Ofehe schuldig bevond aan een misdrijf besmeurt zijn blazoen als ideële pleitbezorger van de verpauperde bevolking in het oliegebied van de Nigerdelta.
Nederlandse organisaties waarmee hij de afgelopen jaren samenwerkte, zoals Amnesty International, OxfamNovib en Milieudefensie, namen al afstand van hem sinds hij op 22 februari 2011 in zijn Rotterdamse woning gearresteerd werd. Ze wachtten de uitkomst van het proces af. Een veroordeling, hoe beperkt ook, sluit verdere samenwerking voorlopig uit. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk willen mensenrechtenorganisaties nog wel in zee met de organisatie van Ofehe, de Hope for Niger Delta Campaign. Maar hij komt die landen na de veroordeling niet meer in. Het vonnis maakt een gewaardeerde activist monddood en vleugellam.
Ofehe hoopt dat een gerechtshof in hoger beroep meer oog heeft voor de heksenjacht die het Openbaar Ministerie sinds november 2009 tegen hem voert. Een persbericht zette hem bijvoorbeeld neer als mensensmokkelaar. Later beschuldigde het Openbaar Ministerie hem ook nog eens van terrorisme. Die aanklacht trok het Openbaar Ministerie later in. Ze was op een blunder gebaseerd, zoals uit onderzoek van de verdediging bleek.
Wil Nederland een lastpak kwijt die de milieuvervuiling door Shell in Nigeria bekritiseert? Ofehe gelooft nog altijd in het Nederlandse rechtssysteem. Negentien jaar geleden kwam hij als illegaal naar Nederland. In 2005 kreeg hij politiek asiel. Zijn vrouw en vier zonen hebben inmiddels de Nederlandse nationaliteit. Zijn aanvraag van het Nederlandse staatsburgerschap werd afgewezen, hangende het proces.
De afzonderlijke updates zijn geschreven door Karel Smouter, Joris van Casteren, David van Reybrouck en Dick Wittenberg.